Goederenrecht - Open Universiteit
1 – Vereisten voor een geldige overdracht
De belangrijkste wijze van verkrijging van goederen onder bijzondere ttel is de overdracht. De vierde
ttel van ooek vverkrijging en verlies van goederens is vrijwel geheel aan de overdracht gewijd.
De bepalingen betrefende de overdracht van goederen vafdeling 2 van Titel 4s zijn van
overeenkomstge toepassing op de vestging, overdracht en afstand van beperkte rechten op
goederen vart. :98 oWs.
Overdracht
Overdrachtsvereisten (art. 3:83 en 3:84 lid 1)
Alleen overdraagbare goederen zijn voor overdracht vatbaar. Art. :8 lid 1 oW geef als hoofdregel
dat eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten overdraagbaar zijn; alle andere goederen zijn
dat krachtens lid slechts voor zover de wet dit bepaalt.
Art. :84 lid 1 oW vereist voor overdracht van een goed:
- Levering;
- Krachtens een geldige ttel;
- Verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken.
Overdraagbaarheid van eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten (art. 3:83 lid 1 )
Om een goed te kunnen overdragen, moet het goed daartoe vatbaar zijn art. :8 lid 1 oW.
Lid 1 bepaalt dat eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten overdraagbaar zijn, tenzij de wet
of de aard van het recht zich tegen de overdracht verzet.
Onoverdraagbaarheid o.g.v. de aard van het goed (art. 3:83 lid 1)
In art. :8 lid 1 oW is neergelegd dat de aard van het goed zich tegen overdracht van goed kan
verzeten. oijv.:
- Afankelijk recht;
- Persoonlijk karakter van het recht.
Onoverdraagbaarheid o.g.v. de wet (art. 3:83 lid 1)
Naast de aard van het goed kan ook de wet zich tegen overdracht verzeten. ij kan de
overdraagbaarheid zowel uitsluiten als beperken.
Onoverdraagbaarheid ook door partibedingg (art. 3:83 lid 1)
Kan een partjbeding de overdraagbaarheid uitsluiten of beperken? Mede gelet op de strekking van
art. :8 lid 1 oW luidt het antwoord in principe ontkennend. Voor vorderingsrechten geldt echter
een belangrijke algemene uitzondering. oals neergelegd in lid 2 kunnen schuldeiser en schuldenaar
de overdraagbaarheid ervan uitsluiten. Daarnaast is het soms o.g.v. een lex specialis mogelijk om
door een beding in te grijpen in de vrije overdraagbaarheid van een bepaald goed.
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bii eigendom (art. 3:83 lid 1)
Onoverdraagbaarheidsbeding mist goederenrechtelijke werking. Eigendom ontstaat uit de wet. Art.
:8 lid 1 oW beoogt de vrije overdraagbaarheid van de eigendom te waarborgen. De strekking is dat
zaken voor de handel behouden dienen te blijven. De bepaling is daarom dwingendrechtelijk van
aard. De vrije overdraagbaarheid van eigendom kan niet bij beding goederenrechtelijk worden
uitgesloten of ingeperkt.
,De bepaling van art. :8 lid 1 oW heef een ruime strekking. ij tref ook tjdelijke, verkapte en
beperkte onoverdraagbaarheidsbedingen die onder welke benaming ook tot oogmerk hebben de
overdraagbaarheid van de eigendom te beperken.
Obligatoire werking vervreemdingsverbod. Dat een onoverdraagbaarheidsbeding geen
goederenrechtelijke werking heef, neemt niet weg dat een vervreemdingsverbod wel
verbintenisrechtelijke gevolgen kan hebben. De vervreemder die zich heef verbonden het goed niet
over te dragen, pleegt doorgaans wanprestate tegenover degene die dit had bedongen, wanneer hij
in weerwil met het beding het goed toch overdraagt.
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bii beperkte rechten (art. 3:83 lid 1)
Een beperkt recht ontstaat doorgaans door vestging. Dit roept de vraag op of de bij vestging
betrokken partjen onoverdraagbaarheid tot eigenschap van het recht kunnen maken. Het antwoord
luidt ontkennend. De wet gaat immers van overdraagbaarheid uit terwijl het in de wet gekozen
gesloten stelsel van beperkte rechten alleen afwijking van de wetelijke regeling toestaat voor zover
de wet dit uitdrukkelijk aangeef. Evenmin als bij de vestging, kan op de voet van art. :81 lid 1 oW
bij een later beding een beperkt recht onoverdraagbaar worden gemaakt.
Werking onoverdraagbaarheidsbeding bii vorderingsrechten (art. 3:83 lid 2)
Vorderingsrechten kunnen van rechtswege ontstaan, maar ook uit overeenkomst. In het bijzonder in
het laatste geval rijst de vraag of de schuldeiser en de schuldenaar bij het sluiten van de
overeenkomst onoverdraagbaarheid tot eigenschap van de vordering kunnen maken. Het antwoord
luidt o.g.v. art. :8 lid 2 oW bevestgend. Een dergelijk uitsluitngsbeding heef goederenrechtelijke
werking.
