In dit document word de stof beschreven die geleerd moet worden voor tweedetaalverwerving.
Nederlands als 2e taal in het basisonderwijs, hoofdstuk 1 t/m 10
Kennisbasis (
1. Mondelinge taalvaardigheid;
2. Woordenschat;
3. Begrijpend lezen:
Van deze drie domeinen leer je: Leerinhouden Domei...
Inhoudsopgave
Wat te leren?................................................................................................................................................. 1
Nederlands als 2e taal in het basisonderwijs................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1..........................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 2..........................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 3..........................................................................................................................................................8
Hoofdstuk 4........................................................................................................................................................11
Hoofdstuk 5........................................................................................................................................................14
Hoofdstuk 6........................................................................................................................................................17
Hoofdstuk 7........................................................................................................................................................19
Hoofdstuk 8........................................................................................................................................................21
Hoofdstuk 9........................................................................................................................................................24
Hoofdstuk 10......................................................................................................................................................27
Wat te leren?
Boek: Nederlands als 2e taal in het basisonderwijs, hoofdstuk 1 t/m 10
Kennisbasis (https://www.taalme.nu/)
1. Mondelinge taalvaardigheid; https://www.taalme.nu/mondelinge
%20taalvaardigheid.htm
2. Woordenschat; https://www.taalme.nu/woordenschat.htm
3. Begrijpend lezen: https://www.taalme.nu/beginnende%20geletterdheid.htm
Van deze drie domeinen leer je: Leerinhouden Domein & Fundament.
,Leerdoelen
40 MC vragen
Je weet hoe een NT2-leerder taal verwerft en hoe de leerkracht bijdraagt aan de
taalverwerving van de leerling.
Je weet wat de aard en de omvang is van de problematiek of wat de uitdaging is van
het tweede taal verwerven of leren van een tweede taal.
Je weet hoe NT2-onderwijs aan anderstalige leerlingen gegeven moet worden,
tenminste voor wat betreft de volgende aspecten:
˗ het stimuleren van de mondelinge taalvaardigheid;
˗ het afstemmen van het taalaanbod en de interactie;
˗ het woordenschatonderwijs;
˗ het leesonderwijs;
- de relatie tussen schoolse (tweede)taalvaardigheden en de schoolvakken.
Je weet welke schoolse taalvaardigheden de NT2-leerling problemen opleveren bij
het deel kunnen nemen aan het onderwijs en kunt dit vertalen naar praktisch
handelen.
Je weet wat goed woordenschatonderwijs is en kunt dit vertalen naar praktisch
handelen.
Je weet wat de kenmerken van effectief NT2-onderwijs zijn.
Je weet wat de problematiek bij het toetsen van NT2-leerlingen is.
Je weet wat effectief taalonderwijs aan tweedetaalleerders inhoudt.
Je weet hoe het taalonderwijs aan nieuwkomers georganiseerd moet worden.
Je weet wat het taalbeleid van een school met NT2-leerlingen moet zijn.
Leeruitkomst Kennisbasis
Je kent de begrippen van de kennisbasis uit de domeinen Mondelinge
taalvaardigheid, Woordenschat en Begrijpend lezen.
,Nederlands als 2e taal in het basisonderwijs
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1 is een schets van de situatie voor een leerling met Nederlands als tweede taal.
Hoofdstuk 2
Tweetaligheid: kinderen die tweetalig worden opgevoed worden opgevoed met beide talen,
deze worden afgewisseld en door elkaar gesproken. Dit kan afhankelijk zijn van
gesprekspartner, plaats of onderwerp. Hier is het best als het kind vanaf begin tweetalig
wordt opgevoed en de talen vanaf het begin beide worden aangeboden. Beide talen moeten
in evenwicht worden aangeboden. Als het kind een van de talen beter beheerst dan noemen
we dat taaldominantie. Dit kan verschuiven, dat het de eerste paar jaren het ene is en dan
na 4/5 jaar een andere taal omdat ze bijvoorbeeld naar school gaan
Verschillende soorten taalvaardigheid:
Receptieve taalvaardigheid: passief, luisteren of lezen -> taal begrip
Productieve taalvaardigheid: actief, spreken of schrijven-> taalproductie
Taalbegrip: klanken herkennen
Taalproductie: klanken kunnen uitspreken, woorden kennen, verbuigingen
Stille periode: periode waarin vooral de receptieve taalvaardigheid wordt ontwikkeld
voordat de productieve taalvaardigheid aan bod komt. Het kind is een tijdje wat stiller en
gaat wat later pas gaat praten. In deze periode houden ze wat ze geleerd hebben nog even
voor zich
Behaviorisme: vat het leren van de taal op als een proces van gewoontes waarin imitatie en
bekrachtiging een grote rol spelen -> interferentiehypothese
Volgens het behaviorisme werd het aanleren van een taal gezien als een proces van
gewoontevorming waarin imitatie en reïnforcement een grote rol spelen.
