100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC 1-6 2012/2013 goederenrecht $3.73   Add to cart

Class notes

HC 1-6 2012/2013 goederenrecht

 156 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 24 pagina's voor het vak Contractenrecht en goederenrecht aan de VU

Preview 6 out of 24  pages

  • June 23, 2013
  • 24
  • 2011/2012
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges goederenrecht 2012/2013 uitgebreid

Hoorcollege 1 goederenrecht 2013

Belangrijkste vragen bij dit vak
Wie heeft een bepaald recht op een goed?
Als er meerdere mensen zijn met een recht op een goed, wie heeft dan het sterkste recht?

Bijzondere wijzen van verkrijging (3:80 lid 3).
Dit kan door overdracht, verjaring, onteigening maar ook op de overige in de wet aangegeven
wijze geldend voor elk goed afzonderlijk.

Bij roerende zaken zijn dat
Toe-eigening, vinderschap en schatvinding
Natrekking, vermenging en zaaksvorming
Vruchttrekking

Bij onroerende zaken zijn dat
Natrekking, aanwas (5:29)

Voor vorderingsrechten ligt dat iets anders
Dit zijn verbintenissen en dit is geregeld in boek 6. De meest voor de handliggende vorm is
het sluiten van een contract of een vordering uit onrechtmatige daad. Voor dit vak si het niet
heel belangrijk, maar belangrijk is wel om te weten dat je vorderingsrechten kunt overdragen.

Vandaag concentreren we ons op roerende zaken.

Toe-eigening (5:4)
Zal in de praktijk niet veel voorkomen.
Toe-eigening kan alleen als een zaak geen eigenaar heeft. Bij onroerende zaken is er sowieso
geen sprake van toe-eigening, want een onroerende zaak heeft altijd een eigenaar (5:24).
Een roerende zaak kan geen eigenaar hebben indien de eigenaar afstand doet van het goed
(5:18). Dit noemen we een res nullius. Dit kan je doen door het bezit kennelijk prijs te geven,
door bijvoorbeeld het goed bij het vuilnis te zetten. Hetzelfde geldt voor een dier dat ontsnapt
en verwilderd.
Je wordt eigenaar door ergens de macht over te verschaffen (3:113 lid 1), dus door
inbezitneming.

Vinderschap (5:5 e.v.)
Dit is ook een manier om eigenaar te worden. Door een portemonnee te verliezen, verlies je
daardoor niet het eigendom, je blijft zelfs bezitter. Het bezit duurt voort (3:117). Er moet eerst
iets gebeuren waardoor je het bezit echt kwijtraakt. Om eigenaar te worden van die
portemonnee moet je naar de gemeente toe en het goed onder je nemen.

,Bovendien moet je aangifte doen, als de rechtmatige eigenaar de portemonnee na één jaar nog
niet heeft opgehaald, dan word jij eigenaar (5:6 lid 1).
Soms moet je kosten maken om iets te vinden, dan moet de rechtmatige eigenaar vindersloon
aan jou betalen (5:10 lid 2). Stel je vindt een dier, dan geldt een afwijkende termijn, omdat je
dieren niet zo gemakkelijk een lange tijd ergens kan laten zijn, zonder dat ze een eigenaar
hebben (5:8 lid 3). Het gaat bij vinderschap dus niet om zaken zonder eigenaar, maar om
onbeheerde zaken.

Schatvinding (5:13)
Hier moet je denken aan zaken die zijn verstopt en ze moeten van een zekere waarde zijn. De
goederen moeten zolang verborgen zijn geweest dat de eigenaar niet meer te achterhalen is. Je
moet het eigendom echter wel delen met de eigenaar van de grond. Dit komt in de praktijk
niet veel voor.

Vruchttrekking
Te denken valt aan een appelboom. Zolang de appel aan de boom zit is er geen probleem,
want dan is het gewoon een bestanddeel (3:9 lid 1 jo 3:4), maar als deze op de grond valt dan
is de vraag wie er eigenaar wordt, want het is dan een zelfstandige zaak (3:9 lid 4). Dat is de
eigenaar van de boom. Eigenaar van de boom wordt ook eigenaar van de afgescheiden
(natuurlijke) vrucht (5:1 lid 3).
Er zijn ook nog burgerlijke vruchten, het gaat hierbij niet voer zaken, maar over rechten.

