100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting foundations of sport and exercise psychology $11.26
Add to cart

Summary

Samenvatting foundations of sport and exercise psychology

2 reviews
 494 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

Een zeer uitgebreide samenvatting van 92 bladzijden.

Preview 7 out of 135  pages

  • June 24, 2013
  • 135
  • 2011/2012
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: yentlmafait • 7 year ago

review-writer-avatar

By: Timmerhuus • 8 year ago

avatar-seller
Samenvatting prestatiepsychologie

Hoofdstuk 1

- sport en bewegings-psychologie is de wetenschappelijke studie van mensen en hun gedrag in
de sportactiviteiten, bewegingsactiviteiten en de praktische toepassing van deze kennis.
Sport en bewegings-psychologie identificeert principes en richtlijnen die professionals gebruiken om
volwassenen en kinderen te laten deelnemen aan sport en te profiteren van verschillende
oefeningen. (positieve ontwikkeling van individu in sport door training.)

De meeste mensen studeren sport en bewegings-psychologie met twee verschillende objectieven in
gedachten:
1. Om te begrijpen hoe psychologische factoren een effect hebben op de uitvoering.
2. Om te begrijpen welk effect de deelname in sport en oefening heeft; op de psychologische
ontwikkeling, gezondheid en welzijn van een persoon.

Sport en oefening-psychologen proberen te begrijpen en te helpen van topsporters, kinderen,
personen die lichamelijk of geestelijk gehandicapt zijn, gemiddelde deelnemers die maximaal
uitoefenen en deelnemen, senioren, persoonlijke voldoening en voeding.

Er zijn drie primaire rollen in de professionele activiteiten van een sport psycholoog.
1. Verrichten van onderzoek; relaties, motivatie, angst levels enz.
2. Leren/onderwijzen; persoonlijke psychologie, ontwikkeling-psychologie, sociologie, controle
van beweging, motor learning enz.
3. Raadgevend; ontwikkelen psychologische vaardigheden voor het verbeteren van
competitieve prestaties en trainingen. Voor zowel sporter en coach.

Er zijn twee specialiteiten binnen de sport psychologie:
- klinische sportpsychologie = hebben een uitgebreide opleiding in de psychologie gehad,
zodat ze emotionele stoornissen kunnen opsporen en kunnen behandelen.
klinische sport psychologen zijn nodig omdat, sommige atleten en sporters een ernstige
emotionele stoornissen ontwikkelen. Hiervoor is een speciale behandeling nodig. (komt niet
alleen bij sport voor, maar in de hele maatschappij.)
Eetstoornissen en drugsmisbruik zijn twee gebieden waarin een klinisch sportpsycholoog
vaak kan helpen, sport en beweging helpen deze deelnemers.
- Onderwijs/lerende sport psychologie = deze mensen zijn mentale coaches, wie atleten en
sporters leren over psychologische vaardigheden en de ontwikkeling daarvan. Ze zijn niet
getraind om te werken met individuen die emotionele stoornissen hebben.
Ze begrijpen de psychologische menselijke bewegingen.
Beide specialisten worden niet erkend als psychologen.
Beide specialisten moeten kennis hebben van klinische en lerende sport psychologie, van oefening en
van sport wetenschappen. (opgesteld door AASP = een organisatie die is opgezet voor het promoten
van onderzoek en praktijk van toegepaste sport en bewegings-psychologie).

Sportpsychologie is ontstaan rond de 20ste eeuw in de Verenigde Staten. De geschiedenis is in te
delen is 6 perioden:

,1. Early years, 1893-1920 Norman Triplett; psycholoog en fietsliefhebber. Hij vroeg zich af
waarom fietsers in groepen soms sneller fietsten, dan wanneer ze alleen waren. Hij bekeek
meerdere fietswedstrijdresultaten. Daarnaast heeft hij een proef opgesteld waarin een groep
kinderen zo snel mogelijk naar de finish moeten fietsen. Hij kon uit beide resultaten
herleiden dat wanneer er in groepen gefietst wordt betere resultaten worden behaald.
Een andere psycholoog was E.W. Scripture; hij zag sport als een goede manier om
wetenschappelijke psychologie tot uiting te laten brengen. Hij deed met zijn studenten een
aantal laboratorium onderzoeken naar spier beweging en reactie (schermers en hardlopers).
Hij bracht ook in discussie dat sport zorgt voor karakter ontwikkeling. Scripture werkte nauw
samen met William Anderson (eerste psychologie docent), hieruit blijkt dat sportpsychologie
is ontstaan vanuit psychologische onderwijzers en psychologen.
2. Griffith era, 1921-1938 Coleman Griffith; wordt erkend als de vader van sportpsychologie. Hij
ontwikkelde het eerste laboratorium in de sport psychologie, hielp bij het beginnen van de
eerste coaching scholen en schreef twee boeken. Daarnaast deed hij ook nog een aantal
series van studies naar de Chicago Cubs baseball team en ontwikkelde psychologische
profielen van legendarische spelers. Griffith werkte vooral in isolatie, hij maakte desondanks
excellente modellen voor sport en bewegings-psychologie.
3. Preparation for the future, 1939-1965 Franklin Henry; grotendeels verantwoordelijk voor
ontwikkeling in wetenschappelijke psychologie. Hij beperkte zijn onderzoek naar motor
vaardigheden en psychologische aspecten in de sport. Het belangrijkste is dat hij training
heeft gegeven aan psychologische onderwijzers die later professoren zijn geworden. Een
aantal van zijn studenten hebben het curriculum aangescherpt en hebben de sport en
bewegings-psychologie wetenschappen ontwikkelt zoals wij die vandaag de dag kennen.
Andere onderzoekers in periode drie waren; Warren Johnson en Arthur Slatter-Hammel, zij
hielpen met het opzetten van de basis voor toekomstige studie van sport psychologie.
Daarnaast werkte Dorothy Yates (een van de eerste vrouwen) samen met boxers, waarbij ze
onderzocht wat het effect was van haar ontspanningstraining.
4. Establishment of academic sport psychology, 1966-1977 Bruce Ogilvie; specialisten die zich
richten op motorisch leren onderzoeken hoe mensen motorische vaardigheden verkrijgen.
Sport psychologen richten zich op psychologische factoren zoals: angst, zelfwaardering en
persoonlijkheid en hoe deze invloed op de sport en motorische vaardigheden hebben.
Daarnaast kijken ze naar de psychologische ontwikkeling die er ontstaat bij deelname aan
lessen sport psychologie.
Ook gingen de eerste sportpsychologen aan het werk bij atleten. Dit ontstond vanuit Noord-
America.
5. Multidisciplinary science and practice in sport and exercise psychology, 1978-2000 Dorothy
Harris; er ontstonden speciale dagboeken en conferenties in de gebieden werden ontwikkelt.
Er kwamen veel boeken uit. Vele studenten en psychologen gingen het veld in. Hierdoor
ontstond er een grote variatie in professionele oefeningen, wat voor problemen zorgde.
Dorothy Harris hielp met het oprichten van PSU( programma waarin werd opgesteld waaraan
je moet voldoen voordat je kunt slagen). Harris was de eerste vrouw in samenwerking met
andere professoren. Zij heeft een basis gelegd voor de vrouwen die ook in de psychologische
samenwerking wouden.
6. 2001-tot nu; het dagboek wordt in Europa uitgegeven. Er wordt gekeken naar de beste
manier van lesgeven aan studenten die ook het vak sport-psychologie willen gaan volgen. Er

, worden betere en sterkere onderzoeksprogramma’s opgezet en de mensen worden steeds
meer geïnteresseerd in het onderwerp sport psychologie.

De meeste specialistische sportpsychologen werken in Noord-Amerika en Europa.

Sport psychologen uit Rusland en Duitsland beginnen met werken rond de tijd dat Griffith zijn
toetreden nam op de universiteit.
De Russische sport psycholoog Avksenty Puni ; zijn theorie op psychologische voorbereiding voor
atletische competitie werd gefocust op: realistische doelen, compromisloze inzet, optimale
emotionele arousel, hoge tolerantie voor afleiding en stress en zelfregulatie. Uit deze theorie is te
zien dat deze onderzoeker uit Rusland al verder was dan de onderzoeken die op het zelfde moment
in Noord-Amerika werden uitgevoerd.
In 1965 is de ISSP opgericht. Deze organisatie hield bijeenkomsten waarbij verschillende psychologen
samenkwamen om onderzoeken en ideeën uit te wisselen over de sport psychologie.
IJSP; werd gesponsord door de ISSP. IJSP is de internationale Journal van Sport Psychologie. Ferruccio
Antonelli was directeur van beide organisaties, omdat hij een groot deel van de ontwikkeling in sport
psychologie internationaal heeft gemaakt.