Imitatie: het nadoen ergens van of van iemand
Reinforcement: bekrachtiging, complimenten geven (“goed bezig”, “goed zo”)
Gewoontes van de eerste taal hebben invloed op gewoontes van de tweede taal. Hoe dit
wordt overgedragen wordt een transfer genoemd. Dit kan bijvoorbeeld uitspraak,
woordenschat, zinsopbouw of grammatica zijn. Deze worden dan van de eerste taal deels
meegenomen naar de tweede taal. Het maken van een fout door een negatieve transfer
wordt een interferentie genoemd, bijvoorbeeld omdat ze de zinsopbouw van de eerste taal
gebruiken in de tweede taal (“hij kleine vogeltjes geef”)
Interferentiehypothese: opvatting die stelt dat fouten in de NT2 beïnvloed worden door de
NT1.
Nativisme: gaat ervan uit dat mensen ter wereld komen met een aangeboren
taalverwervingsmechanisme. -> tussentaal
, Leerling met een NT2 zegt: “vielde” en “keekte”. Dit zijn woorden in de tussentaal: het zijn
fouten die noodzakelijk zijn om te leren. Doordat ze de grammatica regels kennen gaan ze
deze toepassen zonder dat ze het weten. Dit komt niet door imitatie omdat ze de woorden
nog niet eerder gehoord hebben. Deze fouten worden gemaakt en zijn universele processen,
het zijn taalontwikkelingsfouten die veroorzaakt worden omdat de specifieke problemen die
het Nederlands kent. Dit wordt ook wel universalistische taalverwervingshypothese
genoemd.
Overgeneralisatie: de regel wordt overal op toegepast, bijvoorbeeld pen – pennen, dus ook
dak – dakken. De uitzonderingen worden dan niet goed toegepast. Iemand die dit gebruikt
wordt ook wel een creatieve bouwer genoemd omdat hij/zij een actieve rol neemt in het
verwerven van regels in het Nederlands (creatieve constructie)
In methodes voor Nt2’ers wordt er geen rekening gehouden met de ontwikkelingsvolgorde.
Hiermee wordt bedoeld dat de leerstof op het ideale moment aangeboden moet worden en
moet aansluiten bij de NT2’er. Maar omdat er geen gemiddelde NT2’er is, is dit moeilijk. Ook
de ontwikkelingsvolgorde is nog niet gevonden op het gebied van woordvolgorde of klank.
Interactionisme: benadrukt het belang van interactie tussen biologische en sociale aspecten
van de taalverwerving -> aanbodfrequentie en herhaling.
De input van de taal van de omgeving wordt ook wel taalaanbod genoemd. Het is belangrijk
om voor een NT2’er te kijken naar de moeilijkheidsgraad van het taalaanbod (niet “wie zou
me kunnen vertellen wat de vos in zijn schild voert?” wel “wat gaat de vos doen?” of zelfs
nog “daar loopt de vos he”. Hierin is de interactionele benadering belangrijk: het taalaanbod
sluit aan bij het kind, bij de NT2’er. Leert de leerling er iets van?
Outputhypothese: door tweedetaalleerders gedwongen de tweede taal te laten spreken
worden ze bewuster in het aanbod dat ze krijgen. Hoe meer en hoe vaker ze gedwongen
worden in de tweede taal te praten, hoe meer ze die regels uitproberen en bijschaven.
Feedback is hierin belangrijk. Feedback geven door de leerling ongemerkt te verbeteren en
te herhalen wat de leerling gezegd heeft.
Naast wat er aangeboden wordt moet je ook kijken naar de aanbodfrequentie. Hoeveel
woorden kunnen we aanbieden die de leerling goed onthoudt en opslaat. Hier is herhaling
een belangrijke factor. Een leerling moet een woord 7x gehoord hebben in verschillende
contexten voordat het opgeslagen is.
De vaardigheden in het Nederlands van tweedetaalverwervers moet even groot zijn als die
van hun eentalige leeftijdsgenoten. Ze moeten bijvoorbeeld de klanken van het Nederlands
goed kunnen onderscheiden, anders kunnen ze niet leren lezen in groep 3. Ze moeten veel
woorden kennen, anders kunnen ze de zaakvakteksten niet volgen. Hoe dit doel bereikt
wordt kan natuurlijk wel anders aangeboden worden maar het doel is hetzelfde.
Deeltaalvaardigheden: klankvaardigheid, woordenschat, vaardigheid in woord- en
zinsopbouw en gespreksvaardigheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slingerlandfleur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.