Recht van vruchtgebruik
Dit is een beperkt recht. Je mag gebruik maken van de vruchten, maar je bent dan ook
eigenaar van de vruchten (bijvoorbeeld bij een boomgaard). (5:17 jo 3:216).

Natrekking, vermenging en zaaksvorming
Bij al deze vormen gaat het over zaken die op de een of andere manier aan elkaar vastraken.

Hoofdzaken en bestanddelen
De vragen hierbij zijn:
Is door het samengaan van de goederen sprake van een bestanddeel?
Is een van de zaken aan te wijzen als de hoofdzaak?

Hoofdzaak: 5:14 lid 3. De waarde van het ene onderdeel is aanzienlijk groter dan die van het
andere onderdeel, het meest waardevolle is hoofdzaak. Het tweede criterium dat voortvloeit
uit lid 3 is dat iets naar verkeersopvatting hoofdzaak is. Als je een accu en een auto hebt, dan
zal de auto de hoofdzaak zijn, ook als is de accu meer waard.

Bestanddeel: 3:4 lid 2: afscheiding is niet mogelijk zonder dat er een beschadiging optreedt.
Volgens lid 1 kan iets ook naar verkeersopvatting een bestanddeel zijn, zelfde voorbeeld als
met de auto en de accu.
Nadere criteria staan in het arrest Depex/Bergel.

, - Zijn ze in constructief opzicht op elkaar afgestemd. Dit vormt een aanwijzing dat er
sprake is van een bestanddeel.
- Gebouw is als onvoltooid aan te merken als één van de twee bestanddelen (apparatuur)
er niet meer is.
- De functie die de apparatuur vervult is niet van belang voor de beoordeling of iets een
bestanddeel is.

Natrekking
Eigenaar van een roerende of onroerende zaak is ook eigenaar van de bestanddelen (5:3).
Natrekking geschiedt op grond van de wet, partijen kunnen hier niet iets anders over
afspreken. Je kunt bovendien geen eigendom bezitten van de afzonderlijke bestanddelen.

Vereisten natrekking bij roerende zaken (5:14 lid 1 en 3)
- Twee of meer roerende zaken
- Toebehorend aan verschillende eigenaren.
- Zaak wordt bestanddeel van een andere zaak.
- Als er sprake is van een hoofdzaak, dan wordt deze eigenaar van de hoofdzaak met
haar bestanddelen. Het eigendom van de oorspronkelijke eigenaar gaat dan verloren.

Voorbeeld: als je van twee fietsen één tandem maakt (vormen van een nieuwe zaak), dan kun
je niet één fiets als hoofdzaak aanduiden, in dit geval ontstaat mede-eigendom. Wel kun je
zeggen dat degene van de meest waardevolle fiets, iets meer eigendom krijgt, dus
bijvoorbeeld de verhouding 60/40. Voorbeeld van de tandem is misschien niet helemaal
passend bij natrekking, want dit zou juist kunnen duiden op zaaksvorming.

Vermenging (5:15)
Je moet denken aan vermenging van graan, vloeistoffen of gassen. Ze gaan als het ware één
zaak vormen. Je kunt ze wel weer losmaken (in geval van graan) maar zolang het graan zich
bij elkaar bevindt, is dit niet mogelijk.
Bij vermenging zegt het artikel dat 5:14 van overeenkomstige toepassing is.
Indien een hoofdzaak aan te wijzen is: natrekking
Indien geen hoofdzaak aan te wijzen is: mede-eigendom.

Zaaksvorming (5:16 lid 1)
Bij zaaksvorming is er sprake van menselijk ingrijpen, vermenging kan bijvoorbeeld ook
spontaan plaatsvinden.
Bij zaaksvorming wordt een nieuwe zaak gevormd en is er geen sprake van een hoofdzaak.
De nieuwe zaak kan ontstaan uit één zaak of uit meerdere zaken.
Bekend oudheidkundig voorbeeld: uit een blok marmer een beeld maken. Er ontstaat een
nieuwe zaak en de oude bestaat niet meer. Dus een eigendomsvoorbehoud of (stil) pandrecht
vervalt in geval van zaaksvorming.
Of er sprake is van een nieuwe zaak hangt af van de verkeersopvattingen.
Kuikenbroederij: een kuiken is iets anders dan een ei waar hij uitkruipt. Er ontstaat een zaak
met een nieuwe identiteit. De eigenaar van het ei is dus geen eigenaar van het kuiken.