Wetenschap is dynamisch. Je kunt het ook wel een proces noemen. Je leert door systematisch,
gecontroleerd en kritisch door het filteren van kennis.
Wanneer je naar de psychologische wetenschap kijkt zijn de doelen te beschrijven, kan je uitleg
geven, kan je voorspellen. Hierdoor kan het gedrag gecontroleerd worden.

De wetenschap heeft een aantal basis regels voor onderzoek:
1. Systematische aanpak om een vraag te bestuderen.
2. Controle van voorwaarden, let op de variabelen.
3. De methode is empirisch, dit houdt in dat het is gebaseerd op observatie.
4. De methode is kritisch, kritische analyse van ideeën helpen ervoor te zorgen dat het
onderzoek betrouwbaar is.

- een theorie is een geheel van samenhangende feiten die een systematische mening van
sommige fenomenen presenteert. Dit is om toekomstige gebeurtenissen te beschrijven, te
verklaren en te voorspellen.
Bijv. sociale facilitatie1 theorie; Zajonc onderzocht wat van invloed het publiek had op prestaties van
de sporter. Hij vond een patroon dat liet zien dat sporters bij een simpele taak goed presteerden bij
een publiek, terwijl sporters bij een moeilijke taak niet goed presteerden wanneer er een publiek
aanwezig was. Zajonc concludeerde dat publiek voor een arousel zorgt.

Studies hebben een beperkte mogelijkheid om call causel (zorgt voor een effect) te identificeren,
tussen relaties en factoren.
Het bepalen van de causale relaties met behulp van experimenten heeft meer voordeel dan het
uitvoeren van studies.

1
facilitatie
speciaal met betrekking tot de geleiding van prikkels door zenuwweefsel, waarbij de weerstand in de zenuw of
baan in het CZS wordt verminderd, zodat een volgende prikkel gemakkelijker een reactie veroorzaakt

,Een experiment verschilt van een studie omdat de onderzoeker de variabelen manipuleert. Door het
observeren van de variaties wordt gekeken hoe de verschillen in een variabele effect heeft op
veranderingen in het andere. Er wordt bijna altijd gebruik gemaakt van een experimentele groep en
een controle groep.

Eén van de doelen van onderzoekers is het verkrijgen van onpartijdige informatie; deze data zijn niet
beïnvloed door persoonlijke gevoelens van de onderzoekers.

Reductionistisch houdt in dat niet alle variabelen kunnen worden onderzocht, omdat deze te
uitlopend zijn. De beste variabelen worden dan geïsoleerd, deze zijn het meest belangrijk.

Interne en externe validiteit (geldigheid) kan alleen ontstaan bij structurele, gecontroleerde en
systematisch onderzoeken. Zonder externe validiteit is de interne validiteit niet aanwezig.

- Beroepspraktijk kennis = kennis die wordt verkregen door ervaringen. Wordt verkregen door
trial –and-error leren.
Beroepspraktijk kennis is te verkrijgen vanaf vele bronnen:
1. Wetenschappelijke methoden
2. Systematische observatie
3. Single case studie
4. Gedeelde ervaringen
5. Introspectie = onderzoeken van gedachten en gevoelens
6. Intuïtie
Coaches gebruiken niet vaak wetenschappelijke methoden, maar gebruiken theoretische aspecten
hieruit.
Bijv. Theresa Hebert werkt als volleybal coach. Voordat het seizoen begint gebruikt ze introspectie
(hoe wil ze coachen dit jaar?). Tijdens de teamtryouts gebruikt ze systematische observatie (ze kijkt
hoe ze slaan, springen enz.). Vorig jaar was er een ster speelster die nogal wat moeilijkheden had,
deze speelster wil ze graag weer. Ze gaat onderzoeken wat de speelster heeft, ze praat met ouders,
teamgenoten en docenten. Ze houdt een single case studie. Nadat ze een team heeft opgesteld
vergelijkt ze haar aantekeningen met een assistent coach, ze kijken samen naar gedeelde ervaringen.
Daarnaast gebruikt ze voor de wedstrijdopstellingen haar intiuïtie.

Vaak weten docenten wel dat een methode werkt, maar ze weten niet waarom. Het is belangrijk dat
docenten die wel onderzoeken, zo kunnen ze de methode ook in nieuwe situaties gebruiken.

De wetenschap van coaching richt zich op het gebruik van algemene beginselen. De kunst van het
coachen is het herkennen van wanneer en hoe deze beginselen te individualiseren. (per individu een
bepaalde aanpak van training).

