Samenvatting week 2 EU-recht
Eijsbouts e.a.: Hoofdstuk 9 t/m p. 340
Loyaliteitsbeginsel
Art. 4 lid 3 VEU volgt dat lidstaten een vorm van ‘loyale samenwerking’ met elkaar aan moeten gaan.
Zij moeten met wederzijds respect elkaar ondersteunen in het nakomen van de verplichtingen die
volgen uit de verdagen. Ook moeten de lidstaten zelf toereikende maatregelen nemen om alle
verdragsverplichtingen uit te voeren, ook verplichtingen die volgen uit secundair recht. Lidstaten
behoren bij te dragen aan het bereiken van de doelen van de Unie, en zullen dit niet tegenwerken.
Verder volgt uit art. 291 VWEU dat de lidstaten alle mogelijke handelingen moeten verrichten om
bindende instrumenten van EU recht te implementeren in nationale wetgeving. Dit beginsel ligt er,
samen met het feit dat de EU een autonome rechtsorde is, aan ten grondslag dat er een beweging
werd gemaakt naar directe werking van Europees recht in nationale rechtsordes van lidstaten.
Effectiviteitsbeginsel
De directe werking van EU recht zorgt ervoor dat de nationale rechter het EU recht moet toepassen in
nationale rechtsorde. Het effectiviteits- en loyaliteitsbeginsel brengen met zich mee dat ook nationale
rechter de effectieve werking van het EU recht moet garanderen. Betekend dus dat hij voorrang moet
geven aan EU recht boven nationaal recht bij conflict. De rechten die individuen hebben o.g.v.
Europees recht moeten door nationale rechter worden gewaarborgd.
Directe werking
Aard van bepaling: verschil tussen directe werking van bepalingen.
Aard van de relatie: onderscheid tussen verticale en horizontale relaties:
Verticaal: begrip overheid wordt breed uitgelegd wat betreft directe werking in verticale
relatie. Uit arrest C-413/15 Farell volgt dat een entiteit tot overheid kan worden gerekend
wanneer die in het leven wordt geroepen door publiek recht, onder de autoriteit valt van een
publiekrechtelijke instantie, of in opdracht van een publieke instantie een taak van publiek
belang uitvoert.
Horizontaal: vaak problemen over rechtstreekse werking, omdat Europese bepalingen niet
tot particulieren gericht zijn, maar tot de lidstaten.
Zaak Farrell/Whitty e.a.
Feiten
Mevrouw Farrell werd slachtoffer van auto-ongeluk als bijrijder in busje van mevrouw Whitty.
Mevrouw Whitty was hiervoor niet verzekerd, waarna schade werd verhaald op Motor Insurers
Bureau of Ireland. De Ierse wetgever heeft MIBI bij wet enkele taken opgelegd. O.g.v. verschillende
richtlijnen waren lidstaten verplicht een orgaan in leven te roepen die doel had het vergoeden van
materiële schade of letselschade waarvoor geen verzekering was afgesloten. Bepalingen werden door
Farrell tegen MIBI ingeroepen. MIBI meende dat zij niet kwalificeerde als ‘overheid’, en dat
bepalingen richtlijn haar niet konden worden tegengeworpen.
Rechtsregel
In prejudiciële procedure werd HvJEU gevraagd of bepalingen uit richtlijnen konden worden
tegengeworpen aan lichamen waaraan een bijzondere taak is opgedragen. Het hof overwoog dat, in
het kader van verticale werking, met de overheid moet worden gelijkgesteld; lichamen die bij
publiekrecht in leven zijn geroepen, lichamen onder het gezag of toezicht overheidsinstantie en
lichamen waaraan een taak van algemeen belang is toevertrouwd.
In licht van de aan MIBI opgelegde taak van algemeen belang konden bepalingen uit richtlijnen aan
MIBI worden tegengeworpen. Farrell uitspraak heeft begrip ‘overheid’ verbreed t.o.v. eerder Foster
arrest. Foster arrest werd bepaald dat bepalingen richtlijnen enkel konden worden ingeroepen tegen;
, lichamen onder het gezag van de staat of tegen lichamen die bij wet vergaande bevoegdheden
hebben gekregen.
