Samenvatting van het boek Geestelijke stromingen geven van Jos van Remundt en Marleen Boon-Jansen. In deze samenvatting staan de levensbeschouwelijke hoofdstukken uitgewerkt. Van H1 t/m H6 zijn paragrafen 1 en 2 verwerkt. H7 en H8 staan er geheel in. Voor deze toets (in combinatie met geschiedenis,...
Boek: Geestelijke stromingen geven.....................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1: Wie is de mens? – Scheppingsmythen en metaforen.................................................................................................2
1.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................2
1.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag.....................................................................................................................2
Hoofdstuk 2: Wat is goed en kwaad? – Abraham en andere invloedrijke personen.......................................................................3
2.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................3
2.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag.....................................................................................................................3
Hoofdstuk 3: Hoe leven mensen samen? – De leefregels van de geestelijke stromingen...............................................................4
3.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................4
3.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag.............................................................................................................4
Hoofdstuk 4: Wat is de betekenis van lijden en dood? – Symbolen, rituelen, verhalen en beleving..............................................7
4.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................7
4.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag.............................................................................................................7
Hoofdstuk 5: Wat is tjd? – Rituelen; beleving en verandering........................................................................................................8
5.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................8
5.2 De uitleg en achtergrond van deze levensvraag.....................................................................................................................8
Hoofdstuk 6: Wat is ruimte?.............................................................................................................................................................8
6.1 Het nut van het behandelen van deze levensvraag................................................................................................................8
6.2 De uitleg over de achtergrond van deze levensvraag.............................................................................................................8
Hoofdstuk 7: Hoe geef ik mijn les vorm? – Voorbewerken, semantseren, consolideren en controleren......................................9
7.1 Het nut van het gebruik maken van het Viertaktmodel.........................................................................................................9
7.2 Hoe gebruik je het Viertaktmodel van Van den Nulf en Verhallen?...................................................................................10
7.3 Werkvormen in een werkvormenladder bij de vier stappen van het model.......................................................................10
Hoofdstuk 8: Hoe is de praktjk? – Communicate en omgaan met verschillen.............................................................................11
8.1 Het belang van bewustwording............................................................................................................................................11
8.2 De verschillen........................................................................................................................................................................11
8.3 Omgaan met alle verschillen.................................................................................................................................................12
, BOEK: GEESTELIJKE STROMINGEN GEVEN
HOOFDSTUK 1: WIE IS DE MENS? – SCHEPPINGSMYTHEN EN METAFOREN
1.1 HET NUT VAN HET BEHANDELEN VAN DEZE LEVENSVRAAG
Het stellen van vragen geef ons leven inhoud en verdieping. De mens kan nadenken omdat hij een bewustzijn heef. Het is zich
bewust van wie hij is, bewust van zijn identteit, kan naar zichzelf kijken, kan een mening hebben en nog veel meer.
Levensvragen zijn voortgekomen uit fundamentele ervaringen en problemen waarmee iedereen te maken heef. Op deze
fundamentele vragen worden vanuit verschillende levensbeschouwingen verschillende antwoorden gegeven. Zowel qua vorm
als qua inhoud. Dit worden ook wel de ‘antropologische constanten’ genoemd.
Florence Klukhon en Fred L. Strodtbeck hebben in variations in value orienaaties (1961) zes levensvragen opgesteld waarmee
ieder mens mee te maken krijgt:
Wie is de mens?
Wat is goed en kwaad?
Hoe leven mensen met elkaar samen?
Wat is de betekenis van lijden en dood?
Wat is tjd?
Wat is ruimte?
De antwoorden op deze vragen zullen per mens verschillen en worden bepaald door de cultuur waarin je bent opgegroeid, je
opvoeding en de ervaringen die je tjdens je leven opdoet.
Het bestaan van de mens heef te maken met een eigen identteit. Een identteit maakt deel uit van iemands eigenheid: datgene
dat iemand tot een persoonlijkheid maakt, met een eigen profel. Het hebben van een eigen profel heef te maken met drie
aspecten:
Persoonlijke identteit – ik: die wordt gevormd door wat je van jezelf weet en wat een ander van jou weet.
Sociale identteit – wij: wordt gevormd door je relate met de omgeving. Hoe staat iemand in een relate met de ander,
met de groep en in de groep?
Levensbeschouwelijke identteit – bron: hoe de mens zichzelf ziet. Een levensbeschouwelijk kader geef de mens
richtng die hij op wil gaan in zijn leven. Welke zingeving is voor de mens belangrijk?
Bij geestelijke wetenschappen als geestelijke stromingen, kunst, spel en literatuur is de taal, die je tot mens maakt, onmisbaar.
De mens kan zichzelf en de anderen benoemen, duiden en vragen stellen.
Volgens Jozef Bochenski (1902 – 1995) is het bij taalontwikkeling van belang dat de mens op vier niveaus kan
communiceren:
Vanuit de bestaande werkelijkheid: kennis van de omgeving, de natuur en de ander.
Vanuit de psychologie: kennis van de geestelijke stromingen en het gedrag van de mens tot de ander, de omgeving en
omgaan met het transcendente. Wat zijn hierbij de begrippen en hoe beoordeelt men dat?
Vanuit de ethiek: welke betekenis geef de mens aan de verhalen, rituelen en symbolen?
Vanuit het denken (flosoferen): nadenken over de levensvragen in relate tot de geestelijke stromingen.
Nussbaum geef aan dat ‘positoneel denken’ bijdraagt aan een democratscher wereld door het menselijk inlevingsvermogen
(empathie) te ontwikkelen. Het gaat hier om de vaardigheid te kunnen bedenken hoe het is om in de schoenen van een ander te
staan. Inleven speelt ook een rol bij pesten. Het aanleren van empathie is dus van belang.
Geesteswetenschappen helpen om verwondering, empathie, verbeeldingskracht en inlevingsvermogen bij leerlingen te
ontwikkelen.
Antwoorden op de levensvraag ‘Wie is de mens?’ zijn te vinden in verhalen, waaronder mythen. Een mythe laat zien welke
plaats de mens heef in de levensbeschouwing, religie of godsdienst.
Geesteswetenschappen en psychologie vinden elkaar in de wijze waarop mensen hun levensbeschouwelijke identteit
ontwikkelen.
De tradite van een geestelijke stroming biedt de mens aan de hand van verhalen voorbeelden, rollen en fguren waarmee hij
zich kan identfceren. Op deze manier heef men een richtng op de vraag ‘Wie ben ik?’. De mens kan bepalen wat de
belangrijke onderwerpen en personen zijn in de verhalen, symbolen en rituelen.
1.2 DE UITLEG EN ACHTERGROND VAN DEZE LEVENSVRAAG
Door taal maken we niet alleen duidelijk wat we willen en wat we bedoelen, we kunnen er ook ervaringen mee uitwisselen.
Het bijzondere aan verhalen is, dat eigen ervaringen een belangrijke rol spelen, maar dat er ook elementen uit
levensbeschouwelijke tradites in kunnen ziten. Op die manier kunnen mensen met elkaar in discussie gaan om hun ideeën en
opvatngen met anderen te delen en te zoeken naar antwoorden op vragen die voor hen van belang zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekeluimes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.