Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5540)
1
review
By: Hannast • 6 year ago
Seller
Follow
Lauratjee
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1, gedrag
§1.1 dierenwelzijn
Gedrag is wat dieren of mensen doen of laten. Bij gedragsonderzoek
kijk je naar de reactes van dieren in verschillende situates.
Gedrag kan ontstaan door inwendige en uitwendige prikkels. Inwendige
prikkels komen van binnenuit door bijvoorbeeld hormonen en een
honger- of dorstgevoel. Bewegingen, geur en geluiden zijn voorbeelden
van uitwendige prikkels, deze komen van buitenaf. Door een
combinate van in en uitwendige prikkels ontstaat een combinate van
omstandigheden motierende facttoren. Als het aantal prikkels zo
hoog wordt, en de motvate hoog genoeg is en boven de
drempelwaarde komt, kan dit lijden tot een bepaald gedrag. Bij dieren bijvoorbeeld paringsgedrag.
Een aantal aparte handelingen zijn gedragseenheden. Dit komt vaak in een bepaalde volgorde voor welke lijdt
tot een volgend gedrag. (Bijvoorbeeld kauwen en dan doorslikken) Een vaste volgorde lijdt tot een
gedragsketen. Een aantal van deze ketens achter elkaar aan zorgt voor een gedragssysteem. De verschillende
gedragssystemen vormen het gedrag. Voedingsgedrag bij zowel mensen als dieren bestaat uit voedsel zoeken,
eten en drinken. Hierin zijn dan weer verschillende eenheden. Een gedragseenheid geef je weer in een
ethogram.
Een functte ian het gedrag is bijvoorbeeld overleven. Het veranderen van de omstandigheden zoals in
gevangenschap nemen kan lijden tot het verdwijnen van gedrag. Ook de wetgeving is erop aangepast dat
dieren leven in een omgeving waar ze natuurlijk verdrag kunnen vertonen. Er zijn verschillende instantes die
dit controleren. Zij
bekijken meetbare
factoren als gewicht
maar ook het gedrag
dat de dieren
vertonen.
§1.2
Gedrag
bestuderen
Gedragsonderzoekers
onderzoeken door observeren, tellen en meten. Dit is objectef zonder vooroordeel. Ze bekijken welke prikkels
het dier ontvangt (input) en tot welk gedrag dit leidt (output). Een antropomorfe benadering van iets is het
gedrag van dieren vertellen als menselijke trekken. Als een kat bijvoorbeeld kopjes geef zou hij blij met je zijn.
Onderzoek naar diergedrag wordt ook wel ethologie genoemd. Veel van dit onderzoek is beschrijvend.
Een prikkel die steeds hetzelfde gedrag oproept wordt ook wel een sleutelprikkel genoemd. Op het moment
dat er nog een sterkere prikkel geld als die sleutelprikkel. Word een supernormale prikkel genoemd. Deze
prikkel lokt een nog sterkere reacte bij mensen en dieren op.
Het aanleren van de moeder herkennen wordt gedaan in de geioelige periode. Hier wordt aan een mens of
dier een moederbeeld aangeleerd. Dit is het leren door inprentng. Dit is alleen mogelijk in de gevoelige
periode, dit lijkt een aangeboren voorprogrammering. Neem hierbij het voorbeeld van de jonge eendjes.
, §1.3communicatie en gedrag
Elke diersoort heef een eigen manier van communiceren. Dit gaat vaak door een bepaalde prikkel waarmee
het diergedrag bij een ander dier oproept. Dit worden ook wel signalen genoemd. Mensen kunnen een cursus
krijgen voor het reageren op gedrag signalen van dieren. Omdat wij dit niet terug kunnen doen moeten wij op
een andere manier de prikkels terugzenden naar het dier.
Een ritueel bestaat uit een aantal gedragseenheden die vast zijn. Bijvoorbeeld de 3 zoenen op de wang als er
iemand jarig is. Ook dieren doen dit, hierbij berust het op het geven van signalen die tot sleutelprikkels zullen
lijden. Deze zijn belangrijk voor ontmoetngen van soortgenoten. Dit gedrag kan een gevolg zijn van inprentng.
Bijvoorbeeld het achter de moeder aan lopen van baby gansjes. Een ritueel gedrag kan ook leiden tot
paringsgedrag, dit heet balts. Op deze manier kunnen dieren aantonen dat ze de ander leuk vinden. Ook
bijvoorbeeld het intreden van andermans territorium kan lijden tot aanval gedrag, maar als de ander zich
onderdanig gedraagt, kan dit worden voorkomen. Tijdens de balts laten de dieren zien hoe goed ze zijn als
ouder. Het lijkt een soort rollenspel.
Er zijn verschillende soorten gedrag dat een dier kan vertonen in een situate waar hij niet weet wat hij doen
moet, dit is ctonflicttgedrag
- Oierspronggedrag is het gedrag dat een dier gaat vertonen als hij niet weet wat hij moet gaan doen in
een bepaalde situate. Dit is bij een innerlijkgedragsconfict wat lijdt tot een gedrag wat totaal niet bij
de situate past.
- Ambiialent gedrag is als een dier 2 tegengestelde gedragssystemen afwisselt. Bijvoorbeeld ziten gaan
en daarna weer rondjes lopen
- Omgerictht gedrag is als je agressiviteit afreageert op iets anders als het ding waar het organisme boos
op is. Bijvoorbeeld een deur dicht smijten
Af en toe zijn er misverstanden in de
communicate. Dit kan ontstaan
doordat de afzender een onjuist
signaal afgeef of de ontvanger het
signaal onjuist interpreteert. Deze
fout kan liggen bij de oren of ogen
maar het kan ook liggen bij de
hersencentra, die niet goed werken.
Bij uitwisseling van bijvoorbeeld
walvissen kan er ook een ruis ziten,
door bijvoorbeeld de toenemende
scheepvaart
1.4 aangeboren of aangeleerd
Er zijn een aantal verschillende manieren om dingen te leren:
Aangeboren gedrag: als een baby dit van begin af aan al doet, bijvoorbeeld zuiggedrag of huilen.
Gewenning: als er een prikkel is waar men eerst wel en
later niet meer op reageert.
Aangeleerd gedrag: het reageren op een prikkel die is
ontwikkeld door een leerproces
Imiteren: het na doen van soortgenoten bijvoorbeeld
vogels die anderen hun gedrag na doen
Leren door te spelen: dieren die in groepen leven leren
hierdoor sociaal gedrag (leren omgaan met
soortgenoten). Hierdoor leren ze elkaars posite
herkennen: de rangorde. Als dit soort dieren eenzaam
opgroeien kunnen ze angstg gedrag vertonen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lauratjee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.