Directe werking van de verdragen
Van Gend & Loos arrest (transportbedrijf tegen NL staat). HvJEU stelde vast dat bepalingen uit
verdragen directe werking hebben wanneer deze voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk zijn, en
wanneer zij geen verdere implementatie vereisten voor de lidstaten. Verbod op import- en
exportheffingen uit art. 30 VWEU leent zich dus voor directe werking. Horizontale werking werd o.a.
geaccepteerd in arrest Bosman. Hier was geschil tussen voetbalclub en werknemer, waarbij
werknemen zich wilde beroepen op vrij verkeer van werknemers uit art. 45 VWEU. Horizontale
werking werd geaccepteerd. Ook hiervoor blijft als regel gelden dat de verdragsbepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk moet zijn, en geen verdere implementatie nodig is. Ander voorbeeld
horizontale werking aangenomen is recht op gelijke betaling tussen mannen en vrouwen uit art. 157
VWEU in arrest Defrenne.
Directe werking Hanvest
De grondrechten uit Handvest hebben gelijke waarde als VEU en VWEU volgt uit art. 6 lid 1 VEU. Uit
Arrest Digital Rights Ireland volgde dat Handvest directe werking heeft bij de toepassing van
Verdragsbepalingen. EU-instellingen dienen deze rechten te respecteren in hun handelen. Uit art. 51
lid 1 Handvest volgt ook dat EU-instellingen en overige entiteiten adressanten zijn van Handvest.
Rechten kunnen worden ingeroepen op niveau van de lidstaten, wanneer zij Europees recht
implementeren. Akerberg Fransson arrest was de vraag tot hoever de werkingssfeer van
implementatie reikt in dit verband= Een brede interpretatie aan implementeren Unierecht. Geschil
met staat (verticale werking). Horizontale directe werking geldt niet voor alle grondrechten Handvest,
bijvoorbeeld art. 27 Handvest niet (Arrest C-176/12 AMS). Arrest Kukudeveci is voorbeeld waar art.
uit Handvest wel horizontale directe werking heeft (art. 21 lid 1 Hv).
Directe werking verordeningen
Horizontale en verticale werking Verordeningen werd al vrij snel bevestigd door HvJEU in zaak
Leonesio. Dit heeft voornamelijk te maken met het karakter van een Verordening, zoals bescherven
in art. 288 VWEU. Het heeft een algemene strekking en is direct van toepassing in de lidstaten.
Verordeningen komen dus dicht in buurt Nationale wet.
Directe werking Richtlijnen
Idealiter is een Richtlijn netjes omgezet in nationale wetgeving. Direct beroep Richtlijn zou dan
onnodig zijn, aangezien in nationale wet staat. Om beroep te doen op bepaling Richtlijn, volgt uit
arrest Becker dat de bepaling voldoende precies en onvoorwaardelijk moet zijn. Verder bepaald dat
men zich pas kan beroepen op bepaling als richtlijn bij verstrijken implementatietermijn nog niet is
geïmplementeerd, of niet correct is geïmplementeerd (wanneer uitvoeringsmaatregelingen niet tijdig
of niet juist zijn getroffen.).
Arrest Van Duyn: Verticale werking direct wel mogelijk, maar horizontale directe werking niet. Hier
werd een ‘estoppel’ argument gebruikt. Dit houdt in dat een lidstaat niet moet kunnen profiteren van
het feit dat het na het verstrijken van de implementatietermijn van een Richtlijn, deze nog steeds niet
heeft geïmplementeerd in nationale wetgeving. Vandaar dat in verticale relatie een Richtlijn na
verstrijken implementatieperiode vanzelfsprekend directe werking kan hebben. Dit leidt soms tot
oneerlijk onderscheid tussen werknemers in dienst van overheid en werknemers bij private
ondernemingen. Maar dit zorgde er niet voor dat horizontale directe werking van Richtlijnen werd
aangenomen in arrest Marshall.
Indirecte horizontale werking Richtlijnen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beterdanathenastudies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.