100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting H3, H12, H16 en H18 uit het boek 'Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten' (Braet & Bögels, 2020)$4.50
Samenvatting H3, H12, H16 en H18 uit het boek 'Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten' (Braet & Bögels, 2020)
55 views 6 purchases
Course
Basiscursus CGT kind en jeugd
Institution
Basiscursus CGT Kind En Jeugd
Book
Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten
Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 3 (Competitive Memory Training), hoofdstuk 12 (Denken+Doen=Durven), hoofdstuk 16 (autismespectrumstoornis en gedragsproblemen) en hoofdstuk 18 (dwangstoornis) uit het boek 'Protocollaire behandelingen voor kinderen en adolescenten met psychische klachten. Het ...
Hoofdstuk 6, Pak aan- Cognitieve gedragstherapie voor kinderen met
depressieve symptomen (Braet, Timbremont, Bosmans, Boelens &
Wante)
6.1. Inleiding
Een depressieve stemming= het onvermogen om plezier te hebben en gaat gepaard met een
vermindering in interesse en motivatie.
Depressieve stoornis= Het depressieve syndroom is een langere periode aanwezig en het
functioneren wordt daardoor ernstig aangetast.
Momenteel heeft 3% in de kindertijd te maken met een depressie, maar vanaf de adolescente en
jongvolwassenheid neemt dit percentage sterk toe (29%). Een depressie kan ontstaan vanuit
genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren. De meest onderzochte theoretische
verklaringsmodellen tonen aan dat depressie het resultaat is van een interactie tussen een
cognitieve kwetsbaarheid (=diathese) en ervaren stress. Deze diathese-stressmodellen gaan ervan
uit dat stressoren 1 of meerdere vormen aannemen en van chronische of acute aard zijn.
DSM-5 criteria depressieve stoornis:
A. Vijf (of meer) van de volgende symptomen zijn binnen dezelfde periode van twee weken
aanwezig geweest en wijken af het eerdere functioneren; minstens één van de symptomen
is ofwel (1) een sombere stemming, ofwel (2) verlies van interesse of plezier.
NB Hierbij geen symptomen meetellen die duidelijk zijn toe te schrijven aan een somatische
aandoening.
1. Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag,
zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen (bijvoorbeeld zich verdrietig, leeg of
hopeloos voelen), ofwel observatie door anderen (bijvoorbeeld heefttranen in de
ogen).
(NB bij kinderen en adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn.)
2. Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten,
gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag (zoals blijkt uit een
subjectieve beschrijving of observatie door anderen).
3. Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of gewichtstoename
(bijvoorbeeld meer dan 5% van het lichaamsgewicht binnen één maand), of bijna
elke dag een afgenomen of toegenomen eetlust.
(NB Bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te verwachten
gewichtstoename.)
4. Insomnia of hypersomnia bijna elke dag
5. Psychomotorische agitatie of vertraging, bijna elke dag (waarneembaar door
anderen, en niet alleen subjectieve gevoelens van rusteloosheid of geremd worden).
6. Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag.
7. Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid, bijna elke
dag (ofwel subjectief beschreven ofwel geobserveerd door anderen).
8. Recidiverende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees om dood te gaan),
recidiverende suïcidegedachten zonder een specifiek of een suïcidepoging, of een
specifiek plan om suïcide te plegen
B. De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of
beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
C. De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of
een somatische aandoening.
D. Het optreden van de depressieve episode kan niet worden verklaard door
een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis,
een waanstoornis of door een andere gespecificeerde of ongespecificeerde
schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
E. Er heeft zich nooit een manische of hypomanische episode voorgedaan.
6.2. Onderzoeksbevindingen
De conclusie uit het onderzoek van Weisz en collega’s (2013) was dat protocollaire
behandelprogramma’s betere effecten hebben dan care as usual, maar de effect sized zijn
bescheiden. Recentere overzichtsartikelen wijzen op veelbelovende resultaten van CGT bij kinderen.
