Kennis Verloskunde & Jeugdgezondheidszorg
Thema 1: Fysiologie
1. Hoe zien de inwendige en uitwendige geslachtsorganen van de vrouw eruit? Noem hierbij de
Nederlandse en de Latijnse (Medische) namen.
2. Hoe heten de verschillende ‘onderdelen’ van de Uterus? Noem ook hier de Nederlandse en
de Latijnse namen.
Uitwendige geslachtsorganen
- Vulva = de uitwendige geslachtsorganen, met uitzondering van de schaamlippen.
- Hymen/maagdenvlies = epitheelplooi rondom de vaginaopening (introitus).
- Defloratie = inscheuren van het hymen, tijdens de eerste geslachtsgemeenschap (coïtus).
Hymenresten blijven over.
- Grote schaamlippen (labia majora) = buitenste schaamlippen, behaarde huidplooien die aan
beide zijden de grens van de vulva vormen. Ze bevatten vet, zweet- en talgklieren. In elke
schaamlip zit een klier van Bartholin die een slijmerig vocht produceert. Dit vocht wordt
uitgescheiden via een kleine opening in de onderste binnenkant van de kleine schaamlip.
- Kleine schaamlippen (labia minora) = binnenste schaamlippen, onbehaarde, dunne
huidplooien die tussen de grote schaamlippen liggen. Ze bevatten talgklieren en weefsel dat
kan zwellen door verhoogde bloedtoevoer bij seksuele prikkels.
- Clitoris = kegelvormige verhevenheid die onder de verbinding van de kleine schaamlippen
ligt. Ze bevat veel zenuwen en bloedvaten. De clitoris is gevoelig voor prikkelingen, die
zwelling veroorzaken.
- Uitwendige urinebuisopening (urethra) ligt onder de clitoris. Links en rechts naast de urethra
liggen de klieren van Skene, die slijmerig vocht kunnen produceren. Deze klieren monden uit
in de plooitjes of kuiltjes van de urethra.
- Pubisstreek of venusheuvel (mons pubis) = de behaarde verhevenheid tussen de clitoris en
de onderbuik.
- Perineum (bilnaad) = de streek tussen de uitwendige geslachtsorganen en de anus. Het is
opgebouwd uit vet- en spierweefsel.
Inwendige geslachtsorganen
- Vagina (schede) = de ruimte tussen het hymen of de hymenresten en de baarmoederhals
(cervix uteri). De wanden zijn roze van kleur, dwars geplooid en gevormd door
, plaveiselepitheel. Hieronder ligt bind- en spierweefsel. De voorwand ligt tegen de urethra en
de blaas, de achterwand tegen het rectum.
- Rondom de baarmoederhals vormt schede een gewelf (gebogen constructie), het voorste
schedegewelf en het achterste schedegewelf (fornix anterior en posterior).
- Portio = het gedeelte achter de baarmoederhals dat uitsteekt in de vagina.
- Holte van Douglas (cavum Douglasi) = de ruimte achter het fornix posterior.
- Paracolpium = het weefsel links en rechts van de vagina, bindweefsel en bloedvaten.
- Baarmoeder (uterus) = een hol, iets afgeplat, peervormig orgaan. Het bestaat uit het
baarmoederlichaam (corpus uteri) en de baarmoederhals (cervix uteri).
- Baarmoederlichaan (corpus uteri) = een holle spier, gelegen in de buikholte tussen de blaas
en het rectum.
- Baarmoederspier (myometrium) = aan de binnenkant bekleed met een typische
slijmvlieslaag, het endometrium.
- Cavum uteri = baarmoederholte.
- Fundus uteri = bovenste koepelvormige deel van corpus uteri. Links en recht monden de
eileiders (tubae) uit.
- Het onderste deel van de corpus uteri heet de isthmus en gaat over in de smalle
baarmoederhals, die voor het grootste deel in het schede ligt.
- De baarmoederhals (cervix uteri) bevat het cervicale of cervixkanaal.
- Ostium internum (binneningang) en ostium externum (buiteningang)= de overgang van
cervix uteri naar cavum uteri
- Het cervicale kanaal is bekleed met slijmvliesepitheel, waarin zich slijmvormende klieren
bevinden. Het slijm dat hier geproduceerd wordt kan een slijmprop vormen, die
ziektekiemen kan stoppen en een rol speelt bij de verplaatsing van zaadcellen.
- Ligamentum latum = de brede band aan buikvlies over de eileiders.
- Ligamentum rotundum = loopt vanaf het fundus vlakbij de plaats waar de eileiders met het
corpus uteri verbonden zijn via het lieskanaal naar de grote schaamlippen.
- Ligamentum sacro-uterinum en ligamentum cardinale = weefsel op de overgang van het
corpus en de cervix uteri, waar links en rechts de arteria en vena uterina doorheen lopen.
- Eierstokken (ovaria) = de geslachtsklieren (gonaden), grijswitte, hobbelige, meestal wat
langwerpige organen, gelegen onder de eileiders, links en rechts naast en deels achter de
baarmoeder.