Elke coach en sportpsycholoog heeft een eigen aanpak in de praktijk, drie van de meest
voorkomende zijn psychofysiologische, sociaal-psychologische en cognitief-gedragsmatige
benaderingen.

, - Psychofysiologische benadering = zij geloven dat de beste manier van het bestuderen van
gedrag tijdens een sport is door het onderzoeken van psychologische processen van het
brein en de invloed hiervan op de fysieke activiteit.
- Sociaal psychologische oriëntatie = zij nemen aan dat het gedrag tot stand komt door een
complexe interactie tussen het milieu (sociaal milieu vooral) en de persoonlijke opbouw van
de atleet. (een complexe interactie op hoe een persoon op een bepaald milieu reageert. Bijv.
leider in een groep)
- Cognitieve gedrag oriëntatie = zij nemen aan dat gedrag wordt vastgesteld door het milieu en
cognitie2. Gedachten en interpretatie spelen een belangrijke rol.

Ethische standaarden in sport en bewegings psychologie:
1. Integriteit
2. Competentie
3. Professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheid
4. Respect voor mensenrechten en waardigheid
5. Zorg voor het welzijn van anderen
6. Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Er worden 10 trends omschreven voor de toekomt:
1. Meer mensen raken geïnteresseerd in trainingen en psychologische kennis. Sport
psychologen helpen steeds meer en coaches bereiken zijn/haar doelen.
2. Er is een grotere nadruk op counseling en klinische training voor sportpsychologen.
3. Ethische en competentie problemen krijgen een grotere nadruk. (bijv. een speler beloofd
meer dan dat hij/zij aan kan.)
4. Sub-specialismen en specialiteiten zijn in ontwikkeling binnen de sport psychologie.
5. Spanning blijft bestaan tussen beoefenaars van academische(onderzoekers) en toegepaste
sportpsychologie.
6. Kwalitatieve onderzoeken krijgen meer aandacht.
7. Er is meer werk in de sport psychologie dan ooit, vaak is het alleen niet fulltime.
8. Sport en bewegings-psychologen is een erkende sport wetenschap. Het nut wordt ervan in
gezien en het krijgt aandacht en erkenning van de wereld.
9. Een positieve psychologische beweging ontstaat door een aantal leiders “in het veld”.
10. Het belang van het omarmen van de globalisering in de sport en bewegings-psychologie is
van het grootste belang voor de hedendaagse studenten die zich “in het veld bevinden”. De
globalisering zal blijven toenemen.




2
vermogen om te kennen of te weten; het opnemen en verwerken van kennis; waarnemen, denken, taal,
bewustzijn, geheugen, aandacht, concentratie en praktische vaardigheden

,Hoofdstuk 2

- Persoonlijkheid is de som van karakteristieken die een persoon uniek maakt. De studie naar
persoonlijkheid helpt ons om beter te werken met studenten, atleten en sporters.

Zie figuur 2.1 (A schematic view of personality structure)

Drie levels van persoonlijkheid:
1. De psychologische kern is de basis level van onze persoonlijkheid. Bevat je waarden,
gedragingen, motivaties, interesse en het geloof in jezelf.
2. Typische reacties = zijn de manieren hoe ieder leert om zich aan te passen aan de omgeving
en hoe we reageren tegen de wereld om ons heen. (manier van reageren: introvert en
extrovert, je bent vaak beide maar de één uit zich meer dan de ander.)
3. Rol gerelateerd gedrag = hoe je handelt vanuit de basis die je waarneemt in een sociale
situatie. In rol gerelateerd gedrag veranderd je persoonlijkheid continu. Rollen kunnen in
conflict raken. Zo kan een ouder een rol als coach en ouder hebben, het kan voorkomen dat
deze rollen dan in een conflict raken.
Voorbeeld: je hebt een kersenbonbon. Iedereen ziet de buitenkant (het papiertje) van de bonbon (rol
gerelateerd gedrag). De genen die verder kijken halen het papiertje eraf en kijken naar de chocolade
laag (typische reactie). Alleen de mensen die genoeg gemotiveerd zijn en interesse hebben zullen in
de bonbon bijten en de kers zien (psychologische basis).

