ECONOMIE 2021-2022
Eerste les: introductie van de economie.
Wat is economie?
- Welvaart
- Levenskwaliteit
- Niet enkel focussen op het BBP. Dit geeft een vertekend beeld.
Het is belangrijker om de markt goed te kennen dan eerder vernieuwing op de markt te brengen en
hieruit winst te verdienen.
Behoeften:
Een behoefte is iets nodig hebben of er naar verlangen.
- De kenmerken van behoeften:
Onbegrensd: er worden steeds nieuwe behoeften opgebouwd. Je hebt een iphone
maar er komt een nieuwe iphone uit. Je wilt de nieuwere omdat deze bijvoorbeeld
een beter of mooier design heeft.
Bevredigbaar: producten aangekocht, zijn schaarse middelen.
Variabel: een 4 jarig kind heeft niet dezelfde behoeften als zijn vader.
Inwisselbaar: een tv-spot op de televisie overtuigd je om een bepaald product aan te
kopen. (een substitueerbaar goed is een goed dat als alternatief voor een ander kan
dienen)
- Materieel: kunnen worden voldaan door goederen en diensten te kopen
- Immaterieel: zijn niet aantastbare goederen.
- Individueel: persoonlijke behoeften: sommige doelgroepen worden buiten spel gezet omdat
ze het niet mogen/kunnen.
- Collectief: gemeenschappelijke behoeften
Schaarse middelen:
- Middelen en diensten waarmee behoeften kunnen worden bevredigd. Middelen zijn schaars
omdat verlangde hoeveelheid + beschikbare hoeveelheid, indien gratis beschikbaar.
Waardeparadox:
- Diamant: lage gebruikswaarde, hoge ruilwaarde.
- Water: hoge gebruikswaarde, lage ruilwaarde.
, - Hongergevoel is een voorbeeld van nut. De ene heeft er namelijk meer nood aan dan de
andere. Dit betekend dat met een hoog nut de graad van behoeftebevrediging ook groter zal
zijn.
Economisch keuzeprobleem:
- In het streven naar maximale behoeftebevrediging met schaarse middelen dient men keuzes
te maken.
Opportuniteitskosten:
- Opportuniteitskost is de waarde van de verloren gegane best mogelijke aanwending van de
gebruikte schaarse middelen.
Containterklassen gebruiken ipv een volledig nieuw gebouw te moeten zetten.
Definitie economie:
- Economie is de sociale wetenschap die keuzes bestudeert inzake consumptie en productie
onder voorwaarden van schaarste.
Het verschil tussen welvaart en welzijn:
- Welvaart: mate waarin men behoeften kan bevredigen met schaarse middelen
Enge zin: materiele welvaart (bv: inkomen, vermogen, koopkracht)
Ruime zin: materiele en niet-materiele welvaart. (bv: ook kwaliteit, milieu)
- Welzijn: gevoel van welbevinden of geluk.
Lichamelijk: bv gezondheid: het welzijn kan gemeten worden door bijvoorbeeld te
kijken hoelang mensen leven in een beµpaald land.
Geestelijk: bv vrijheid van meningsuiting
Sociaal: bv vriendschap
Vrije goederen:
- Niet schaarse goederen.
Zuiver individuele goederen: (bv; privé sector)
Rivaliserend. (het gebruik van een bepaald goed vermindert de mogelijkheid
voor iemand anders omdat goed ook te gebruiken.)
Uitsluitbaar. (sommige mensen kunnen worden uitgesloten van een bepaald
goed, dit zijn goederen die je enkel krijg als je ervoor betaald.)
Zuiver collectieve goederen: (bv: overheid)
Niet rivaliserend
Niet uitsluitbaar. (een voorbeeld hiervan is een strand, je moet er niet voor
betalen en het is voor iedereen toegankelijk zonder ervoor te betalen. Er
zullen ook wel beperkingen zijn zoals er te geraken.)
Quasi collectieve goederen: (bv overheid, privésector)
Uitsluitbaar
Rivaliserend
Niet-rivaliserend.
Niet uitsluitbaar
Clubgoederen: je mag enkel gebruik van het goed maken als je bij een bepaalde ‘club’ hoort. Een
voorbeeld: als je naar Brussel rijdt is het een collectief goed maar als je naar Parijs rijdt is het een
clubgoed omdat je aan de tolwegen zal moeten betalen om door te mogen.
, Collectief goed:
!! Ceteris paribus clausule:
- Houdt in dat men in het onderzoek naar een economisch verschijnsel de aanname doet dat
het overige gelijk blijft
Elk jaar altijd een beetje inflatie, dit betekend dat de waarde van het geld elk jaar daalt door dat de
prijzen stijgen. De overheid probeert dit in te dekken door het te indexeren van de prijzen.
Inflatie wordt grotendeels veroorzaakt doordat energie duur is. Belgie heeft dit zelf niet en
moet dit aankopen. Dit is erg duur.
Hoofdstuk 1: consumentengedrag:
Nut:
- Nut is de “tevredenheid” die wordt ondervonden bij behoeftebevrediging.
Preferenties (voorkeuren):
- Vormen een ordening van het nut dat wordt ervaren bij behoeftebevrediging.
- Als men over meer eenheden van een goed beschikt zal het totale nut stijgen, maar zal de
extra nut van elke eenheid dalen.
- Hoe meer je van iets eet, hoe minder nut je per eenheid zal verwerven.
Als je het toepast op het eten van iets zal je aan de rode streep ziek worden. Het nut van het
eten valt helemaal weg.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tiboツ1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.