100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LES 6 homeostase - LES 15 dierlijke ontwikkeling $9.63
Add to cart

Summary

Samenvatting LES 6 homeostase - LES 15 dierlijke ontwikkeling

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de slides met notities en het handboek van de lessen vanaf het proefexamen tot aan het einde van het semester. Er staan veel afbeeldingen bij om dingen duidelijker te maken en er staat veel in puntjes geschreven en/of uitgelegd.

Preview 4 out of 68  pages

  • January 3, 2024
  • 68
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
LES 6: Opbouw en regulatie van het lichaam
Organisatie van het vertebratenlichaam
4 niveaus:
1. Cellen
Verschillende celtypes (mens: 210)
2. Weefsels
= groepen van cellen die gelijkend zijn in structuur en functie
3 fundamentele embryonale weefsels (kiemlagen):
a) Endoderm
b) Mesoderm
c) Ectoderm
3. Organen
= combinaties van verschillende weefsels die een structurele en functionele eenheid vormen
4. Orgaansystemen
= groepen van organen die samenwerken om de belangrijkste functies in het lichaam uit te
voeren (menselijk lichaam: 11 orgaansystemen)

Zenuwstelsel – endocrien stelsel – skelet – spierstelsel – spijsverteringsstelsel – circulair systeem –
ademhalingsstelsel – excretiestelsel – integument – immuunsysteem – reproductiestelsel
(man/vrouw)


Lichaamsplan vertebraten is ‘een buis in een buis’ (met daartussen coelomen)

 Binnenste buis = spijsverteringskanaal
 Buitenste buis = vertebratenlichaam (ondersteunt door skelet)
 Buitenste laag = integument (huid) en accesoire organan/delen (haar, schubben,..)



Holtes binnenin lichaam:

 Dorsale lichaamsholte
Binnen schedel en wervels = craniale en vertebrale holte
 Ventrale lichaamsholte
Gelegen tussen wervelkolom en ventrale buikspieren
Ingedeeld door middenrif of diafragma:
 Thoracale holte: hart en longen
o Pericardale holte (coeloom -> hart)
o Pleurale holte (coeloom -> longen)
 Abdominale holte : meeste organen
o Peritoneale holte (coeloom -> andere organen)
(Coeloom = met vloeistof gevulde holte volledig omgeven door mesodermaal weefsel)




1

,Soorten weefsels
1. Eptiheelweefsel
 2 klasses:
o simpel (1 laag)
o gestratificieerd (meerdere lagen dik)
 in buitenste laag vd huid + mond
 F: bescherming
 Vorm epitheelcellen:
o Plaveicel cellen -> plat
 In longen, capillaire wanden, bloedvaten
 F: dunne laag waardoor diffusie kan plaatsvinden
o Kubusvormige cellen -> even wijd als lang
 In klieren en nierbuisjes, bedekking eierstokken
 F: secretie en absorptie + specifieke transportkanalen
o Kolomvormige cellen -> langer dan wijd
 In maag, darmen en delen vd luchtwegen
 F: secretie en absorptie + bescherming



2. Steunweefsels = bindweefsels
 Opbouw:
o Ontstaan uit embryonaal mesoderm
o uit proteïne vezels, ingebed in grondsubstantie

 gewoon bindweefsel:
o Los gewoon bindweefsel:
 Opbouw: veel grondsubstantie, minder vezels
 Onder huid, tussen organen
 F: ondersteuning, isolatie, voedselopslag
 Fibroblasten (produceren & secreteren extracellulaire matrix) +
vetcellen (komen voor in groepen en vormen vetweefsel)
o Dens gewoon bindweefsel:
 Opbouw: weinig grondsubstantie, veel vezels
 F: flexibele, sterke verbindingen
 Regelmatig: collageen vezels lopen parallel -> pezen en ligamenten
 Onregelmatig: collageen vezels lopen in verschillende richtingen ->
bedekt nieren, spieren, zenuwen en been

 Speciaal bindweefsel:
o Kraakbeen:
 Grondsubstantie: karakteristiek glycoproteïne, chondroïtine
 Collageenvezels lopen in lange, parallele banen
 Flexibel, niet rekbaar
 Komt voor in gewrichten (neus, oren,..)
 Chondrocyten (kraakbeencellen) leven in lacunae (! Niet
alle lacunae zijn gevuld met chondrocyt)


