Geschiedenis Samenvatting tijdvak 8 | Burgers en Stoommachines
16 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
HAVO
Dit is een geschiedenis samenvatting van tijdvak 8 Burgers en Stoommachines. De samenvatting is uitgebreid en helpt jou met het voorbereiden op jouw geschiedenis toets. Tijdvak 8 in de geschiedenis gaat over de Burgers en Stoommachines en daar horen de volgende kenmerkende aspecten bij:
- De opk...
Geschiedenis Samenvatting tijdvak 8
Burgers en Stoommachines
Kenmerkende aspecten die horen bij dit tijdvak:
- De opkomst van politieke stromingen
- De industriële revolutie
- Het blijven bestaan van de democratie
- De opkomst van emancipatiebewegingen
- De discussies over de ‘sociale kwestie’
- De moderne vorm van imperialisme
§8.1 Industriële revolutie
Industrie en samenleving:
Rond 1800 ondergingen fabrieksproductiemethoden aanzienlijke veranderingen, waarbij
stoommachines handwerktuigen vervingen en mechanisatie tot stand brachten. Deze
transformatie, bekend als de industriële revolutie, leidde tot de opkomst van industrialisatie,
waarmee de uitbreiding van industrie werd aangeduid. Deze periode wordt beschouwd als
de grootste verandering sinds het ontstaan van de landbouw, waardoor een industriële
samenleving ontstond waarin een groot deel van de bevolking in steden woonde.
De oorzaken van de industriële revolutie:
De oorzaken van de industriële revolutie waren divers. Ondernemers en uitvinders speelden
een cruciale rol, vooral in de textielnijverheid. De import van katoen uit India stimuleerde de
vraag, wat leidde tot investeringen in nieuwe technieken toen de plattelandsnijverheid de
vraag niet kon bijhouden. De stoommachine, ontwikkeld voor de mijnindustrie, werd een
essentieel element. Deze machine, aangedreven door stoomdruk uit verbrande steenkool,
werkte sneller en goedkoper en stimuleerde de grootschalige productie.
De impact van de industriële revolutie:
De impact van de industriële revolutie reikte verder dan de industrie zelf. In de landbouw
begonnen Britse edelen en grote boeren vanaf de 17e eeuw te profiteren, wat leidde tot
investeringen in infrastructuur en betere landbouwmethoden. Dit resulteerde in een
groeiende bevolking, die op hun beurt goedkope arbeidskrachten leverden voor de
snelgroeiende industrie. De bevolkingsgroei werd ook beïnvloed door medische vooruitgang,
zoals het pokkenvaccin ontdekt door Edward Jenner in 1798.
De transportrevolutie, met de aanleg van kanalen en later de opkomst van de stoomtrein,
verbond belangrijke steden en bevorderde economische groei. Tegen 1850 produceerde
Groot-Brittannië twee keer zoveel ijzer als alle andere landen samen. Na 1890 werd
gesproken van een tweede industriële revolutie, waarbij de Verenigde Staten en Duitsland
belangrijke spelers werden. Deze fase omvatte de ontwikkeling van de staalindustrie,
, chemische en elektrotechnische industrie, en bracht innovaties zoals elektriciteit en nieuwe
producten zoals pijnstillers voort.
§8.2 De politieke en maatschappelijke stromingen
Op het Congres van Wenen in 1814-1815 werd besloten om een evenwicht in de Europese
markt te handhaven, om te voorkomen dat Frankrijk opnieuw de vrede zou verstoren.
Noord-Italië werd aan Oostenrijk toegewezen, terwijl de rest verdeeld werd onder koningen,
hertogen en de paus. Duitsland werd opgesplitst in 4 stadstaten en 35 monarchieën,
waaronder Pruisen en Oostenrijk als grote mogendheden.
De heerschappij van koningen en edelen op het Europese vasteland stuitte op weerstand
van nieuwe politiek-maatschappelijke stromingen. Het liberalisme kreeg steun van de
burgerij, bestaande uit sociale groepen tussen de adel en arbeidersklasse, en streed voor
een markteconomie met een grondwet die koninklijke macht beperkte, een gekozen
volksvertegenwoordiging en gelijke wetten voor iedereen.
Nationalisme, een politiek-maatschappelijke stroming die opkwam voor het recht van elk
volk op een eigen staat (natiestaat), was vooral relevant voor landen en volkeren zonder
eenheid, zoals Italië, Duitsland, Griekenland en Servië. Dit stelde echter een bedreiging voor
veel multinationale staten, waaronder Rusland en Oostenrijk-Hongarije. Conservatisme, als
tegenhanger van liberalisme en nationalisme, pleitte voor het behoud van leiderschap door
de koning, adel, leger en geestelijkheid, gezien vrijheid en gelijkheid als bronnen van chaos
en terreur.
Het Congres van Wenen bleef niet lang standhouden, aangezien Servië en Griekenland zich
losmaakten van het Ottomaanse gebied, Frankrijk een nieuw koningshuis kreeg in 1830, en
België onafhankelijk werd met een liberale grondwet. Frankrijk werd opnieuw een republiek
in 1848.
Chancellor Bismarck begreep dat hij nationalisme beter kon gebruiken dan bestrijden. Door
drie oorlogen te voeren, wakkerde hij het nationalisme in het Duitse Rijk aan, met
overwinningen op Denemarken (1862), Oostenrijk (1866) en Frankrijk (1870-1871). Bismarck
gebruikte het nationale enthousiasme om de Duitse vorsten aan Pruisen te binden, wat op
18 januari 1871 in het paleis van Versailles gebeurde en later een oorzaak zou worden voor
het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Socialisten streefden naar gelijkheid en groeiden in de tweede helft van de 19e eeuw, vooral
in Duitsland. De SPD hing de ideeën van Karl Marx aan, met de overtuiging van een
klassenstrijd tussen proletariaat en bourgeoisie. Socialisten wilden de staat overnemen met
een revolutie, het kapitalisme omverwerpen en de productiemiddelen in staatseigendom
brengen. Het internationale socialisme verdeelde zich in gematigde sociaaldemocratie en
revolutionair communisme in 1919. Binnen het socialisme ontstond ook het reformisme,
gericht op een parlementaire democratie. Rond 1900 ontwikkelde zich het anarchisme, dat
het individu centraal stelde en elk gezag als oorzaak van onderdrukking zag. In 1919 viel het
socialisme uiteen in gematigde sociaaldemocratie en revolutionair communisme.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SchoolGek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.