Volledige samenvatting over alle stof van het tentamen zwemmen. Aan bod komen de natuurkundige principes, plankspringen en snorkelduiken.
CALO 1e jaar, periode 2
De techniek van zwemmen
Wat is techniek?
Beschrijven en verklaren
- Beschrijven en verklaren van een beweging, in termen van verandering van
lichaamsdelen ten opzicht van elkaar in tijd en ruimte
- Men analyseert en beschrijft wat men ziet en proberen te verklaren waarom het er
zo uitziet, in de zin van effectiviteit en doelmatigheid
Ontwikkelen van technische denken
Individuele verschillen (persoonlijke stijl) toch zijn overeenkomsten overduidelijk
Je moet goed weten wat je verstaat onder goed zwemmen, maar ook realiseert dat er
meerdere wijzen van goed zwemmen zijn
Reflecteren op eigen beweging: technische reflectie is nodig voor een goede
bewegingsvoorstelling -> het ‘beeld’ dat je hebt van hoe je het zelf doet is vaak onjuist en
onvolledig
Effectief zwemmen
Naast mentale en conditionele factoren spelen technische eisen ook een rol
- Wil de zwemmer snel een grote afstand overbruggen, dan zal zijn zwemmen
gekenmerkt moeten zijn door effectieve stuwfasen, contrabeweging (die weinig
weerstand oproepen), voldoende ontspanningsfasen, zo ideaal mogelijke ligging en
regelmatig een goed getimede ademhaling
Niet overschatten en onderschatten
Onderwijs bestaat niet alleen maar uit vergelijken van het bewegingsbeeld
- De lesgever kan beter kiezen in:
1. Wat moet eerst verbeterd worden en wat daarna?
Hij zal zich eerder afvragen:
2. Is het wel fout of veel meer het gevolg van een andere fout?
Maar dan blijft voor hem altijd dan nog dit probleem over:
3. Hoe breng ik mijn leerhulp in de vorm van beleefbare aanwijzingen of hoe moet
ik mijn opdracht wijzigen of het arrangement veranderen om leerresultaat te
boeken
Algemene wetmatigheden
, Drijfvermogen
Door een gunstig drijfvermogen kunnen wij zwemmen
Bij inademen blijf je drijven, bij uitademen zak je naar de bodem
- Individuele verschillen in drijfvermogen komt door het verschil in samenstelling van
het lichaam -> verhouding met spierweefsel, vetweefsel (isolerende en stroomlijn
bevorderde functie) en botweefsel
- Grotere hoeveelheid vetweefsel vergroot het drijfvermogen -> vet lichter dan water,
bot en spierweefsel is zwaarder dan water
Dichtheid (soortelijk gewicht) van een stof is de massa (kg) per kubieke meter (1000 L) ->
dichtheid water = 1 kg/m3
Dichtheid voorwerp groter dan dichtheid van water -> zinkt
Dichtheid kleiner dan water -> drijft
Dichtheid gelijk aan water dan blijft het op dezelfde plek liggen
- Dichtheid -> P = m : V
P = dichtheid in kg/m3
M = massa in kg
V = volume in m3
- Dichtheid van zout zeewater is groter dan zuiver water -> makkelijker drijven
Opwaartse kracht/kwalletje van Wiessner
Als iets in beweging is (verandert van plaats ten opzichte van een vast punt) is er een
krachtovershot in de beweegrichting
Als je op de plaats drijft, zijn de krachten in evenwicht
1. Ingeademd en zoveel mogelijk lichaamsvolume onder water -> drijft optimaal. Als
het water in rust is, is een deel van je rug boven water -> de opwaartse kracht is
even groot als de zwaartekracht geworden
2. Bij uitademing wordt het volume kleiner en wordt de opwaartse kracht kleiner
(zwaartekracht is groter dan de opwaartse kracht) -> je zinkt
3. Voordeel van een groot drijfvermogen is dat je weinig beweging hoeft te maken
om aan het oppervlak te blijven drijven.
Zwaartekracht/opwaartse kracht
Welke kracht werken op ons lichaam bij situatie 1
- Zwaartekracht (trekt naar de bodem) en opwaartse kracht (voorkomt naar bodem
zakken)
Hoe dieper onder water hoe groter de druk. Op een bepaalde diepte is de druk op de
onderkant van het lichaam groter dan aan de bovenkant -> overschot aan druk in
opwaartse kracht -> opwaartse kracht
- Opwaartse kracht = druk / kracht in opwaartse richting
Wet van Archimedes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noalesscher. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.