,Het eigendomsvoorbehoud op de eieren komt derhalve te vervallen. In dit arrest kwam er ook
menselijk handelen aan te pas, want de eieren werden in een fabriek o.i.d. uitgebroed.
Bovendien kunnen kuikens die kunstmatig worden uitgebroed in een fabriek naar
verkeersopvatting niet als natuurlijke vruchten worden aangemerkt. De regels van
vruchttrekking (5:1 lid 3) zijn derhalve niet van toepassing.
Love Love: het gaat hierbij om een schip. Vaak bouwt iemand het casco en bouwt een ander
het schip af. Uit het wettelijk stelsel met betrekking tot schepen volgt dat het casco van een
schip, als schip in aanbouw, reeds moet worden aangemerkt als een schip en dat de identiteit
van het schip niet veranderd doordat het wordt afgebouwd en wordt voorzien van
navigatieapparatuur.

Wie wordt eigenaar in geval van zaaksvorming?
Indien iemand uit één of meer zaken een nieuwe zaak vormt, wordt de eigenaar van de
oorspronkelijke zaken, ook eigenaar van de nieuwe zaak (in geval van één eigenaar). MAAR
als er sprake is van verschillende eigenaren, dan moeten we kijken naar de regels uit 5:14 lid
1 en 2, dan zijn de regels over natrekking van toepassing.

Uitzondering: 5:16 lid 2
Niet de eigenaar van de grondstoffen, maar degene die voor zichzelf vormt of doet vormen,
wordt eigenaar. Dit kan niet als de kosten die hiervoor zijn gemaakt te gering zijn.
Breda/Antonius: het metaal was eigendom van de oorspronkelijke eigenaar, Breda was de
opdrachtgever en schakelde Antonius in om de klus te klaren. In dit geval was het niet de
bedoeling dat de leverancier eigenaar zou worden. De vraag was dus of Breda of Antonius
eigenaar was geworden.

Wanneer doet iemand een zaak voor zichzelf vormen?
- Dat kan blijken uit de rechtsverhoudingen tussen partijen
- Verkeersopvattingen

Bij industriële fabricage is ondermeer van belang:
- Of de vervaardiging conform gedetailleerde beschrijving plaatsvond.
- Het eindproduct voor Antonius onbruikbaar was (dus de metalen onderdelen waren
niet meer bruikbaar voor hem, want die onderdelen waren al vervaardigd). Het
eindproduct was alleen voor Breda bruikbaar.
- Antonius kreeg een vaste prijs per onderdeel en liep geen risico ter zake bruikbaarheid
of winst.
- Het is niet van belang of Antonius door haar arbeid een hoge waarde toevoegde.

Oneigenlijke vermenging
Bijzonder is dat er geen nieuwe zaak is ontstaan, het is meer zo dat zaken door elkaar raken.
Voorbeeld: je zet een fles wijn tussen andere flessen wijn, op een gegeven moment weet je
niet meer welke zaak van jou is. Je kunt ook denken aan het leggen van dakpannen. Ze zijn
niet meer individualiseerbaar/aanwijsbaar.

,Het is dus niet zoals bij vermenging dat er nieuwe zaken ontstaan door het mengen van
vloeistoffen. De voorwerpen bestaan allemaal afzonderlijk nog wel, maar ze zijn niet meer
aan te wijzen.
Teixeira de Mattos: hierbij waren certificaten in bewaring gegeven. Het was niet meer met
zekerheid aan te wijzen welke certificaten van wie waren.
De eisers konden niet meer bewijzen dat het precies die certificaten waren die in bewaring
waren gegeven, dus was de bank eigenaar.
Houder wordt vermoed bezitter te zijn (3:109) en bezitter wordt vermoed eigenaar te zijn
(3:119). Tegenbewijs is toegestaan, maar is praktisch niet mogelijk, want het is niet meer aan
te wijzen dat iets jouw eigendom is.

Eigendomsvoorbehoud
Voor overdracht is een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid vereist. In artikel
3:84 staat dus niet dat er ook betaald moet zijn. De betaling staat los van de
eigendomsoverdracht.

