Ingedeeld per week worden ALLE belangrijke begrippen uitgelegd, onder andere aan de hand van stappenplannen. De belangrijkste artikelen worden benoemd en beschreven. Jurisprudentie wordt per week kort uitgelegd. Succes :)
Zie voor meer samenvattingen van de studie Rechtsgeleerdheid/Fiscaal recht...
Week 1 Is er een rechtshandeling/overeenkomst tot stand gekomen? Zo ja, met wie?
Totstandkoming rechtshandeling/overeenkomst:
Door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW). Dit zijn beide rechtshandelingen (art. 3:33 BW): komt
tot stand door een wil en een verklaring:
- Handeling kan een doen of nalaten zijn.
- Handeling moet gericht zijn op rechtsgevolg (verandering in rechtstoestand).
- Een op rechtsgevolg gerichte wil is geopenbaard door een verklaring.
Verklaring (art. 3:37 BW):
- Vormvrij, tenzij anders bepaald (lid 1).
- Heeft pas werking bij ontvangst van de verklaring (lid 3), tenzij bedenktijd op afstand (art.
6:230o lid 3 BW).
- Intrekking is mogelijk, mits intrekkingsverklaring eerder/gelijk bij ontvanger is dan de
ingetrokken verklaring (lid 5). Hierdoor heeft de eerste verklaring nooit bestaan.
Aanbod: voorstel om overeenkomst tot stand te brengen. Moet voldoende bepaald zijn. Aanbod kan
gericht zijn tot 1 persoon, bepaalde personen, of een openbaar aanbod. Kan vervallen door:
1. Verwerping (art. 6:221 lid 2 BW).
2. Tijdsverloop: verstrijken van een termijn of bij mondeling aanbod onmiddellijk, bij schriftelijk
redelijke termijn (lid 1).
3. Herroeping (art. 6:219 BW): rechtshandeling waarbij je beoogt dat het aanbod niet langer
geldt/vervalt. In beginsel mogelijk, tenzij specifieke termijn van het aanbod geldt (lid 1), het
aanbod al is aanvaard of aanvaardingsverklaring is verzonden (lid 2), of als overeenkomst
sluiten een optie is (lid 3). Uitzondering op lid 2 is als het gaat om een vrijblijvend aanbod,
dus dan kan nog herroepen worden ook na aanvaarding, mits onverwijld.
Aanvaarding: ‘ja zeggen’ tegen aanbod.
Wilsvertrouwensleer (art. 3:35 BW): een verklaring stemt overeen met de wil, tenzij hier niet
gerechtvaardigd op kon worden vertrouwd (art. 3:11 BW). In beginsel ben je alleen gebonden als je
iets wilt, tenzij iemand anders op jou geuite wil gerechtvaardigd mocht vertrouwen. Onderzoeksplicht
voor gerechtvaardigd vertrouwen op dat verklaring = wil.
Vertegenwoordiging (meer dan twee partijen): verrichten rechtshandeling in naam en ten behoeve
van een ander. Bv caissière, handelt vanuit een bedrijf met klanten. Tussenpersoon handelt ogv
volmachtverlening vanuit de achterman met een derde. Overeenkomst komt tot stand tussen
achterman en derde/wederpartij, de tussenpersoon valt er tussen uit. Tussenpersoon moet de
bedoeling hebben om achterman/principaal te binden (art. 3:60 lid 1 BW):
1. Handelen in hoedanigheid van vertegenwoordiger —> wil om niet zelf gebonden te zijn bij de
overeenkomst.
2. Zich gedragen als vertegenwoordiger —> presentatie als tussenpersoon.
3. Kenbaarheid van vertegenwoordiging voor derde —> duidelijk voor derde dat
vertegenwoordiger niet zelf gebonden wilt worden.
