VERGELIJKENDE ANATOMIE &
EMBRYOLOGIE
THEMA 1: FYNOLOGIE
De plaats van de Chordata in het dierenrijk benoemen, alsmede de kenmerken waarmee deze groep zich
onderscheidt van de andere phyla
Het dierenrijk (regnum Animalia) kun je onderverdelen in taxa (onderlingsverdelingseenheden). Zo’n
onderverderling wordt gedaan om verwantschappen aan te tonen en orde te scheppen. Overkoepelende
taxa krijgen het voorvoegsel super, onderverdelende het voorvoegsel sub. De binominale nomenclatuur
houdt in dat je een soort eerst een geslachtsnaam (met hoofdletter geeft) met daarachter de soortnaam.
Wij focussen ons op het subregnum Metezoa. Hieronder valt het phylum Chordata. Een chorda (noto
cord) is een lange elastische staaf door het lichaam wat dient voor stevigheid. Dit ontwikkelt door tot een
onderdeel van de ruggengraat. Ze hebben een aantal kenmerken waarmee ze te onderscheiden zijn van
andere phyla (=stammen):
o Bilaterale symmetrie
o Segmentale organisatie van het lichaam, dit komt tot uiting in het spier- en zenuwstelsel
o Chorda
o Staart, caudaal van de anus, voor de voortbeweging
o Dorsaal gelegen, in aanleg buisvorming, centraal zenuwstelsel
o Buisvormig spijsverteringskanaal met een groeve ventraal in de pharnyx (endostyl)
o Voordarm die via kieuwspleten met de buitenwereld in verbinding staat
o Ventraal liggend hart en een gesloten bloedvatenstelsel
De Chordata kunnen je onderverdelen:
1. Acrania Tunicata (manteldieren) en Cephalochordata (Amphioxus)
Geen schedel
2. Craniata/Vertebrata
Specifieke kenmerken: schedel, sterke concentratie van zenuwweefsel aan kopzijde, wervels en
gepaarde aanhangsels (vinnen, armen, benen).
,De veel voorkomende verzamelnamen van een aantal klassen noemen
De vertebraten kun je onderverdelen in Agnatha (kaakloze) en Gnathostomata (kaak bezittende). De kaak
bezittende hebben de focus:
1. Chondrichthyes = kraakbeenvissen
2. Osteichtyes = beenvissen
3. Amphibia:
o Anura: hebben geen staart = kikker
o Urodela: hebben wel een staart = salamander
4. Reptilia
5. Aves = vogels
6. Mammalia = zoogdieren
o Prototherie: ovipaar (leggen eieren), hebben Cloaca (gemeenschappelijk uitgang voor alles),
primitieve melkklieren zonder tepels vogelbekdier
o Theria: vivipaar (vagina en baarmoeder aanwezig), geen Cloaca en ontwikkelde melkklieren
met tepels. Deze valt uiteen in twee superorden:
o Eutheria: placentale zoogdieren. Deze hebben geen buidel, maar wel een placenta.
o Metatheria: buideldieren (hebben ook een placenta) koala
o Allotheria: uitgestorvene
Tetrapoda zijn viervoeters/landvertebraten. Hieronder vallen alles van Amphibia.
De anatomische aanduiding van vlakken en richtingen oriëntatietermen begrijpen en gebruiken
o Superior (craniaal) boven
o Inferior (caudaal) onder
o Anterior (ventraal) voor
o Posterior (dorsaal) achter
o Mediaal midden
o Lateraal zijkant
o Intermediaal tussenin
o Proximaal dichterbij
o Distaal verder af
o Superficiaal oppervlakkig
o Diep (profundus) binnenin
Elke holte is bedekt met vliezen. Deze zijn vaak dubbellagig. Degene die direct om het orgaan zit, heet het
visceralis. Degene die tegen de wand van de lichaamsholte aanligt, heet parietalis. Lichaamsholtes:
1. Vertebrale holte Ruggengraat
2. Abdominopelvis holte:
o Abdomale holte
o Plevis holte
3. Dorsale holte:
o Craniaal hersenen
4. Ventrale holte:
o Thoracaal Hart en longen
o Abdominaal Maag, dunne darm, milt en lever
o Pelvis Blaas, rectum en ovaria
, THEMA 2: EMBRYOLOGIE
De gebeurtenissen bij de spermiogenese te beschrijven
Spermiogenese: van ronde spermatide naar uitgestrekte
spermacel. Dit gebeurt in het elongatieproces, doordat
er water wordt afgegeven, verschuiving van organellen
en verplaatsing van mitochondriën naar het
kopgedeelte. Uiteindelijk ontwikkelt er een flagel en wordt de cel langgerekt. Het
overbodige cytoplasma wordt dus weggehaald. Kopstuk: kern met acrosoom. Het
acrosoom bevat enzymen. Deze komen vrij bij contact met een eicel, waardoor de
eicelmembraan kapot wordt gemaakt. Hierdoor kan de spermacel binnendringen.
Middenstuk is mitochondriën voor energie voorzieningen. Staartstuk is de flagel.
De verschillende type eieren op te noemen
1. Microlecithaal dooierarm holoblastisch klieven
Zoogdieren krijgen voeding via de placenta van de moeder, dus geen voeding via dooier nodig.
2. Mesolecithaal middelmatig dooierrijk holoblastisch klieven
3. Macrolecithaal dooierrijk meroblastisch klieven
Hele ontwikkeling vindt buiten de moeder in het ei plaats en daar is dus voeding voor nodig.
4. Plasmolecithaal dooier in suspensie
5. Telolecithaal dooier in plaatjes
Een dooier klieft moeilijk!
Het proces van bevruchting uit te leggen
Stappen van de bevruchting van de eicel van een zee-egel:
1. Vrijkomen hydrolytische enzymen uit acrosoom
2. Binding van acrosomal process aan receptoren op de vitellinelaag
3. Fusie van membranen eicel en spermacel
Acrosoom reactie
4. Depolarisatie eicelmembraan (na+ gaat eicel binnen)
Fast block: houdt spermacellen buiten door een snelle depolarisatie van het plasmamembraan
van de eicel na binnentreding van een spermacel.
5. Vrijkomen inhoud corticale blaasjes in vitellinelaag
Cortical reactie
6. Verdikking en verharding van de vitellinelaag
Slow block: verandering in het oppervlak van de eicel houdt langer vast.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lifesciences. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.