Dit was mijn samenvatting voor de toets voor M1.3.2 Recht. Ik heb de samenvatting per thema gemaakt. Hoofdstuk per thema is ook aangegeven. Zoals geadviseerd door de docent, heb ik ook zijn ingesproken powerpoints in de samenvatting gecombineerd. Ik heb de toets één keer gemaakt en heb een 9 gekr...
1, 2, 7, 8, 9, 10 en 15
January 3, 2024
January 3, 2024
43
2021/2022
Summary
Subjects
rechten
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Deeltijd Social Work
Recht
All documents for this subject (12)
1
review
By: anbaas • 10 months ago
Seller
Follow
Studieklaar
Reviews received
Content preview
Recht thema 1
1.1 Waarom is er recht?
De overheid en alle mensen in Nederland hebben plichten en rechten. Deze komen uit de
waarden en normen die geaccepteerd zijn door de maatschappij. Dit wordt beschreven in
rechtsregels. Het recht geeft een rangschikking aan in de maatschappij. Het recht geeft de
richting aan van het gedrag van burgers. Recht is gericht op rechtvaardigheid. Deze
begrippen zijn niet hetzelfde.
Wat is recht?
- Alle rechtsregels die gelden binnen een democratische rechtsstaat.
- Regels zijn bedoeld om de samenleving te ordenen en om conflicten te voorkomen of
op te lossen.
- Recht is gericht op rechtvaardigheid. Deze begrippen zijn niet hetzelfde.
- Recht is uiteindelijk wat een rechter beslist; recht moet toegepast worden door een
rechter.
- Recht is gevolg van geldende waarden en normen in de samenleving bv.
Homohuwelijk
- Recht biedt bescherming aan kwetsbaren in de samenleving
Hulpverlener en het recht
1. De juridische positie van de client (belangen)
2. De juridische relatie tussen hulpverlener en client (rechten, plichten, privacy,
klachten)
3. De hulpverlener als werknemer (arbeidscontract)
1.2 Vindplaats van het recht
Rechtsbronnen: Waarop kan een rechter zijn beslissing gronden? Ofwel: waar vinden wij het
recht?
Geschreven:
• Verdrag
• Wet- en regelgeving
Ongeschreven:
• Jurisprudentie
• Gewoonte
1.2.1 Verdrag
Verdragen zijn overeenkomsten tussen minimaal twee staten. De staten moeten het verdrag
hebben geratificeerd i.e. eerste en tweede kamers zijn akkoord gegaan. Een verdrag heeft
directe werking: elk mens kan zich hierop beroepen ook al zijn ze niet opgenomen in wetten
of lagere regelgeving in Nederland.
, De rechter moet ook rekening houden met internationale verdragen. Dit zijn afspraken
tussen verschillende landen. Ieder land moet zijn eigen wetten aanpassen aan de
internationale verdragen die het heeft ondertekend. Zo heeft Nederland te maken met de
regelgeving van de Europese Unie.
Het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens is een bekend
voorbeeld van een internationaal verdrag. Er bestaat ook een Internationaal Verdrag inzake
de Rechten van het Kind. In dat verdrag staat bijvoorbeeld dat kinderen geen soldaat mogen
worden, en dat ze recht hebben op onderwijs en verzorging. Soms staat in de nationale
wetten van een land iets anders dan in de internationale afspraken. In de grondwet staat dat
de internationale verdragen dan voorgaan.
1.2.2 Wetten en regels
• Een wet in formele zin komt tot stand als de regering en de Staten-Generaal (Eerste
en Tweede Kamer) met een wetsvoorstel instemmen.
• Alleen wetten die afkomstig zijn van de hoogste wetgever worden met ‘wet’
aangeduid bv. Burgelijke Wetboek.
• Wetten bestaan uit artikelen. Deze artikelen zijn allemaal genummerd en hebben
onderverdeling die leden heten. Van al die wetten is de hoogste wet in Nederland is
de Grondwet (Gw).
Hogere en lagere wetten
• In lagere wetgeving komt het woord ‘wet’ niet voor. Dan gaat het om een besluit of
een verordening.
• Een lagere wet mag nooit in strijd zijn met een hogere wet.
• Een besluit/verordening is door de regering gemaakt en hoeft de tweede kamer niet
in te stemmen. Deze wordt een Koninklijk Besluit (KB) genoemd.
• Een KB dat regels bevat, wordt een algemene maatregel van bestuur (AMvB)
genoemd.
• Ministeriële regeling is afkomstig van een minister.
• Een Verordening is een regeling van de gemeenteraad of de Provinciale Staten.
Rangorde
1. Verdragen
2. Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen (afkomstig van EU)
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. AMvB (Koninklijk Besluit)
6. Ministeriële regelingen
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studieklaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.