Deel 4: hoofdstuk 1: Het intestaat erfrecht
1. Inleidende begrippen
- Erflater: diegene die overlijdt, wiens nalatenschap openvalt.
- Ergenaam: diegene die erft, diegene die het patrimonium verkrijgt.
(persoon die erft)
- Bekwaamheid tot erven: men moet bestaan op het moment dat de
nalatenschap openvalt. Dat houdt in dat men minstens al verwerkt
is. Het is niet vereist dat het kind al reeds geboren is.
o Gaat over de enige situatie waar men een erfgenaam word
voor de geboorte. Op voorwaarde dat het kind levend,
levensvatbaar wordt geboren.
- Waardigheid tot erven: als men zich schuldig maakt aan bepaalde
uiterst zware vergrijpen ten opzichte van de erflater, kan men niet
erven. We kunnen hierbij onder meer denken aan de moordenaar
van de erflater.
o Onwaardig worden verklaard om te erven, daarvoor moet je
het bond hebben gemaakt. Voorbeeld: moord of proberen tot
moord, opzettelijke slagen en verwondingen…
o Als een van de kinderen onwaardig wordt verklaard en hij
heeft kinderen, krijgen deze kinderen de erfenis.
2. Technieken
1.1. Orde
Hypothese 1: iemand die niet gehuwd is.
- Geen rekening houden met langslevende echtgenoot.
1.1.1 eerste orde
- kinderen en kleinkinderen
o B: al reeds overleden
o C en D: plaatsvervulling
B is vooroverleden, dus C en D zullen erven wat B zou
erven
1.1.2 tweede orde
- broers of zussen + ouders van erflater
1.1.3 derde orde X
- ascendenten
(niet kennen)
1.1.4 vierde orde X
- ooms en tantes
Hypthese 2: iemand is wel gehuwd
- Rekening houden met langslevende echgenoot.
, Ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1: de bronnen van het economisch recht
1. Wetgeving
1.1. Het internationaal recht
In eerste plaats het traditioneel internationaal recht, maar bovenal wordt
deze rechtstak bepaald door het rechtskader van de EU.
1.2. Het traditionele internationale recht
Het gaat hier om een aantal bi- of multilaterale verdragen tussen
soevereine staten.
- Komen tot stand door onderhandeling.
- Worden van kracht als en wanneer de nationale parlementen ze
goedkeuren.
1.3. De Europse unie
Erg belangrijk, is een supranationale plolitieke instelling.
de EU heeft zelf politieke organen en procedures om wetgeving uit te
vaardigen.
80% is oorsprong van de EU, overgenomen in de belgische wetgeving.
EU:
- Alle lidstaten bijna dezelfde regels om zaken te kunnen doen.
o Soms kunnen ze wel zelf nog keuzes maken.
Verkopen op afstand (internet)
- Vijf instellingen:
o Het Europees Parlement: wetgevend orgaan
o De Raad: wetgevend orgaan
o De Europese Commissie: kan het initiatief nemen om
wetgeving voor te stellen, de enige
o Het Hof van Justitie van de EU
o De Rekenkamer
- De nationale overheden van de lidstaten zijn verplicht om de
richtlijnen op te nemen en te verwerken in hun eigen wetgeving.
o Richtlijnen kunnen heel streng zijn en laten de lidstaten weinig
of geen bewegingsruimte over hoe ze om te zetten
harmonisatierichtlijnen.
- Verordeningen: bevatten een algemene en volledige reglementering
die rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten.
wetgeving ter bescherming consument: herroepingsrecht (Iets
aankopen via internet, in België: termijn 14d om te laten weten aan
verkoper dat je koopcontract ongedaan wil laten maken. Je moet hiervoor
geen reden geven.)
Herrroepingsrecht: Europees recht.
Verkoper in Portugal of Spanje? Herroepingsrecht moet niet op site
staan, ze mogen kiezen hoe lang. Vb. 4dagen, de lidstaten mogen
kiezen hoeveel dagen, maar moet haalbaar blijven.
, Wat kan niet? Als er niets vermeld staat over herroepingsrecht, dus
dat het niet van toepassing is. Dat mag niet !!
1.4. Nationale wetgeving.
- Bevestigingsvoorwaarde als zelfstandige: Vestigingswet in België
sowieso attest bedrijfsbeheer + voor geregelementeerde beroepen
(Kapper, bakker, slager…), ook een bewijs dat ze voldoende kennis
hadden in het specifieke beroep + praktijkervaring.
Waarom? Van waar komt het? Komt van betrokken
beroepsvereniging.
Aannemer centrale verwarming: niet de eerste, beste ‘knoeier’, als
er iets misloopt. (niet goed voor imago van beroep).
- Handelshuur: identiek in de 3 gewesten. Detailafwijkingen
verschillend in de gewest.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen: los van wetboek
koophandel.
Burgerlijk wetboek: bron van recht van toepassing in ondernemingsrecht.
2. Rechtspraak
Rechters die een soort gelijke schil moeten behandelen, maar regelmatig
zich laten leiden over soortgelijke schillen.
3. Gewoonte
Bron van recht in ondernemingsrecht!
Meeste regels van gewoonterecht in ondernemingsrecht opgenomen in
schriftelijk wetgeving.
Diamantsector werkt nog met gewoonterecht. Er wordt bijna niets op
papier gezet, alles wordt gezegd dus afdwingbaar veel kans op fiscale
fraude of ontwijkingsmaatregelen in de sector.
- Genereerd veel opbrengsten, dus heel omzichtig mee omspringen.
Bepaalde zaken moeten op papier staan maar voor de rest, laten ze
veel doen.
4. Rechtsleer
Hoofdstuk 2: de ondernemingsrechtbank
1. Samenstelling
- Wie zetelt in de ondernemingsrechtbank:
3 rechters, waarvan een beroepsrechter (jurist) + 2 rechters in
ondernemingszaken(mensen met zelfstandige activiteit, benoemd
voor periode 5j als rechter bij ondernemingsrechtbank).
Laatste alinea!
Rechtbank samengesteld door griffier.
Bij faillissement: advies horen van een magistraat van OM.
2. Bevoegdheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulinedegryse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.