Dit is een uitgebreide samenvatting van Thema 2 voor BLOK 3.6 Neuropsychologie. De samenvatting bevat alle verplichte literatuur: Kolb (15, 18 en 19), Helmstaedter, Zumbansen en Naeser.
Test Bank For Fundamentals Of Human Neuropsychology 7th Edition By Bryan Kolb | All Verified Chapters | Updated Version
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 7th edition by bryan kolb Complete A+
Introduction to Clinical Neuropsychology - lecture notes
All for this textbook (6)
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Psychologie
Blok 3.6 Neuropsychologie
All documents for this subject (55)
11
reviews
By: miesha • 5 year ago
By: chantallyrosini • 5 year ago
By: myrthelangerak • 5 year ago
By: cloudconnected • 5 year ago
By: mbsyed • 5 year ago
By: sarahtell10 • 6 year ago
By: sana97 • 6 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
karoliengarritsen
Reviews received
Content preview
Thema 2
Taal en geheugen
Kolb & Wishaw (2015). Chapter 19: Language.
19.1 Wat is taal?
Taal wordt omschreven als het gebruik van geluidscombinaties voor communicatie. Taal omvat ook het idee
dat dit gebruik van geluiden gestuurd wordt door regels dat, wanneer het vertaald wordt in andere
sensorische modaliteiten, het equivalente communicatie toelaat door gebaren, aanrakingen en visuele
afbeeldingen.
Taalstructuur
Woorden worden gezien als bestaande uit fundamentele taalgeluiden, genaamd fonemen, welke een
woord of een deel van een woord vormen. We combineren deze om morfemen te vormen, de kleine
betekenisvolle unit van woorden, zoals do in undo. Een lexicon bevat een geheugen opslag die bestaat uit
worden en hun betekenissen. Woorden worden samengeplakt in patronen die conformeren naar de
grammatica van de taal – de syntax. De betekenis van woorden en zinnen wordt semantics genoemd.
Vocale intonatie wordt prosody genoemd en kan de letterlijke betekenis van woorden en zin modificeren
door stress, toonhoogte en ritme. Discourse is het hoogste level van taalverwerking en omvat het aan elkar
rijgen van zinnen om een betekenisvol verhaal te vormen.
Produceren van geluid
De basisanatomie waardoor mensen geluiden procederen bestaat uit
twee sets van delen; een deel als geluidsbron en een ander deel als
filter. Lucht uitgeademd door de longen drives oscillaties van de vocal
cords (=stembanden); vouwen van slijmvlies bevestigd aan de
stembanden, gelokaliseerd in het larynx (=strottenhoofd). De rate van
de vocal-fold oscillatie bepaald de hoogte van het geluid. Wanneer
deze energie door het vocale tract loopt, structureert het groep
geluidsgolven specifiek voor elke vowel geluid, genaamd formants.
Filteren speelt een cruciale rol in spraak; de lengte en vorm van het
vocale tract bepaalde formant karakteristieken, weke snel gemodificeerd
worden tijdens spraak door de bewegingen van de articulatoren.
Formants benadrukken geluiden die betekenisvol zijn in spraak.
Kern taal skills
Categorisatie: meerdere parallelle hiërarchische neurale kanalen
functioneren om inkomende sensorische stimulatie te verwerken. Het brein moet bepalen welke
soorten van sensorische informatie die de cortex bereikt, overeenkomt met het gegeven object in de
externe wereld. Het toeschrijven van tags aan informatie maakt het makkelijker om de informatie waar
te nemen en terug te halen wanneer dit nodig is. De ventrale visuele stroom en de dorsale stroom
kunnen bijdragen aan het maken van automatisch onderscheid tussen objecten.
Labelen van categorieën: het categorisatie systeem kan de productie van woord vormen over het
concept (de categorie) stimuleren. Het kan ervoor zorgen dat de hersenen de concepten in woorden
oproepen. Sommige brein laesie patiënten behouden perceptie van het concept, maar hebben niet
meer de taal om dit concept te omschrijven. Dus het labelen van een categorie omvat niet alleen het
identificeren van (een functie van de temporale kwab), maar ook het organiseren van informatie binnen
de categorie (functie van de motor cortices in de frontale kwab binnen de dorsale visuele stroom).
Sequentie van gedrag: menselijke taal gebruikt transitionele larynx bewegingen om lettergrepen te
vormen. Linker hemisfeer (LH) structuren geassocieerd met taal vormen een deel van een systeem dat
een fundamentele rol speelt in ordering van vocale bewegingen gebruikt in spraak. De sequentie van
woorden op betekenisvolle acties te representeren maken waarschijnlijk gebruik van dezelfde dorsale
stroom frontale cortex circuits die motor acties op volgorde zetten.
