Dit is een samenvatting van het vak Consumentengedrag uit het 1ste jaar Bedrijfsmanagement Marketing.
In dit samenvatting zin er informaties over de ppt's, het boek en lesnotities.
Love brand= letterlijk in het Engels betekent het dat een consument veel
waarde geeft aan bepaalde merken, ze zijn ervan verliefd.
De meeste van die merken zijn premium merken => dure merken. En dit is de
hoofdreden waarom mensen die merken ook graag dragen of kopen.
Andere redenen:
- Groepsnorm: tot bepaalde groep behoren en associëren
“H&M gaat tweedehands verkopen” Waarom?
- Duurzaamheid: textielsector is een sector dat voortdurend gedreven wordt door
modetrends. De laatste jaren, gaat de textielsector zeer snel door massaconsumptie. Nieuwe
trends, nieuwe kleuren, nieuwe kleren enzovoort. => Fast fashion zit hier aan de basis =>
duurzame/lageloon landen produceren kledingen => vaak schandaal in het nieuws waar
waarheid ontmaskerd wordt => imago beslechtend, bv: Primark => beweging en mensen die
zich ervan bewust worden => ketens moeten hun imago opschonen en gaan duurzaam
ondernemen
“This Adidas shoe is made from ocean plastic”. Waarom?
- Ook duurzaamheid: dragen bij aan het groene en milieuvriendelijke imago
“Zalando is het beu: groot etiket moet voorkomen dat je gedragen kleding terugstuurt”.
- Zalando is het beu van retours en willen het indijken want daaraan hangt er een
kostprijs. Ze gaan dus grote etiket plaatsen op kleren.
“Burger King launchen plant-based Whopper”
- Ecologische voetafdruk: veel vlees consumeren kan schadelijk zijn voor het milieu
,Consumentengedrag definiëren:
- Consumentengedrag gaat over de fysieke en mentale handelingen van consumenten.
Waarom gaan consumenten zich zo gedragen? Het feit dat een consument denkt of iets
doet. De aanleiding van oorzaken en gevolgen. Het kan gaan over individuen (u en ik) en/of
kleine groepen (gezinnen!). Het is belangrijk voor de organisatievraag (zie de 7O’s). M.b.t.
onderhoud, oriëntatie, aanschaf, gebruik en afdanken.
- Meestal over schaarse goederen en diensten ≠ niet-schaarse goederen
Niet-schaarse: Goederen waarvoor je niet moet betalen zoals bv: de lucht die je inademt
(nodig hebben en gratis is).
geen onderwerpen van consumentengedrag
- Uit de commerciële- (B2B), overheids- en huishoudelijke sector (B2C). De overheidssector
(spoorwegen, scholen, ziekenhuizen…) is niet te onderschatten, want die telt een groot
aantal grote ondernemingen/organisaties. De overheid koopt veel goederen en diensten en
daarom is het ook niet te onderschatten.
- Leidt tot een functievervulling en het bereiken van doelen en waarden en hiermee tot
tevredenheid en welzijn. De functie kan zeer persoonlijk zijn. Het zijn bepaalde doelen,
bepaalde waarden en het maakt u zelf tevreden en geeft u een goed gevoel. De overheid
koopt zeer veel goederen en diensten. Bijvoorbeeld je hebt honger je koopt eten, je hebt u
functie vervult.
- De uitgaven kunnen letten op korte- en langetermijneffecten, de individuele en
maatschappelijke gevolgen.
Bv: aankoop van een huis of wagen
1.2 Wat is het aanbod van G&D?
o Evolutie van schaarste naar overvloed => mensen hadden moeite om aan hun basisbehoeftes
te voldoen (kleding en voeding) (schaarste) => meer concurrentien, nu kan je in een winkel
veel meer soorten ketchup vinden bijvoorbeeld.
