Hoofdstuk 4 Box 1: winst uit onderneming
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het bepalen van een van de inkomstenbestanddelen in box 1: de
belastbare winst uit onderneming. De weteliike bepalingen met betrekking tot winst uit
onderneming staan in de artikelen 3.2 /mn 3.2 9a We/ IB7.
Dit hoofdstuk bestaat uit vier onderdelen:
1. Onderneming, ondernemerschap en medegerechtgden
2. Bepalen van de winst uit onderneming
3. Ondernemersfaciliteiten
4. Staking van de onderneming
Deel 1: Onderneming,
ondernemerschap en
medegerechtigden
4.2 Inleiding
De belastbare winst uit onderneming wordt in ar/.2 3.2 We/ IB7 omschreven als ‘het gezamenliike
bedrag van de winst die de belastngplichtge als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen,
verminderd met de ondernemersafrek en de mkb-winstvriistelling.’
Er zal nu verder worden ingegaan op de begrippen ondernemer en onderneming.
4.3 Onderneming
Een onderneming is:
- Een duurzame organisate,
- Van kapitaal en arbeid,
- Die erop gericht is om deel te nemen in het economische verkeer,
- Met het oogmerk winst te behalen.
Organisatie van kapi/aal en arbeia
Kapitaal en arbeid ziin snel aanwezig.
Bii een zelfstandig uitgeoefend beroep is het element van kapitaal ondergeschikt aan de kennis en
arbeid van degene die de prestate levert. Het zelfstandig uitgeoefende beroep is in de wetekst
geliikgesteld met een onderneming (ar/.2 3.25 We/ IB7).
De volgende elementen spelen een rol bii de vraag of er sprake is van een onderneming:
- Zelfstandigheid;
- Aantal opdrachtgevers;
- Aanwezigheid debiteurenrisico;
- Inschriiving KvK;
- Zekerheid omtrent inkomen;
- Het voeren van een administrate;
- Verwerven van naamsbekendheid;
1
, - Omvang investeringen.
Hier hoeven niet altid alle factoren aanwezig te ziin.
Duurzaanheia
Duurzaamheid hoef slechts latent aanwezig of bedoeld te ziin. Het is mogeliik dat een onderneming
slechts een korte tid bestaat.
Deelnane aan he/ econonische verkeer
Buiten de familiaire sfeer in concurrente treden.
Wins/oognerk
Om van een onderneming te spreken, moet er naar winst worden gestreefd. Deze winst moet
redeliikerwiis te verwachten ziin. Verliezen in de aanloopfase van een onderneming (maximaal 5 iaar)
mogen worden afgetrokken van de winst.
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters
4.4.1 Inleiding
Ar/.2 3.24 We/ IB7 geef aan wie voor de Wet IB als ondernemer wordt aangemerkt, en dus wordt
geacht winst uit onderneming te genieten. In ART.2 3.23 lia 1 We/ IB7 worden twee andere
winstgenieters benoemd. Dit ziin:
1. De belastngplichtge die winst geniet, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, als
medegerechtgde tot het vermogen van een onderneming.
2. De belastngplichtge die voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde schuldvordering op
een ondernemer, ten behoeve van een voor ziin rekening gedreven onderneming.
4.4.2 Ondernemerschap
Ondernemer is: ‘de belastngplichtge voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en
die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betrefende die onderneming’ (ar/.2 3.24 We/
IB7).
Eennanszaak
Degene die voor eigen rekening een onderneming driif, is ondernemer en aansprakeliik voor ziin
eenmanszaak.
De vennoo/schap onaer frnamnaa/schap
Dit ziin samenwerkingsverbanden van personen, dus geen rechtspersonen. Schuldeisers kunnen
verhaal halen op het gehele privévermogen van alle deelnemers. Bii de vof is iedereen geheel
aansprakeliik, bii de maatschap alleen voor ziin aandeel in de schulden van de maatschap.
Bii een vof en een maatschap worden alle frmanten of maten als ondernemer aangemerkt als in het
samenwerkingsverband een onderneming wordt gedreven.
Connanai/aire vennoo/schap
Een cv is een samenwerkingsverband met één of meer beherende vennoten, die voor hun gehele
vermogen aansprakeliik ziin voor zakeliike schulden, en één of meer commanditaire vennoten.
Beherende vennoten van een cv waarin een onderneming wordt gedreven, ziin ondernemers. Een
commanditaire vennoot (stlle vennoot) is een geldschieter die geen beheersdaden mag verrichten,
en is slechts aansprakeliik voor ziin aandeel of stortng in de vennootschap. Hii is geen ondernemer
maar wel medegerechtgde, en moet over ziin winst inkomstenbelastng betalen.
2
,B7eslo/en vennoo/schapmnaanloze vennoo/schap
de bv of nv is een rechtspersoon en onderworpen aan de vennootschapsbelastng (vpb). De
aandeelhouders ziin geen ondernemers.