- De buitenste laag van het ovarium, de schorslaag of cortex, bevat follikels in alle stadia. De
binnenste laag, het merggedeelte, bevat bindweefsel, hiluscellen, bloedvaten en zenuwen.
- Eileiders (tubae of salpingen) = holle dunwandige beweeglijke buisjes, die vanuit hoeken van
het koepelvormige deel van de uterus geleidelijk trechtervormig lopen. De binnenkant van
de eileider bestaat uit epitheelcellen die trilharen dragen en in de richting van de
baarmoeder bewegen.
- Fimbriae = franje-achtige uitlopers aan het einde van de eileiders.
- Pars uterina = Het gedeelte van de eileider dat door de uteruswand loopt
- Isthmus = het nauwe mediale gedeelte van de uterus.
- Ampulla = het wijdere laterale gedeelte van de uterus.
- Borsten (mammae) = bestaan uit klierweefsel dat wordt omgeven door vetweefsel. De borst
is vastgehecht aan peesbladeren van de grote borstspier tussen de derde en de zevende rib.
- Tepel (mamilla) = een uitmondig van de melkgangen.
- Tepelhof = het gepigmenteerde deel rondom de tepel. Op de tepelhof zijn de klieren van
Montgomery aanwezig, die worden vooral duidelijk zichtbaar tijdens de zwangerschap en het
kraambed.
, - De rest van de borst bestaat uit huid, klierweefsel, bindweefsel, spierweefsel en vetweefsel.
3. Hoe verloopt de normale menstruatiecyclus? Kan je aan iemand uitleggen welke hormonen
hier een rol inspelen en wat zij voor functie hebben? Wat gebeurt er in de vrouwelijke
geslachtsorganen tijdens de menstruatiecyclus en welk effect hebben welke hormonen in dit
proces?
Menstruele fase
- Vaginale bloeding gedurende drie tot vijf dagen.
- Niet meer functioneren van het gele lichaam (geen zwangerschap).
- Lage oestrogeen- en progesteronspiegels.
- Afstoten van het baarmoederslijmvlies (endometrium) in secretiefase.
Proliferatie-, follikel-, of oestrogeenfase
- Gemiddeld veertien dagen bij een cyclus van 28 dagen, bij een langere cyclus langer.
- Hypofyse: produceert FSH.
- Ovaria: ontwikkelt follikel tot graafse follikel met productie van oestrogenen.
- Endometrium: proliferatie-opbouw.
, - Cervixslijm en slijmprop: helder, overvloedig en geleidelijk aan stroperiger (viskeuzer).
Ovulatiefase
- Hypothalamus: productie van LH-releasing hormone (LH-RH).
- Hypofyse: productie van LH door maximale oestrogeenproductie.
- Ovaria: barsten van graafse follikel, door sterke concentratie van LH in het bloed
vrijkomen van de eicel.
- Cervixslijm en slijmprop: overvloedig, vloeibaar en gastvrij voor zaadcellen.
Secretie-, corpus luteum- of progesteronfase
- Gemiddeld veertien dagen, ook bij langere cycli.
- Hypofyse: geleidelijk dalen van FSH en LH door progesteronproductie.
- Ovaria: ontstaan van het rode lichaam (corpus rubrum), dat zich ontwikkelt tot het gele
lichaam, met productie van progesteron en een geringe hoeveelheid oestrogenen.
- Endometrium: toenemende secretieopbouw.
- Cervixslijm en slijmprop: licht troebel, schaars en taai en niet doorlaatbaar voor zaadcellen.
- Lichaamstemperatuur: basistemperatuur stijgt met 0,3 C.
- Borsten: soms stuwing.
Oestrogenen
Onder inwerking van FSH vormen de eierstokken oestrogenen.
- Bevorderen de ontwikkeling van de secundaire en tertiaire geslachtskenmerken
- Verzorgen de proliferatiefase van het slijmvlies van de baarmoeder (endometrium)
- Maken het cervixslijm vloeibaar en daardoor toegankelijk voor zaadcellen
- Remmen de productie van FSH af en bevorderen de productie van LH.
Progesteron
Onder inwerking van LH vindt de productie van progesteron plaats in het gele lichaam. Tijdens de
zwangerschap wordt onder invloed van HCG het gele lichaam behouden.
- Verzorgt de secretiefase van het endometrium
- Maakt het cervixslijm taai en ondoorgankelijk voor zaadcellen
- Remt de productie van LH af
- Laat de basale lichaamstemperatuur stijgen met ongeveer 0,3 C.
Androgenen
Androgenen worden bij de vrouw slechts in kleine hoeveelheden geproduceerd in de ovaria onder
invloed van LH en in kleine hoeveelheden in de bijnierschors.
- Bevorderen de ontwikkeling van de mannelijke geslachtskenmerken
- Hebben een algemene opbouwende werking in het lichaam en worden daarom bij
krachtsporten als doping gebruikt.
- Remmen LH.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyndseybommer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.