Samenvatting Hoofdstuk 9 De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd
177 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Ontwikkelingspsychologie
Samenvatting Hoofdstuk 9 De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd
Ontwikkelingspsychologie
Robert S. Feldman
7e editie
Hogeschool van Amsterdam
Academie Lichamelijke Opvoeding
1e jaar, blok 3
volledig hoofdstuk 9
Hoofdstuk 9 De cogniteve ontwikkeling in de peuter-
en kleutertjd
9.1 De intellectuele ontwikkeling
9.1.1 Piagets stadium van preoperatoneel denken
Volgens Piaget bestrijken de peuter- en kleuterjaren één stadium. Dit is het preoperatonele stadium
en dit duurt (ongeveer) van 3 tot 7 jaar. Het symbolisch denken groeit verder, het vermogen tot
redeneren ontwikkelt zich en het gebruik van begrippen neemt toe. In dit stadium krijgt het kind
steeds meer te maken met representates (imiteren van gedrag), toch kan hij in het begin nog niet zo
goed omgaan met nieuwe inhouden. Dit komt omdat het nog niet voldoende de beschikking heef
over operatess georganiseerde formele, logische mentale processen. Een van de belangrijkste
aspecten van het preoperatoneel stadium is het symboolgebruiks het vermogen om een mentaal
symbool, woord of een object te gebruiken om iets wat niet fysiek aanwezig is weer te geven of te
vervangen. Dankzij het vermogen om symbolen te gebruiken hoeven kinderen geen directe
ervaringen meer te hebben met een echte auto om het doel en het gebruik ervan in grote lijnen te
begrijpen.
De relate tussen taal & gedachten
Symboolgebruik is de kern van een van de grote vorderingen die kinderen maken in de
preoperatonele periode: hun steeds complexere taalgebruik. Volgens Piaget zijn taal en denken
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo zou taalontwikkeling tjdens de peuter- en kleuterjaren
verschillende verbeteringen met zich meebrengen t.o.v. denkprocessen. Als denkprocessen ingebed
zijn in sensomotorische actviteiten dan verlopen die relatef traag, ze zijn namelijk afankelijk van
bewegingen van het lichaam en dit wordt begrensd door fysieke mogelijkheden. Symbolisch denken
daarentegen stelt kinderen in staat om actes symbolisch weer te geven, hierdoor gaat denken
sneller.
Taal stelt kinderen niet alleen in staat om over het heden na te denken, maar ook over de toekomst.
Daardoor ziten ze door hun taalontwikkeling niet meer vast in het hier en nu maar kunnen ze ook
over de toekomst nadenken en zich hier een voorstelling van maken.
Volgens Piaget vloeit taal voort uit cogniteve vooruitgang (en niet andersom) Hij is van mening dat
verbeteringen tjdens de eerdere sensomotorische periode noodzakelijk zijn voor taalontwikkeling en
dat de voortdurende groei van cogniteve vaardigheden tjdens de preoperatonele periode de basis
vormt voor taalvaardigheid.
Centrate: wat je ziet, is wat je denkt
Met centrate bedoelen we het onvermogen van kinderen om zich op meer dan één aspect van een
stmulus te concentreren. Ze kunnen zich niet op alle beschikbare informate richten maar
concentreren zich op oppervlakkige, in het oog springende elementen. (Bijv. rij van 10 knopen dicht
op elkaar, en 8 knopen ver uit elkaar, rij van 8 is langer dus als er wordt gevraagd welke rij meer
knopen bevat zullen ze de rij van 8 zeggen, ondanks dat ze weten dat 10 meer is dan 8). De oorzaak
van deze vergissing is dat het visuele beeld het denken overstemt.
, Conservate: leren dat uiterlijke schijn beedriegt
Kinderen van rond de 4 jaar zijn nog niet tot conservate in staats het inzicht dat kwantteit niet
gerelateerd is aan opstelling en de uiterlijke verschijningsvorm van objecten. Als er appelsap in een
hoog smal glas zit en er zit evenveel in een laag breed glas zullen ze zeggen dat er in het hoge smalle
glas meer sap zit. Ze zijn niet in staat om te besefen dat de verandering in verschijning geen
verandering in de kwantteit meebrengt.
Onvolledig beegrip van transformate
Een kind in de preoperatonele fase dat tjdens een boswandeling verschillende wormen ziet zal
denken dat het steeds dezelfde worm is. Elke ontmoetng met de worm ziet hij in isolate, hij is niet in
staat om de transformate te reconstrueren die zou plaatsvinden als de worm snel van de ene plek
naar de andere zou gaan. Een kind in de preoperatonele fase kan dus niet bedenken dat een worm
niet zó snel van de ene naar de andere plek kan gaan en dat het dus wel verschillende wormen
moeten zijn. Met transformate bedoelen we het proces waarbij de ene toestand verandert in de
andere.
Egocentrisme: het onvermogen om zich in anderen te verplaatsen
Een van de andere kenmerken van het preoperatoneel stadium is egocentrisme ofwel het
onvermogen om zich in andere te verplaatsen. Peuters en kleuters kunnen niet begrijpen dat
individuen dingen verschillend kunnen zien. Egocentrisme kent twee vormen:
Het gebrek aan besef dat andere dingen vanuit een ander fysiek perspectef zien.
Het onvermogen tot realisate dat anderen gedachten, gevoelens en standpunten hebben die
anders zijn dan van henzelf.
Het ontstaan van intuïtef denken
De peuter- en kleuterjaren noemt Piaget de preoperatonele fase, aangenomen zou kunnen worden
dat het wachten is op manifestates van operates. Toch is dit verre van een inacteve periode. De
cogniteve ontwikkeling vordert en kinderen ontwikkelen in deze periode verschillende nieuwe
vermogens. Een voorbeeld is intuïtef denkens denken waarin tot uitng komt dat peuters en kleuters
gretg kennis over de wereld verwerven en primitef redenerens ze hebben (vaak onjuiste)
verklaringen voor alles wat ze waarnemen.
Dit intuïteve denken van kinderen in de late stadia van de preoperatonele periode bereidt hen voor
op geavanceerdere vormen van redeneren. Aan het eind van het preoperatonele stadium beginnen
ze het begrip functonaliteit te begrijpen. Functonaliteit houdt in dat actes, gebeurtenissen en
resultaten volgens vaste patronen aan elkaar gerelateerd zijn. Ze begrijpen dat een fets sneller gaat
als ze harder trappen en dat een tv-kanaal verandert als men op een knopje op de afstandsbediening
drukt.
Later worden kinderen zich bewust van identteits het besef dat bepaalde dingen hetzelfde blijven
ongeacht veranderingen in vorm, omvang en uiterlijk. (Zo snappen ze dat een bepaalde hoeveelheid
klei in verschillende vormen hetzelfde volume zal blijven) Begrip hiervan is belangrijk om conservate
te kunnen begrijpen, het besef dat kwantteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning. De
ontwikkeling van conservate zou een vaardigheid zijn die de overgang tussen het preoperatonele en
het concreet operatonele stadium stelt.
Meningen over Piagets beenadering van cogniteve ontwikkeling
De grote lijnen van de theorie van Piaget vormen een nutg kader voor de ontwikkeling van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KMolenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.