Echter, met name wanneer meerdere technieken gecombineerd worden (cognitieve
, 3
herstructurering, sociale vaardigheidstraining, ontspanningstraining, een zelfcontroleprogramma
en oefeningen in probleemoplossend denken) is CGT effectief.
6.3. Assessment
Naast het meten van depressieve symptomen, moeten de diathese en de stressoren in een
omvattend diagnostisch onderzoek onderzocht worden. Er moet aandacht zijn voor zowel
uitlokkende als in stand houdende factoren, evenals voor de beschermende factoren. Daarna
kunnen een aantal hypothesen opgesteld worden die de depressogene mechanismen bij 1 specifiek
kind omschrijven. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld de CDI-2, CBSK/CBSA,
BRIEF, FEEL-KJ, Cognitieve Triade Vragenlijst of de CBCL. Er kan ook een interview, de SCID-5-junior,
afgenomen worden.
6.4. Rationale
Het is belangrijk de ouders en het kind op voorhand duidelijk te maken dat de depressieve toestand
van het kind mede tot stand is gekomen door de manier waarop kinderen kijken naar de
werkelijkheid en omgaan met de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ouders moeten
begrijpen dat depressieve kinderen wanneer ze in een negatieve bui zijn, geneigd zijn zich verder
terug te trekken. Vandaar dat Pak aan zich ook richt op het versterken van positieve gevoelens,
gecombineerd met het verhogen van het aantal leuke activiteiten.
6.5. Behandelprotocol
Take Action (Pak aan) omvat een beschrijving van 18 sessies en is geschikt voor kinderen tussen de
9-13 jaar met een diagnose van een (persisterende) depressieve stoornis of met een depressieve
stemming. Het is opgezet als een groepsprogramma, maar is ook in te zetten als een
gezinsinterventie of als een individuele interventie.
Ingrediënten Programmaonderdelen Sessies
1. Gevoelens herkennen, Maken van een gevoelensdagboek 1-5
benoemen en differentieëren Gezichtsuitdrukkingen herkennen 2
2. Oefenen met de relatie Situatieschetsen 1-5
* Denken-voelen Tekstballonnetjes invullen, verbonden aan 5,6
* Gevoelens-problemen bepaalde afbeeldingen waarop een ambigue
situatie uitgebeeld staat
3. Een relatie leren leggen Prenten analyseren 1-5
tussen gevoelens en Acroniem Pak aan 1-5
problemen Problemendagboek 6
4. Activiteiten en opkikkertjes Bedenken van leuke activiteiten 3-8
introduceren Knutselen van een talisman die het kind eraan 6-7
herinnert de opdracht uit te voeren 6
Liedje leren 1-5
Activiteitendagboek 3-8
5. Probleemoplossend denken Gebeurtenissen analyseren 5
Stappenplan 5-10
Anderen interviewen 8,14
Positieve zelfevaluaties 8-12
Doelen en subdoelen verwoorden 14-18
6. Opsporen en uitdagen van Oplossen van een moeilijke puzzel: oefenen in 5
negatieve gedachten; gebruik hardop denken
leren maken van helpende Tekstballonnetjes invullen 5-8
gedachten (leidt tot positieve Favoriete hulpzinnetjes bedenken 5-10, 15-18
gedachten) Prenten analyseren 5-13
7. Oefenen in anders denken: Het detectivespel: getuigen zoeken 11-13
bewijzen zoeken Zoeken naar bewijzen 11-15
Wat zou er gebeuren als…? (gevolgen 15-18
inschatten en relativeren)
Normen vergelijken met realiteit en wensen, 13
aan de hand van invullijst
6.5.1. Fase 1
In de eerste sessie leren de kinderen met behulp van een gevoelensdagboek, spelletjes,
invulopdrachten en het gebruiken van gevoelenskaarten, inzicht te krijgen in hun eigen
gevoelswereld, in de relatie denken-voelen en in de relatie gevoelens-problemen. Ze leren dat ze
een sombere bui moeten zien als een signaal dat serieus moet worden genomen. Om uit die
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xjeaninexx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.50. You're not tied to anything after your purchase.