4.4.3 Urencriterium
Om te vermiiden dat alle ondernemersfaciliteiten ook bii actviteiten met een geringe omvang
binnen handbereik komen, heef de wetgever het urencriterium geïntroduceerd, zie ar/.2 3.26 We/ IB7.
Dit criterium speelt een rol bii:
- De fscale oudedagsreserve (FOR)) (ar/.2 3.26 e.2v.2 We/ IB7);
- De toepassing van de zelfstandigenafrek (ar/.2 3.2 6 We/ IB7)
- De afrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S-O afrek) (ar/.23.2 We/ IB7);
- De meewerkafrek (ar/.2 3.2 8 We/ IB7);
Een ondernemer hoef niet aan het urencriterium te voldoen om de mkb-winstvriistelling (ar/.2 3.2 9a
We/ IB7) te mogen toepassen.
Norn
Een belastngplichtge voldoet aan het urencriterium als:
- Hii gedurende een kalenderiaar ten minste 1225 uur besteedt aan werkzaamheden voor een
of meer ondernemingen waaruit hii als ondernemer winst geniet, en
- De tid die in totaal wordt besteed aan die ondernemingen en het verrichten van
werkzaamheden in de zin van afdeling 3.3 (belastbaar loon) en 3.4 (resultaat overige
werkzaamheden), grotendeels (50% of meer) wordt besteed aan die ondernemingen.
De laatste eis geldt niet als de ondernemer in een of meer van de 5 voorafgaande kalenderiaren geen
ondernemer was.
Bii een zwangerschap wordt de onderneemster geacht om ook tidens haar zwangerschapsverlof de
normale uren te hebben gemaakt (ar/.2 3.26 lia 5 We/ IB7).
Sanenwerkingsverbanaen
Als de werkzaamheden van een vennoot hoofdzakeliik van ondersteunende aard ziin en het
bovendien ongebruikeliik is dat een dergeliik samenwerkingsverband tussen niet-verbonden
personen wordt aangegaan, tellen de werkzaamheden van die vennoot niet mee voor ziin
urencriterium (ar/.2 3.26 lia leter a We/ IB7).
Verder bliiven de binnen een samenwerkingsverband gewerkte uren ook buiten beschouwing voor
het urencriterium als het samenwerkingsverband verband houdt met een onderneming waaruit de
belastngplichtge zelf geen inkomen geniet, maar een aan hem verbonden persoon wel (de
zogenoemde ondermaatschap) (ar/.2 3.26 lia leter b We/ IB7).
4.4.4 Medegerechtigden
Er is ook sprake van winst uit onderneming als iemand die geen ondernemer of aandeelhouder is, als
medegerechtgde tot het vermogen van een onderneming winst geniet uit die onderneming (ar/.2 3.23
lia 1 leter a We/ IB7). Medegerechtgde nemen wel deel in een onderneming maar ziin niet
aansprakeliik voor de schulden van die onderneming. Dit is vaak een stlle vennoot, hii moet ziin
winstaandeel aangeven als winst uit onderneming maar is geen ondernemer. Het maakt niet uit of de
stlle vennoot bii beëindiging van de cv al dan niet gerechtgd is tot een eventueel liuuidatesaldo
(ar/.2 3.23 lia We/ IB7).
3
, 4.4.5 Schuldeiser met specifeke vorderingen op een
ondernemer/onderneming
In bepaalde gevallen worden de voordelen uit de lening aangemerkt als winst uit onderneming: als
de lening feiteliik functoneert als eigen vermogen van de onderneming of de vergoeding voor de
lening voor het grootste deel afankeliik is van de winst (ar/.2 3.23 lia 1 sub b We/ IB7).
De vordering leidt tot winst uit onderneming onder de volgende omstandigheden (ar/.2 3.23 lia 3 We/
IB7):
a. De schuldvordering die is aangegaan onder zodanige voorwaarden dat deze in feite
functoneert als eigen vermogen van de onderneming (de lening hoef biivoorbeeld niet
afgelost te worden);
b. Een schuldvordering waarvan de vergoeding op het tidstp van het aangaan van de
schuldvordering zodanig wordt vastgesteld dat deze rechtens dan wel in feite – bezien over
de gehele looptid grotendeels afankeliik is van de winst. De vergoeding heef dan eigenliik
meer weg van een winstaandeel dan van rente.
Sanenloop ne/ ae /erbeschikkings/ellingsregeling
Als de rente op een schuldvordering op grond van art. 3.3 lid 3 Wet IB als winst uit onderneming in
de hefng kan worden betrokken, maar ook valt onder de zogenaamde
terbeschikkingstellingsregeling zoals bedoeld in ar/.2 3.291 We/ IB7 (Zie hoofdstuk 5), gaat deze laatste
voor. Deze in ar/.2 3.23 lia 4 We/ IB7 opgenomen regeling is een afwiiking op de hoofdregel van
bronvolgorde zoals vastgelegd in ar/.2 .214 We/ IB7, waarbii is bepaald dat de eerste bron voorgaat (zie
hoofdstuk 3).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malteremmler. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.