Het ttelvereiste
Verhouding tussen ttel en levering
Rechtsovergang van een goed behoef rechtvaardiging, art. :84 lid 1 oW: geldige ttel levering.
Overdrachtsttel (art. 3:84 lid 1)
Het woord ‘ttell heef de betekenis van rechtsgrond in de zin van een ‘rechtsverhouding die de
overdracht rechtvaardigtl.
Causaal overdrachtsstelsel (art. 3:83 lid 1)
Art. :84 lid 1 oW vereist voor overdracht niet alleen een ttel, deze moet bovendien geldig zijn. Een
levering gebaseerd op een ttel die geldigheid mist, brengt geen overdracht tot stand. Aldus kent het
oW een zogenaamd causaal overdrachtsstelsel. De levering moet haar causa voorzaaks hebben in een
geldige ttel, wil zij overdracht bewerkstelligen.
olijkt vachterafs aan een levering een geldige ttel te ontbreken, dan kan de vervreemder het goed als
rechthebbende onder verkrijger opeisen nu er geen overdracht tot stand is gekomen.
Gevallen van ongeldige ttels
Een geldige ttel kan van aanvang af ontbreken vhuur, bruikleen, bewaarneming of verpandings – of
: 9/ :40 oW -, maar ook kan een eerst geldige ttel later met terugwerkende kracht komen te
vervallen vbijv. vernietgbare ttels. De oorzaak kan velerlei zijn.
Doorwerking ongeldige ttel
Ongeldigheid van de ttel werkt door in de gevolgen van de levering: er komt geen overdracht tot
stand.
Het causale stelstel beschermt de vervreemder zodat hij rechthebbende blijf bij een ongeldige ttel.
,De bescherming die een causaal stelsel biedt aan de vervreemder, gaat ten koste van de derde aan
wie de verkrijger het goed heef doorgeleverd of ten behoeve van wie de verkrijger een beperkt
recht heef gevestgd. De derde krijgt immers geleverd door een niet-beschikkingsbevoegde.
De bescherming door het causale stelsel van de vervreemder gaat zowel bij verhaalsbeslag onder de
verkrijger als in diens faillissement ten koste van de verhaalzoekende schuldeisers. Als gevolg van het
causale stelsel is er ondanks de levering geen overdracht tot stand gekomen. De vervreemder is
rechthebbende gebleven, de verkrijger nimmer rechthebbende geworden. Aldus tref het
verhaalsbeslag een goed dat niet aan de beslagene toebehoort en kan de vervreemder ophefng
vorderen, onderscheidelijk valt het goed niet in faillissementsboedel en kan de vervreemder het
separeren.
Betaling is geen vereiste voor de geldigheid van de ttel
Voldoende bepaalbaarheid bii de ttel (art. 3:84 lid 2)
Art. :84 lid 2 oW vereist dat het goed bij de ttel met voldoende bepaaldheid is omschreven. In lid 1
heef ttel de betekenis van de rechtsverhouding die overdracht rechtvaardigt. Toegepast op lid 2 is
aan die rechtsverhouding de eis te stellen dat ze voldoende aanknopingspunten biedt om te kunnen
bepalen tot de overdracht van welk goed zij verplicht of althans tot rechtvaardiging dient. Art. :84
lid 2 oW sluit op art. 6:227 oW aan. O.g.v. deze bepaling moeten verbintenissen die partjen op zich
nemen bepaalbaar zijn.
Van voldoende bepaaldheid is sprake indien naar objecteve maatstaven vast te stellen valt op welk
goed de levering ziet.
Ongeldige ttels krachtens art. 3:84 lid 3 BW
Art. :84 lid oW: fduciaverbod. Slechts de ttel ‘zekerheidstellingl en de ‘niet tot werkelijke
overdrachtl.
Art. :84 lid oW wijst allereerst tot ongeldige ttel voor overdracht aan, de ttel die voorkomt uit
een rechtshandeling die ten doel heef een goed over te dragen tot zekerheid.
oals uit art. :84 lid oW volgt, tolereert de wet naast de wetelijke voorrangsrechten geen
gemodifceerde overdrachten die enkel tot doel hebben een goed aan een derde in zekerheid te
geven.
Tref art. :84 lid oW enkel overdracht in het kader van een overeenkomst waarbij
fnancieringsaspecten een rol spelen? Het antwoord is nee Keereweer q. q./Sogelease.
Keerweer q.q./Sogelease-arrest: Drukkerij ‘De Zaaiers’ kocht een drukpers, welke gefnancierd werd
door Sogelease. De drukkerij kreeg de drukpersen eerst in eigendom, om deze vervolgens aan
Sogelease over te dragen. Sogelease betaalde de leverancier, De Zaaiers had de drukpers onder zich
en moest maandelijks afossen aan Sogelease. Aldus is in 1991 een (fnanciële) lease-overeenkomst
tot stand gekomen middels de fguur van sale-and-leaseback.
