Dit is een samenvatting van college 7 voor het vak interculturele pedagogiek. Hierin wordt gediscussieerd over kleurenblindheid versus kleurenbewustzijn. Veel ouders praten niet over huidskleur in de hoop vooroordelen te verminderen bij hun kinderen, maar is dat wel zo? Er wordt besproken of kinder...
College 7: Relaties tussen etnische groepen
7.1, zijn kinderen kleurenblind?
Veel ouders denken dat kinderen kleurenblind zijn en niet denken in zulke hokjes. Toch blijkt dat
kinderen niet anders doen, omdat ze de wereld nog moeten leren kennen en het dus veel
overzichtelijker is om categorieën te maken. Dit is al getest bij baby’s door middel van
gewenning. Zij kijken steeds minder lang naar plaatjes die op elkaar lijken. Zo hebben
onderzoekers 5 plaatjes van een hond laten zien aan baby’s jonger en ouder dan 6 maanden en
vervolgens een plaatje van een kat. Baby’s jonger dan 6 maanden keken er nauwelijks naar,
omdat ze er moeilijk onderscheid in kunnen maken, maar baby’s ouder dan 6 maanden hadden
er opeens meer aandacht voor. Hetzelfde gebeurde bij foto’s van mensen met dezelfde en daarna
verschillende etniciteiten. Baby’s jonger dan 3 maanden merkten het verschil niet op, maar
baby’s die ouder waren dan dat, bleven langer kijken naar een plaatje met een nieuwe etniciteit.
Na 3 maanden kunnen baby’s ook geen onderscheid meer maken tussen verschillende gezichten
met een onbekende etniciteit. Baby’s jonger dan 3 maanden zien het verschil tussen elk gezicht,
baby’s ouder dan dat zien alleen het verschil binnen groepen die ze veel zien in het dagelijks
leven. Verder hebben baby’s ouder dan 3 maanden de voorkeur voor gezichten uit hun eigen
etnische groep, daar blijven ze langer naar kijken. In Kameroen bleek ditzelfde het geval, behalve
dat ze vaker Chinese en witte mensen met sombere muziek associeerden. Volwassenen
associeerden overigens vaker de vrolijke muziek met witte mensen, wat kan betekenen dat zij in
hun wereldbeeld een hogere sociale status innemen.
In een experiment in China met baby’s bleek dat ze langer keken naar Chinese mensen met
vrolijke muziek en zwarte mensen met sombere muziek. Ze hebben dus al vroeg positieve
associaties met hun eigen groep en negatieve associaties met een vreemde groep.
Bij iets oudere kinderen is een ander experiment gedaan. Daarbij moesten kinderen plaatjes
indelen in groepen (die ze zelf mochten bepalen). Dit kon dus aan de hand van etniciteit zijn,
maar ook gender, kleur van het T-shirt of een willekeurig patroon. Soms werd ook expliciet
gevraagd naar de etniciteit. Vanaf kleuterleeftijd deelden kinderen de plaatjes steeds meer in
naar etniciteit. De expliciete vraag over etniciteit antwoordden de meeste jonge kinderen wel al
goed. Of kinderen vooroordelen of meningen hebben over bepaalde etnische groepen, wordt
getest door te vragen met wie ze willen spelen of delen. Kinderen van 2 jaar namen even vaak
speelgoed van witte vrouwen als van zwarte vrouwen aan. Bij kinderen vanaf 5 jaar was een
voorkeur te zien voor hun eigen groep. In andere studies hadden kinderen vanaf 3 of 4 jaar al
een positiever beeld over hun eigen groep. In weer andere studies is aan kinderen gevraagd of ze
verschillende positieve en negatieve kenmerken aan een zwart kind of aan een wit kind wilde
toekennen. Zowel zwarte als witte kinderen kozen vanaf 3 jaar vaker de positieve eigenschappen
voor het witte kind en de negatieve eigenschappen voor het zwarte kind. Als ze echter mochten
kiezen voor geen van beide poppen, kreeg het zwarte kind minder vaak de negatieve woorden.
Ook wanneer er meer plaatjes waren met een langzame overgang in huidskleur was er
nauwelijks verschil waar te nemen. Verder maakte het nog uit of de onderzoeker wit of zwart
was.
Bij nog oudere kinderen is gevraagd welke huidskleur ze het mooiste vinden. Kinderen vanaf 7
jaar kozen al vaker de lichte huidskleuren. Zwarte kinderen kozen wel vaker donkere
huidskleuren, omdat die op hen leken, maar als er werd gevraagd wie het domst of stoutst was,
kozen ook zij vaker zwarte kinderen. In een ander experiment mochten kinderen tussen de 6-8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomikantebeen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.