1
, Mimicry: dit bevordert taalontwikkeling. Baby’s hebben een voorkeur voor luisteren naar spraak over
alle andere geluiden. Motor systeem spiegelneuronen reageren wanneer we andere bewegingen zien
maken en ook wanneer we dezelfde bewegingen maken. Een beeld gerelateerd met mimicry is dat
spiegelneuronen in de corticale taalregio’s verantwoordelijk zijn voor ons vermogen om geluiden,
woorden en acties na te doen die taal bevatten.
19.2 Zoeken naar de oorsprong van taal
De discontinuity theorie stelt dat taal snel en aardig plotseling geëvolueerd is. De continuity theorie stelt
dat taal gradueel evalueert; gelijkheden in de genen en gedragingen van voorouderlijke hominide soorten
produceerde taal.
Continuity theorie
Er zijn meerdere varianten van dier vocalisatie theorie; de pooh-pooh theorie (taal is geëvalueerd uit
geluiden geassocieerd met sterke emotie), de bow-wow theorie (taal is geëvalueerd van geluiden gemaakt
om natuurlijke geluiden na te bootsen), de yo-he-ho theorie (taal geëvalueerd van geluiden gemaakt om
natuurlijke geluiden te resoneren) en de sing-song theorie (taal geëvalueerd van geluiden gemaakt tijdens
spelen of dansen).
Verschillend bewijs steunt de contributie die gebaren maken tot taalevaluatie. Veel dieren
communiceren met beweging. Non-verbale gebaren zijn ook gerelateerd aan spraak. De meeste mensen
gebaren met de rechterhand wanneer zij spreken; hun gebaren worden geproduceerd door de
linkerhersenhelft, net als de meeste taal. Gebaren vormen dus een integraal component van taal, wat
suggereert dat onze taal meer dan spraak omvat; de neurale basis van taal is niet gewoonweg een
eigenschap van breinregio’s controlerend voor de mond, maar omvat het meer algemene motor systeem.
Het verlies van bepaald gebarentaal vermogen door mensen die voorheen afhankelijk waren van
gebarentaal, geven het gepaste bewijs dat gebarentaal en vocale taal afhankelijk zijn van dezelfde
breinstructuren. Een LH-laesie verstoorde zowel gebarentaal als vocale taal en andersom. Het cocktail-
party effect komt voor wanneer je luistert naar iemand in een luidruchtige omgeving, je veel beter kan
‘horen’ wat je gesprekspartner zegt als je ook de lippen ziet. Het McGurk effect wordt vertoond wanneer je
tegelijk iemand iets ziet zeggen en een tweede woord hoort, je het gearticuleerde woord ‘gehoord’ heb.
Discontinuity theorie
Deze theorie benadrukt de syntax van menselijke talen en stelt dat taal plotseling opkwam in moderne
mensen. Een nadruk is erkenning van de unieke soort specifieke “computational core” van menselijke taal –
de geluiden, syntax en semantiek. De theorie probeert ook taal oorsprong te traceren door het vergelijken
van gelijkheden in woordgebruik. Lieberman concludeerde dat taal samen opkwam met de verlaagde
vocale tract in moderne mensen (afgelopen 200.000 jaar). Een ander argument voor recente
taalontwikkeling is dat het vermogen om te schrijven en het vermogen om te spreken veel overeenkomsten
hebben. Beide vereisen geraffineerde bewegingen en veel bewegingstransities. MacNeilage stelt dat het
kritische kenmerk van taal articulatie is – wat de mond doet (uniek voor mensen).
Experimentele aanpakken tot taaloorsprong
Taalachtige vermogens zijn aanwezig in veel verschillende breinen, zelfs die extreem verschillend van die
van de mens.
Bewijs voor taal in niet-menselijke apen: chimpansees delen sommige gedragingen en anatomie
gerelateerd aan taal met mensen, waaronder handigheid en links-rechts asymmetrie in taalgebieden in
het brein.
Conclusies van onderzoeken naar taaloorsprong: bij het beschouwen van de rudimentaire
vermogens van andere diersoorten om bepaalde aspecten van taal te verwerven, richten twee
verklaringen zich op de neurale basis ervan:
1. Wanneer het brein een bepaald level van complexiteit bereikt, heeft het brein het vermogen om
sommige kern taalskills uit te voeren, zelfs in de afwezigheid van een massieve neocortex met
specifieke neurale structuren.
2. Alle breinen hebben communicatieve functies, maar de manieren waarop communicatie
plaatsvindt, verschilt van soort tot soort. Apen hebben een veel grotere predispositie om taal te
begrijpen, dan om het te produceren.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karoliengarritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.