o HOOFDSTUK 1: Kaartvoorstellingen
o HOOFDSTUK 2: Groei van het schaalbegrip
o HOOFDSTUK 3: Groei van de oriëntatie
o HOOFDSTUK 4: Groei van het kaartbeeld of de mentale kaart
o HOOFDSTUK 5: Verwijzing naar de eindtermen WO
DEEL 3: VERKEERSEDUCATIE 55
DEEL 4: RELIEF EN GESTEENTEN 63
o HOOFDSTUK 1: Wat is het reliëf?
o HOOFDSTUK 2: Soorten reliëf
o HOOFDSTUK 3: Reliëf en hoogte op kleinschalige voorstellingen
o HOOFDSTUK 4: Reliëf in de lagere school
o HOOFDSTUK 5: Overzicht terminologie i.v.m. reliëf
o HOOFDSTUK 6: Platentektoniek
o HOOFDSTUK 7: Gesteenten
o HOOFDSTUK 8: Verwijzing naar de eindtermen WO
DEEL 5: LANDSCHAPPEN IN BELGIË 103
o HOOFDSTUK 1: Horizontale en verticale relaties
o HOOFDSTUK 2 : Industrie
o HOOFDSTUK 3 : Landbouw
o HOOFDSTUK 4 : De tertiaire sector
o HOOFDSTUK 5: Toerisme
DEEL 6: KOSMOGRAFIE 163
o HOOFDSTUK 1: De ruimte bestaat uit verschillende hemellichamen
o HOOFDSTUK 2: Ons zonnestelsel
o HOOFDSTUK 3: De aarde
o HOOFDSTUK 4: De maan
o HOOFDSTUK 5: Verwijzing naar de eindtermen WO
DEEL 7 WEER EN KLIMAAT(VERANDERING) 197
o HOOFDSTUK 1: De weerselementen
o HOOFDSTUK 2: De weerkaarten
o HOOFDSTUK 3: Klimaat in België, Europa en de rest van de wereld
o HOOFDSTUK 4: Klimaatverandering
o HOOFDSTUK 5: Verwijzing naar de eindtermen WO
DEEL 8: Kaartenkennis 261
1
,DEEL 1: SPECIFIEKE VAKDIDACTIEK AARDRIJKSKUNDE 9
1. Doelstellingen
De naam aardrijkskunde wordt niet gebruikt in de lagere school. → De aardrijkskundige thema’s vind je
terug in het domein ruimte en domein (niet levende) natuur.
WO-ruimte en met uitbreiding aardrijkskunde geeft in de lagere school een introductie in het
wetenschappelijke denken en combineert je een brede natuurwetenschappelijke en een brede
sociaalwetenschappelijke achtergrond.
WO-ruimte leert kinderen in de lagere school
- gericht kijken, kennis verwerven en leermiddelen gebruiken
- waardering opbrengen voor de natuur, de mens, voor de noden van de mens en het werk dat de
mens verricht heeft
cluster Mens & Maatschappij (domein ruimte):
- kaart en oriëntatie
- reliëf en landschappen
- verkeer
cluster van Wetenschap & Techniek (niet-levende natuur):
- weer en klimaat
- kosmografie
- gesteenten
➔ al deze elementen in één leerplan
2. Aardrijkskundeonderwijs
Multiperspectiviteit = kinderen kijken naar de wereld vanuit verschillende invalshoeken (ook in deze
cursus zijn er veel verbanden met bredere domeinen dan de leerplannen)
Invloeden van de natuur en de mens op een gebied in de tijd
- gebied kan ook niet los gezien worden van naburige gebieden
- alle factoren die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan van een gebied kunnen worden herleid
naar de verschillende domeinen binnen wereldoriëntatie
2
, - Om complexiteit beter te begrijpen → vakspecifieke benaderingen beter begrijpen → historische of
technische invalshoeken op een andere manier benaderd worden dan de fysisch of sociaal
geografische
Geografische zienswijze
actueel wereldbeeld (mental image) = de beeldvorming die je hebt over de mensen om je heen en over de
aarde,
- Gebeurtenissen in de wereld → bepalen het wereldbeeld van een kind.