2

, o Been:
 Osteocyten (beencellen) leven in verharde matrix van
calciumfosfaat
 Communiceren via canaliculi (cytoplasmatische uitlopers)
o Bloed:
 Extracellulair materiaal is vloeibaar (plasma)
 Erythrocyten = rode bloedcellen
 Leukocyten = witte bloedcellen
 Thrombocyten = bloedplaatjes



3. Spierweefsel
 Glad spierweefsel:
 Komt voor in bloedvatwand en rond meeste inwendige organen
 Cellen hebben 1 kern
 Skelet-/gestreept spierweefsel:
 Meestal vastgehecht aan been of pezen (spiercontractie ->
beweging)
 Lang en meerkernig (fusie van cellen)
 Contractie: myofibrillen die bestaan uit geördende actine &
myosine filamenten
 Hartspierweefsel:
 Bestaat uit kleine, geïnterconnecteerde cellen met een eigen kern
 Interconnecties -> donkere lijnen: geïntercaleerde schijven
waardoor hartspieren als 1 eenheid kunnen functioneren



4. Zenuwweefsel
 cellen in zenuwweefsel:
o neuronen:
 Cellichaam: bevat nucleus
 Dendrieten: vertakte extensies die elektrische signalen naar
cellichaam brengen
 Axon: cytoplasmatische extensie die impulsen wegvoert van
cellichaam
o Neuroglia:
 Ondersteunen en voeden neuronen
 Elimineren vreemde materialen in en rond neuronen
 Vormen omhulsel rond axon (myeline schede)
 Gaps in schede = knopen van Ranvier
 Zenuwstelsel onderverdeeld in:
o Centraal ZS:
 Hersenen en ruggenmerg
 Integratie en interpretatie van input
o Perifeer ZS:
 Zenuwen en ganglia (collecties van cellichamen)
 Communicatie vh lichaam naar CZS en terug

3

, Orgaansystemen
Functies:

1) Communicatie en integratie: detecteren uitwendige stimuli en coördineren de respons van
het lichaam
 Zenuw-, sensorisch en endocrien stelsel
2) Steun en beweging
 Skelet, spierstelsel
3) Regulatie en behoud: orgaansystemen reguleren ‘scheikunde’ in het lichaam
 Spijsverterings-, ademhalings-, circulatie- en excretiestelsel
4) Bescherming
 Integument, immuunsysteem
5) Reproductie en ontwikkeling: de biologische continuiteit van vertebraten
 Voortplantingsstelsel



Homeostase
= behouden van een bepaalde balans in het lichaam -> door homeostase heeft een verandering van
de omgeving een kleiner effect op ons lichaam




1. veranderde condities worden gedetecteerd door sensoren (cellen of membraanreceptoren)
2. informatie w doorgegeven aan integrerend centrum (hersenen, ruggenmerg of endocriene klier)
3. vergelijkt met een ‘set point’
4. indien afwijking van ‘set point’ w een boodschap gestuurd naar een effector (spier of klier)
5. inwendige condities terug naar ‘set point’ door het verhogen/verlagen van een activiteit
6. negatieve feedback naar de sensor zorgt voor een beëindiging van de respons

toepassing: lichaamstemperatuur
mens = endotherm (constante lichaamstemperatuur 37°C):

- veranderingen in lichaamstemp. worden waargenomen door hypothalamus (= integrerend
centrum)
- detectie hogere temperatuur dan set point: antagonistische effectoren zorgen voor
warmteverlies via zweten en dilatatie van bloedvaten in de huid
- detectie lagere temp dan set point: antagonistische effectoren zorgen voor warmtebehoud
via bibberen en constrictie van bloedvaten in de huid
- negatieve feedback mechanismen geactiveerd wanneer lichaamstemp terug constant is

OPM: lichaam gebruikt ook positieve feedback mechanismen om verandering te versterken -> maken
dan deel uit van een groter mechanisme dat homeostase behoudt (vb bloedstolling)


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leneaegten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.63
  • (0)
Add to cart
Added