De vijf belangrijkste manieren van het studeren van persoonlijkheid in sport en oefening:
1. psychodynamische benadering = persoonlijkheid wordt gekarakteriseerd door twee thema’s.
(1) Het legt de nadruk op onbewuste gedrag, zoals wat Greud noemde het id, of instinctieve
drives, en hoe deze in strijd zijn met de meer bewuste aspecten van persoonlijkheid, zoals
het superego of het ego.
(2) richt zich op het begrijpen van de persoon als een geheel in plaats van het identificeren
van geïsoleerde eigenschappen of aanleg.
Het is een zeer complexe benadering; het ziet persoonlijkheid als een dynamisch proces die
constant verandert en vaak in conflict is met een ander.
De uiteindelijke contributie van deze benadering is dat niet alle gedragingen van een atleet
of beoefenaar bewust gecontroleerd worden. Soms is het goed om stil te staan bij deze
gedragingen.
2. trait benadering = hierbij wordt ervanuit gegaan dat de basis van de persoonlijkheid redelijk
stabiel is. Er wordt geen rekening gehouden met bijzondere/specifieke situaties die het
gedrag van een individu kan beïnvloeden. (Bijv. een speler is tijdens de wedstrijd zeer
competitief. Hierdoor is hij/zij agressief en geeft alles, dit betekent niet dat deze speler altijd
(andere situaties) agressief is en alles geeft.). Bij trait benadering wordt ervanuit gegaan dat
persoonlijkheidskenmerken blijvend en consequent zijn, ze zijn blijvend in verschillende
situaties.
3. situationele benadering = gedrag is grotendeels besloten door de situatie of omgeving. Deze
benadering houdt in dat milieu-invloeden en versterkingen de manier van gedrag bepalen.
(je bent in de ene situatie vol zelfvertrouwen en in de andere situatie heb je totaal geen
zelfvertrouwen).

, 4. interactieve benadering = gaat ervan uit dat de situatie en de persoon condeterminants
(variabelen die samen het gedrag bepalen) zijn in het gedrag.
Anders gezegd: wetende zowel individu psychologische kenmerken en het weten van de
bijzondere situatie is nuttig bij het begrijpen van het gedrag. Bijv. een persoon met hoge
vijandigheid zal niet agressief zijn in elke situatie. Wanneer je deze persoon echter in een
situatie wordt gezet waarin het vijandigheid potentiaal hoog is, zal de persoon wel agressief
worden.
Situaties alleen zijn niet voldoende om het gedrag te bepalen, het gedrag van een individu
moet ook bepaald worden.
5. fenomenologische benadering = de benadering die het meeste gebruikt wordt. Gaat ervan
uit dat gedrag het beste wordt bepaald door rekening te houden met de situatie en de
persoonlijke kenmerken.

Psychodynamisch trait interactief fenomenologisch situatie

Intern bepaald via het milieu bepaalt

Veel psychologen maken een onderscheiding tussen de individuele stijl van gedrag (traits) en de
situatie de effect heeft op het gedrag (states).

We kunnen gedrag beter voorspellen wanneer we meer kennis hebben van de specifieke situaties en
de manier waarop een individu hierop reageert.

- Situatie-specifieke maatregelen voorspellen gedrag die betrouwbaar zijn in bepaalde
situaties, omdat ze rekening houden met zowel de persoonlijkheid van de deelnemer en de
specifieke situatie.
Bijv. het hebben van examenstress. Tijdens een examen “bevriezen” de leerlingen terwijl ze in een
normale situatie nergens last van hebben. Op deze manier kan er een schaal worden opgezet,
waaruit te zien is hoe een leerling zich voelt net voor het examen (angst/stress).

Sport-specifieke maatregelen zijn beter te voorspellen aan de hand van het voorspellen van het
gedrag in de sport, dan door gebruik te maken van algemene persoonlijkheid testen.
Na het voorspellen van het gedrag, wordt gekeken naar zwakheden. Vanuit hier wordt er door een
coach naar het verbeteren van deze zwakheden gekeken.

Gevoelens van een speler veranderen continu in een bepaalde situatie. Bijv. Matt is erg zenuwachtig
voor de wedstrijd, naarmate hij in de wedstrijd zit nemen zijn zenuwen af. Matt moet nu het
beslissende punt maken, hij wordt nu weer erg zenuwachtig.

Alle psychologische tests bevatten een zekere mate van meetfouten, wees voorzichtig bij het
interpreteren van de resultaten.

Het is belangrijk voor de validiteit dat een onderzoeker let op omgeving, cultuur, faking good
antwoorden, angst, stress enz. (allemaal variabelen.)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekebreukers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  10x  sold
  • (2)
Add to cart
Added