- Kinderen gaan op reis of volgen de actualiteit → aanraking met andere gebieden in de wereld Waar
is er oorlog? In welk land? Waarom daar? → het is onmogelijk om de hele wereld te kennen en te
begrijpen want geen twee plaatsen zijn identiek
Het kijken naar de wereld gebeurt in een bepaalde
vorlgorde, de geografische zienswijze. Het is
belangrijk om zowel de menselijke als de
natuurlijke factoren te betrekken! Met behulp van
de geografische zienswijze kunnen leraars hun
leerlingen hun omgeving en andere gebieden leren
bestuderen.
Met behulp van de juiste vragen kan je als leraar
samen met de leerlingen de omgeving en andere
gebieden leren bestuderen = geografisch
wereldbeeld. Eerst stelt de leerkracht deze vragen,
daarna leren de kinderen de vragen zelf te
formuleren.
Vaak stoppen leraars na het inventariseren (=
WAT? WAAR?), terwijl het interpreteren net voor
diepgang (WAAROM?) zal zorgen! Dit zorgt voor
het correct ontdekkend leren.
De geografische kubus
3
, Bij multiperspectiviteit (zie puntje 2) is het belangrijk
meerdere bronnen te raadplegen. (bv atlas en kaarten voor
hoofdstuk ruimte). Wanneer je verschillende thematische
kaarten samenlegt, wordt meteen de ruimtelijke spreiding
van woongebieden, industrie, … duidelijk en kunnen
verbanden gelegd worden. In deze kubus herken je ook
duidelijk de stappen van de geografische zienswijze.
- diepte: geografische zienswijze
- Breedte: multiperspectiviteit (natuurlijke en menselijke
of sociale factoren).
- hoogte: informatiebronnen (leefomgeving / concreet
naar abstract)
Op deze manier leren leerlingen gemakkelijker verbanden
leggen.
-> stimuleren van ontdekkend leren!
Expanding horizon (foto zie ppt)
Een kaart is een vereenvoudigde en verkleinde weergave van de werkelijkheid. Om een kaart te kunnen
interpreteren is het belangrijk om te starten vanuit de eigen waarneming (eigen ervaring, foto’s, luchtfoto’s
→ abstracte kaarten).
expanding horizon = In handboeken gaat men er vaak vanuit dat je bij jonge kinderen best kan starten bij de
nabije omgeving en zo hun horizon stilaan te verruimen wanneer ze ouder worden.
- Kinderen komen wel al van jongs af aan in contact met de rest van de wereld (internet, TV, reizen…)
→ zeker niet negeren (oplossing: bv wereldbol of kaart kan zeker al in de klas van het eerste staan)
- Handboeken zijn gemaakt voor over heel Vlaanderen → dus taak van de leraar om zelf in de
(school)omgeving op zoek te gaan naar linken met de leerstof → onbekende regio’s beter te
begrijpen.
- Omgevingsonderwijs vormt daarmee een onmisbaar onderdeel van het domein ruimte. Hier wordt
abstracte kennis uit het handboek veel concreter. In de omgeving wordt de zintuigelijke ervaring
aangesproken, bij multimedia is dit veel beperkter.
- Elk thema binnen de aardrijkskunde zoals klimaat, landschap, … kan zowel dichtbij als veraf
bestudeerd worden.
Duurzame ontwikkeling
Actualiteit (klimaatverandering, schaarse grondstoffen, toenemende sociale ongelijkheid) kenmerkt onze
tijd en dit kan niet genegeerd worden en vaak de aanleiding zijn van een WO-les of thema (arrangement).
- leerlingen moeten omgeving en de rest van de wereld beter leren begrijpen.
- er moet naar het verleden en de toekomst gekeken wordt vanuit verschillende perspectieven → is
dit doel van de lessen wo?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romanevoss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.20. You're not tied to anything after your purchase.