Verband tussen toenemende inkomen en uitgaven voor diverse typen van goederen:
- noodzakelijke goederen: percentage daalt
- inferieure goederen (=goederen van minder kwaliteit): aandeel vermindert
- luxegoederen: meer gespendeerd aan die goederen
o Impact van de algemene op
Index van
consumentenvertrouwen:
= zeer belangrijke barometer om ons
te situeren in welke context we zitten
Een hoge index => goed gevoel bij de
toekomst, optimist over de toekomst
van de economie. Je denkt dat de economie goed gaat worden.
, Als de index laag is, dan zal je zien dat het niet goed zal gaan met het verkopen
o Sinds de jaren 60 (na de WOII) = periode van de babyboomers (=mensen die na de WOII zijn
geboren, positieve gezinsgeest): overgang van schaarste naar overvloed:
Er voor was veel eigenproductie maar is dan grotendeels weggevallen -> vroeger was het ook een
noodzaak om zelf te produceren, omdat ze ook grotere gezinnen hadden => consumptie ↗
acceleratie van tegenbeweging, nl. overconsumptie
vanwaar komt die vraag naar overconsumptie? Door het milieu/duurzaam/overheid
consumptie = zelfexpressie, want mensen denken over de aankopen die ze voeren, bv: het
soort kleding dat je koopt
° sociaal expressieve betekenis van goederen= als je bijvoorbeeld bepaalde producten
aanschaft en dat je die ook gebruikt -> dan is het waarschijnlijk met een zekere bedoeling.
Het is niet zomaar dat iemand een dure auto gaat kopen.
o Ontstaan van consumptiemaatschappij:
- aanbod van goederen werd verbeterd door:
o comparatieve voordelen = men gaat zich specialiseren in wat men goed is-> bvb
goedkoper produceren dan buurland
o innovatie bvb stoommachine, de eerste treinen
o toenemende productiviteit= hoeveel middelen moet u inzetten om een bepaalde
output te hebben => uw productiviteit gaat bepalen hoeveel kans op winst u heeft.
De PLC geeft het verband aan tssn tijd en de bezitsgraad in de populatie
Sommige producten halen zelfs niet de volwassenfase.
Chatbots
AI
Elektrische fietsen
• De productlevenscyclus:
- introductiefase bv. 3D printers, Artifficiele intelligentie
- groeifase bv. elektrische auto
- volwassenheidsfase bv. smartphone
- eindfase bv. iPod.
, Adoptiesnelheid van innovaties
Interpretatie:
Het duurde 270 jaren voor de
post vooraleer de populatie
het gebruikte en 70 jaar voor
de telefoon.
Het belang van PLC voor
marketeers: innovatie is
cruciaal om marktpositie te
behouden en succesvol te
worden op de markt anders
haal je niet de maturiteitsfase
(innovaties zijn van.
levensbelang)
Innovate or Die
1.3 Marketing VS Consumentenpsychologie
Marketing ‘omvat de ontwikkeling, prijsbepaling, promotie en distributie van producten,
diensten of ideeën die de klanten toegevoegde waarde bieden’
Marketing is een vorm van bedrijfsbeleid waarbij op een resultaat gerichte wijze de wensen
van klanten centraal komen te staan.
Marketingmix (4P’S): instrumenten van de marketeer: product, prijs, promotie, plaats.
VERSUS
consumentengedrag is belangrijk omdat het gaat bepalen hoe consumenten zich gedragen
tegenover een bepaald product
inzicht in consumentengedrag is van belang voor de marketeers => Marketeers hebben
vooral oog voor de oriëntatiefase, aankoopfase en tevredenheid na de aankoop
consumentenpsychologie vormt de basis voor de marketing. Het heeft ook oog voor het
milieu-impact, gezondheid, ethisch welzijn…
belang voor het AIDA-proces
1.4 Beschrijvende studie
Een normatieve benadering
HOE dienen consumenten best te beslissen? (aantal criteria)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boukhima582. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.09. You're not tied to anything after your purchase.