Kenmerken van een interventie:
Doelgericht: psychische, sociale en/of cognitieve ontwikkeling van kinderen en
jeugdigen te bevorderen en om risico’s en problemen in die ontwikkeling te
voorkomen.
Het gaat om ‘extra’ of ‘toegevoegde’ activiteiten: buitenom bijvoorbeeld
lesprogramma.
In de vorm van een project of programma, ze zijn planmatig.
Je kunt interventies indelen naar het moment waarop de interventie ingrijpt.
Promotie: als er nog geen probleem is
o Gezondheidspromotie/versterking van positieve factoren
Gericht op de algemene bevolking
Doel: versterken van positieve factoren en daardoor het verkleinen van
risico op latere problemen en/of het vergroten van de kans op een
gunstige ontwikkeling.
Preventie: als het probleem zich aan het ontwikkelen is
o Universele preventie
Gericht op de algemene bevolking of een deel van de populatie zonder
verhoogd risico
o Selectieve preventie
Gericht op hoogrisicogroepen die nog (vrijwel) geen problemen of
klachten hebben
o Geïndiceerde preventie
Gericht op individuen die niet voldoen aan diagnostische criteria voor
een psychische stoornis, maar die wel al een aantal symptomen of
beginnende klachten hebben
Behandeling: als het probleem zichtbaar aanwezig is
o Identificatie
Gaat om het vaststellen van stoornissen of problemen bij mensen of in
groepen via screening en diagnostiek
o Reguliere behandeling
Toepassing van behandeling van mensen of groepen bij wie een
stoornis of probleem is vastgesteld.
Voortgezette zorg: als het probleem vastgesteld is
o Langdurige behandeling
Aanvullende behandeling
Doel: het resultaat van de reguliere behandeling versterken of
uitbreiden bij cliënten die niet volledig hebben geprofiteerd van de
behandeling of bij wie de kans op herhaling en terugval groot is.
o Nazorg
Diensten waarbij rehabilitatie vooropstaat
Doel: het sociale en schoolse of beroepsmatige functioneren van
cliënten met chronische problemen bevorderen
Noodzaak van effectonderzoek
Soms leiden interventies tot een toename van problemen in plaats van afname. Dan
is het natuurlijk wenselijk de interventie te stoppen.
Maar wat al er geen verergering is, maar ook geen verbetering? Geldt het principe
‘baadt het niet, dan schaadt het niet’ dan? Nee, en op twee manieren:
o Interventies brengen kosten met zich mee. Als een interventie niet helpt,
betekent dat een verspilling van geld, tijd, moeite en menskracht.
, Vermande et al.
o Een interventie kan ook gevolgen hebben voor de cliënten, zoals
demoralisatie, een gevoel van hopeloosheid en afname van de bereidheid om
in de toekomst hulp te zoeken en te aanvaarden.
Effectonderzoek: de vijf W’s
Wat: waaruit bestaat de interventie (op papier en in de praktijk)?
Werkt: welke effecten – gewenst en ongewenst – heeft de interventie? Ten opzichte
van welke conditie (niets doen of andere interventie; individuele bijeenkomsten of
groepsbijeenkomsten, ouder- of kindcursussen, of een combinatie van typen)?
Wanneer: onder welke omstandigheden – bijvoorbeeld kwaliteit van de uitvoering van
de interventie; therapeutische alliantie – treden die effecten het sterkst op?
Voor wie: bij welke deelnemers – bijvoorbeeld van welke leeftijd en sekse – treden de
effecten (het sterkst) op?
Waarom: welke mechanismen veranderen door de interventie? Hierbij gaat het om de
toetsing van de theorie of het model inzake risicofactoren en
beschermende/bevorderlijke factoren achter de interventie.
Eisen aan de interventie
Duidelijk beschreven
o Doel
o Doelgroep
o Werkwijze/methodiek
Toepasbaar in de praktijk
o Overdraagbaar (handleiding of protocol)
o Randvoorwaarden zijn duidelijk (bijv. kennis en ervaring van medewerkers)
o Voldoende flexibel
Theoretisch onderbouwd: maakt het aannemelijk dat de interventie zou kúnnen
werken.
o Theoretisch kader of analyse van risicofactoren en
beschermende/bevorderlijke factoren
Interne validiteit: is de interventie verantwoordelijk voor eventuele veranderingen na de
interventie of spelen externe factoren (‘confounders’) een rol?
Quasi-experimenteel design
o Interventiegroep (experimentele conditie) wordt vergeleken met een
controlegroep (controleconditie: geen interventie, op de wachtlijst, placebo of
alternatieve interventie, ook wel actieve controlegroep genoemd)
o Nadeel: toewijzing is niet op basis van toeval maar op basis van andere
factoren, zoals tijd of beschikbaarheid van therapeuten. Het is onduidelijk of
het effect van de interventie daadwerkelijk toe te schrijven is aan de
interventie of aan bestaande verschillen tussen de groepen.
Oplossing: matched control group, waarbij aan de hand van relevantie
kenmerken van de interventiegroep (bijv. sekse, leeftijd of
comorbiditeit) een controlegroep wordt samengesteld.
Randomized controlled trial
o Toewijzing van personen is op basis van toeval (at random), dus dit heeft de
hoogste mate van interne validiteit (bewijskracht).
o Nadeel: sommige behandelaren vinden het onethisch.
Nadeel quasi-experimenten én RCT’s: cliënten die meedoen aan effectonderzoek
kunnen sensitiever worden voor problemen. Ze kunnen bijvoorbeeld meer op pesten
gaan letten dan voor de interventie.
Behandelingsintegriteit/programmaintegriteit = controle op de juiste uitvoering van de
behandeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aswwatkunjeermee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.