Attributietheorie
Attributies geven een antwoord op de vraag “wat is de oorzaak van deze gebeurtenis?”.
Heider (1958): - waarnemer is een naïeve wetenschapper; willen verklaren waarneembaar gedrag
dmv niet-waarneembare oorzaken
- belangrijkste bijdrage: opdeling interne vs externe oorzaken
Fundamenten
1.1.1 – INHOUD V CAUSALE ATTRIBUTIES
Naast causale attributies, nog andere types verklaringen die niet louter oorzakelijk zijn:
- Dispositionele attributies: verkl in termen van persoonlijkheidstrekken
- Redenen w meestal gegeven om doel gedrag te verkl
- Excuses: verkl waarbij persoon verantwoordelijkheid ontkent. (afgeleid ex-cause; verkl die w
gegeven aan andere ipv echte oorzaken, wanneer echte oorzaak controleerbaar was door de
persoon)
1.1.2 – INHOUD V CAUSALE ATTRIBUTIES
Onderscheid gemaakt die verder gaat dan Heiders opdeling tssn persoon & omgeving.
Dimensies v causaliteit:
- Locus (plaats waar persoon oorzaak plaatst (intern of extern))
- Stabiliteit (oorzaken zijn blijvend (stabiel) of variabel (instabiel))
- Controleerbaarheid (intentionaliteit) (oorzaken van gebeurtenissen ku beheersen)
- Globaliteit (mate waarin oorzaak veralgemeend kan w)
ð Oorzaken ku w geplaatst op elk van deze dimensies. Precieze betekenis van oorzaak kan
veranderen over tijd, waarnemers en situaties. Wel overeenstemming versch culturen.
1.1.3 – SPONTAAN (EN BEWUST) ZOEKEN VAN OORZAKEN
Belangrijke factoren om na te gaan onder welke omstandigheden mensen verklaringen zoeken:
- Onverwachte gebeurtenissen -> grote attributionele activiteit dan verwachte
gebeurtenissen (hierbij steunen mensen op scripts en schema’s zonder af te vragen waarom
gebeurtenis plaatsvond).
- Negatieve gebeurtenissen (niet bereiken gewenste doel) -> hogere attributionele activiteit
(willen herwinnen controle, dus vinden juiste oorzaak essentieel)
- Verlies controle (afhankelijkheid van anderen bij maken keuze) -> meer attributies (behoefte
behoud v controle)
- Negatieve gemoedstoestand -> behoefte vinden verkl & negatieve emoties afzwakken
- Conversationele regels (vb. sprekers vertellen louter oorzaken die luisteraars niet weten
(Hilton, 1988))
1.1.4 – AFLEIDEN V OORZAKEN: COVARIATIE
Kelley (1967): ‘effect w toegeschreven aan die conditie die aanwezig is indien het effect dat ook is.’
- ANOVA model (zie Hoofdstuk 3)
Aka covariatieprincipe; invloed v experimentele factor w gezocht obv bekomen effecten.
3 soorten info essentieel bij toeschrijven oorzaken:
- Consensus aka mate waarin resultaat voorkomt bij alle personen
, - Consistentie aka mate waarin resultaat voorkomt op alle tijdstippen
- Distinctiviteit aka maten waarin resultaat optreedt bij alle stimuli
Kritische opmerkingen:
- Covariatie kan aanleiding geven tot onechte correlaties (vb haai-ijs denkfout)
- In onderzoek w proefpersonen meestal info aangeboden waarin covariatie reeds verwerkt
is. Recent onderzoek: mensen goed in staat covariaties te ontdekken in ongestructureerde,
niet voorverwerkte gegevens.
- Best mogelijk dat eigenlijke denkproces anders verloopt dan in modellen is voorgesteld.
Joint Model (Van Overwalle & Heylighen)
- Gebaseerd op combinatie twee causaliteitsprincipes van verschil en overeenkomst
- Uitbreiding voorspellingen ANOVA model
- Gaat ten eerste uit van filosofische canon Mill, in het bijzonder de methode vh verschil:
o vgl gebeurtenissen met versch effecten
o oorzaak bij conditie die verschil maakt tssn beide gevallen.
- Oorzaken naar ‘afwijkende’ persoon, tijd en situatie -> ‘interne, onstabiele en specifieke
oorzaken’
- Tweede canon Mill: methode van overeenkomst:
o Vgl gebeurtenissen zelfde effect
o Oorzaak is conditie die altijd aanwezig is samen met het effect
o Oorzaken complementair met methode v verschil: ‘externe, stabiele en globale
oorzaken’
Voordeel joint model: enige model dat expliciet verband legt tssn waarnemen van oorzaken &
causale dimensies die v belang zijn in motivatie en emoties
1.1.5 – IMPLICIETE ATTRIBUTIES: Connectionistische Benadering
Veel causale verbanden w spontaan & onbewust gelegd tijdens waarnemen v een gebeurtenis, om te
ku begrijpen wat er gebeurt.
Spontane attributies: geheugenexp.
Connectistische modellen als verkl voor spontane oordelen. -> Gebaseerd op eenvoudige,
mechanistische principes v leren/conditioneren in menselijke brein (tevens terug te vinden bij
dieren).
- Stellen dat oorzaken ku w voorgesteld als connecties tssn stimuli en gevolg; connecties w
geleidelijk aan opgebouwd.
Meest verspreide model dat dit mathematisch uitdrukt door Rescorla & Wagner (1972):
- Organisme tracht effect (λ) te voorspellen obv alle aanwezige oorzaken (SV)
- Afwijkende voorspelling (λ - SV ≠ 0): connectiesterkte v oorzaak (V) w aangepast
è Onderschatting effect: aanpassing naar boven
è Overschatting effect: aanpassing naar beneden
Hoe gaat leren?
- Stel dat 1 factor A aanwezig is (zodat SV = VA ); initieel causale sterkte (VA ) = 0
o Indien factor A samenvalt met effect (λ = 1), dan zal VA stijgen tot waarde 1
o Omgekeerd; indien A aanwezig is terwijl effect afwezig is (λ = 0), dan zal VA geleidelijk
dalen tot waarde 0 (grafiek A° na trial 8)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elienbergs1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.