Indien de tussenpersoon handelt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid en in naam van de
volmachtgever/achterman, is sprake van bevoegde vertegenwoordiging (art. 3:66 lid 1 BW). Indien
sprake is van onbevoegde vertegenwoordiging is de volmachtgever niet gebonden aan de afspraken
die de tussenpersoon heeft gemaakt met de derde, tenzij:
- Derdenbescherming (art. 3:61 lid 2 BW): derde kan de achterman houden aan de afspraken
van de tussenpersoon, tegen de wil van de achterman. Het toedoen van de achterman kan
voor rekening en risico van hem komen.
1. In naam van achterman.
2. Derde moet hebben vertrouwd op de volmacht.
3. Dit vertrouwen moet gerechtvaardigd zijn —> ook feiten van na de contractsluiting kunnen
hieraan bijdragen.
1
, 4. Toerekening gedraging aan achterman.
- Bekrachtiging (art. 3:69 BW): als de volmachtgever aangeeft gebonden te willen worden aan
de afspraken die de tussenpersoon ten onrechte heeft gemaakt, is toch een overeenkomst
tussen de achterman en de derde tot stand gekomen.
Indien hier ook geen sprake van is is uiteindelijk geen geldige overeenkomst tot stand gekomen
tussen de achterman en de derde —> positief contractsbelang: tussenpersoon moet de derde in de
positie brengen waarin hij zou hebben verkeerd als de overeenkomst tussen de achterman en de
derde wel goed was uitgevoerd. De tussenpersoon dient dus in te staan voor het bestaan en de
omvang van zijn volmacht. Deze garantie moet worden nagekomen, anders wordt de verbintenis die
eruit voortvloeit geschonden. Dit leidt tot het moeten betalen van schadevergoeding, tenzij geen
gerechtvaardigd vertrouwen bestond tussen de tussenpersoon en eerder dat de tussenpersoon
bevoegd was om verplichtingen aan te gaan ten behoeve van de achterman (art. 3:70 jo 6:74 BW).
Middellijke vertegenwoordiging: tussenpersoon handelt in eigen naam en wordt zelf contractspartij
bij de gesloten overeenkomst met de derde.
Niet-nakoming door derde:
- Art. 7:419 BW: tussenpersoon kan schade van zichzelf en de schade van lastgever bij de
derde vorderen.
- Art. 7:420 lid 2 BW: lastgever kan rechten van de tussenpersoon uit de overeenkomst
tussenpersoon-derde overnemen.
Niet-nakoming door/faillissement tussenpersoon:
- Art. 7:420 lid 1 BW: achterman kan rechten tussenpersoon tov derde overnemen.
- Art. 7:421 lid 1 BW: derde kan rechten tussenpersoon tov achterman overnemen.
Lastgeving (art. 7:414 BW):
1. Overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW) —> verrichten van een dienst die niet onder
omschrijving andere bijzondere overeenkomst valt.
2. Waarbij de lasthebber zich verbindt
3. Een of meer rechtshandelingen te verrichten
4. Voor rekening van de lastgever/achterman —> in naam van lastgever = directe
vertegenwoordiging, in eigen naam = middellijke vertegenwoordiging.
Wanprestatie pleeg je als je niet kunt nakomen.
Eigenaar word je:
- Van een zaak —> bij afgifte van de zaak.
- Van een huis —> na inschrijving van de transportakte in het kadaster.
Beginselen contractenrecht:
Contractsvrijheid: partijen mogen zelf beslissen of, hoe en met betrekking tot wat ze een
contract sluiten. Contracten zijn in beginsel vormvrij.
Pacta sunt servanda: afspraak is afspraak.
Tenzij dit naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
HR Blaauboer/Berlips: relativiteitsbeginsel —> verbintenissen gelden alleen tussen schuldenaar en
schuldeiser. Voor schuldovername is medewerking of toestemming van de schuldeiser vereist.
Rechtsopvolger onder algemene titel is gebonden aan de verbintenissen van zijn voorganger (bv
erfgenaam), onder bijzondere titel niet (bv overdracht).
HR Bunde/Erckens: of een overeenkomst gesloten is en wat daar de inhoud van is hangt af van waar
partijen over en weer op mochten vertrouwen. Art. 3:35 BW.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soofssamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.