De drukkerij is begin 1993 failliet verklaard, waarbij Keereweer als curator is aangesteld. In 1992
werd het nieuwe BW ingevoerd, waarmee er een verbod op fduciaire eigendomsoverdracht van
kracht werd. Volgens de overgangswet werd een fduciaire eigendom van rechtswege omgezet in een
stl pandrecht. De curator beroept zich hierop, zodat Sogelease op de faillissementsdatum geen
eigenaar zou zijn maar slechts een stl pandrecht op de drukpers zou hebben.
Sogelease verweert zich: volgens hen is bij een sale-and-lease back geen sprake van (verboden)
fduciaire eigendomsoverdracht maar van (toegestane) werkelijke overdracht en is zij eigenaar van de
drukpers nu De Zaaiers de drukpers nog niet afgelost heef.
, Sale & lease back valt niet onder het fducia-verbod, mits:
- De sale naar bedoeling van de partjen een ‘werkelijke’ overdracht inhoudt. Dit kan onder meer
afgeleid worden aan de betaalde koopprijs, deze dient min of meer even hoog te zijn als de vordering
waarvoor hij tot zekerheid dient (zie het arrest BTL Lease).
- Er geen sprake is van fragmentate van eigendom.
Hiermee wordt eens te meer de scheiding aangebracht tussen het goederenrecht en het
verbintenissenrecht: Wat verbintenisrechtelijk is vastgelegd krijgt niet zonder meer
goederenrechtelijke werking.
De tweede in art. :84 lid oW tot ongeldig verklaarde ttel van overdracht betref de ttel die
voortvloeit uit een rechtshandeling die de strekking mist het goed na de overdracht in het vermogen
van de verkrijger te doen vallen. vSogelease-arrests.
Art. :84 lid oW beoogt buiten twijfel te stellen dat uit eigendom van een zaak voortvloeiende
bevoegdheden niet in de vorm van een ‘geclausuleerdel overdracht op een andere wijze over de
betrokkenen kunnen worden verdeeld, dan door de wet of het stelsel van de wet wordt toegelaten.
Art. :84 lid oW efectueert enerzijds het gesloten systeem van voorrangsrechten vart. :227 lid 1
jo. art. :278 lid 1 oWs en anderzijds het gesloten systeem van beperkte rechten vart. :81 lid 1 oWs.
Art. :84 lid oW dwingt partjen te kiezen tussen:
- ‘Werkelijke overdrachtl, waaraan geen zekerheidsttel ten grondslag mag liggen en waardoor
de posite van rechthebbende op het goed in haar geheel overgaat;
- Vestging van een in de wet genoemd beperkt recht, met inachtneming van voor dat
beperkte recht geldende dwingendrechtelijke voorschrifen vin het bijzonder die m.b.t. de
vestgingshandeling, bijv. art. :2 6, :2 7 en :2 9 oW bij pands;
- Overdracht onder voorbehoud van een beperkt recht, eveneens met inachtneming van voor
dat beperkte recht geldende dwingendrechtelijke voorschrifen vart. :81 lid 1s;
- Overdracht van het goed ‘onder voorwaardel, met inachtneming van de daaraan te stellen
beperkingen;
- Een volledig obligatoire verhouding.
(Verbintenis tot) overdracht onder voorwaarde (art. 3:84 lid 4)
Partjen kunnen aan een verbintenis tot overdracht een voorwaarde verbinden. Levering ter
uitvoering van een dergelijke ‘voorwaardelijke verbintenisl resulteert in een recht dat aan dezelfde
voorwaarde is onderworpen de overdracht komt tot stand, maar de rechtsverkrijging is
‘voorwaardelijkl.
(Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder ontbindende voorwaarde
Een verbintenis onder ontbindende voorwaarde tot overdracht van een goed vormt een geldige
overdrachtsttel. Dit is slechts anders indien de voorwaarde al voor de levering is ingetreden, omdat
daarmee de verbintenis is komen te vervallen. Levering ter uitvoering van een bestaande verbintenis
tot overdracht onder ontbindende voorwaarde bewerkstelligt echter gewoon overdracht, met dien
verstande dat het verkregen recht aan dezelfde voorwaarde is onderworpen, art. :84 lid 4 oW. Dit
impliceert dat het alsnog in vervulling gaan van de voorwaarde goederenrechtelijke werking heef:
het goed valt van rechtswege van de verkrijger terug aan de vervreemder.
olang de voorwaarde niet is vervuld, kan de verkrijger als rechthebbende op het goed daarover
beschikken. Het feit dat zijn recht op het goed aan een ontbindende voorwaarde is onderworpen,
beperkt echter zijn beschikkingsmacht. Niemand kan immers meer recht overdragen dan hij zelf
heef vnemo-plus regels. Draagt de verkrijger het goed over aan een derde, dan krijgt die derde een
recht op het goed dat aan dezelfde ontbindende voorwaarde is onderworpen als waaronder de eerst
het eerder verkreeg. Aldus heef de vervulling van de voorwaarde ook goederenrechtelijke werking
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.