Het eigendomsvoorbehoud is bedoeld als waarborg voor leveranciers, indien iemand niet
betaald, dan wordt diegene ook geen eigenaar, want de leverancier heeft zich het eigendom
‘voorbehouden.’
De overdracht is dus voorwaardelijk, er is een beding in de koopovereenkomst opgenomen
dat het eigendom pas overgaat na betaling.
Artikel 3:92 lid 1: de verkoper blijft eigenaar totdat er is betaald, verplichting tot overdracht
geschiedt onder opschortende voorwaarde (belangrijk voor het tentamen). Levering geschiedt
door machtsverschaffing (3:91), dus geen bezitsverschaffing (3:114). De overdracht komt wel
tot stand, het verworven recht is slechts voorwaardelijk (3:84 lid 4). Het maakt dus niet uit of
de leverancier inmiddels failliet is, want op het moment van de overdracht was hij gewoon
beschikkingsbevoegd (wordt vaak gevraagd bij een mondeling tentamen). Het enige dat nog
moet gebeuren bij een eigendomsvoorbehoud is betalen, maar aan alle eisen van de
overdracht is gewoon voldaan. Alleen op moment van de levering is
beschikkingsbevoegdheid van belang, op moment van betaling maakt het niets meer uit.

Wanneer is een eigendomsvoorbehoud toegestaan (3:92 lid 2)?
- Mag als tegenprestatie van te leveren of geleverde zaken
- Als tegenprestatie voor naast de leverantie geleverde werkzaamheden
- Schadevergoeding

Als er ook voor andere vorderingen een eigendomsvoorbehoud is bedongen, dan is deze
nietig. Wat je dan wel kunt doen is een stil pandrecht bij voorbaat vestigen.

Vervreemdingsbevoegdheidclausule
Hierbij moet je denken aan iemand met een eigen zaak die goederen geleverd heeft gekregen
onder eigendomsvoorbehoud en deze wil vervreemden. Dit ziet dus niet op de overdracht
tussen de verkoper in de winkel en de leverancier, maar op de situatie waarbij ook een derden
betrokken is.

, De verkoper mag deze goederen dan gewoon vervreemden en is ook beschikkingsbevoegd
indien het gaat om de normale bedrijfsuitvoering, immers de leverancier is er op deze manier
zeker van dat hij zijn geld krijgt.
Zo’n clausule hoeft niet expliciet te zijn vermeld, het mag ook om een impliciete clausule
gaan.
Als er geen clausule is gemaakt en de verkoper toch de goederen overdraagt aan een derde,
dan is niet voldaan aan de eisen van 3:84, dan wordt deze derden beschermd (3:86).

Einde van het eigendomsvoorbehoud
- Betaling van het verschuldigde, de voorwaarde wordt vervuld, dus het betalen van het
bedrag.
- Bevoegde vervreemding
- Onbevoegde vervreemding + derdenbescherming. Er is dan wel onbevoegd vervreemd
maar de derden wordt hiertegen beschermd en dus komt het eigendomsvoorbehoud te
vervallen.
- Fysiek tenietgaan, zoals bij brand.
- Tenietgaan juridische zelfstandigheid zoals bij natrekking, vermenging en
zaaksvorming.
 Depex/Bergel (natrekking)
 Kuikenbroederij (zaaksvorming)
 Love Love (geen zaaksvorming)
 Brede/Antonius (zaaksvorming)

Eigendomsvoorbehoud is een redelijk zwak recht.

Natrekking bij onroerende zaken (5:20)
Duurzaam met de grond verenigde gebouwen en werken (lid 1 sub e). Dit noemen we het
eenheidsbeginsel.

Portacabin
- Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven. Het feit dat je iets
kunt weghalen, betekent nog niet dat het niet bedoeld is om duurzaam ter plaatste te
blijven.
- Duurzame bestemming moet naar buiten toe blijken (publiciteitsbeginsel).
- Verkeersopvatting is geen zelfstandige maatstaf om te bepalen of iets onroerend is
(3:3), maar het is wel indirect van belang voor de vraag of een object duurzaam met de
grond verenigd is (3:4).

Drie uitzonderingen op natrekking als bedoeld in artikel 5:20 lid 1 sub e
- Bestanddeel van een gebouw bevindt zich in of op de grond van een ander
(horizontale natrekking). Voorbeeld: schuur staat een stukje op de grond van de
buurman, dan wordt de buurman geen eigenaar, want het overstaande stukje schuur is
bestanddeel van de gehele schuur.
- Opstalrecht (5:101)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Angela. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.73
  • (0)
  Add to cart