College 1: Fysiologie 1 circulatie stelsel 11-04-2016
- Gregoire, L. et al. Anatomie en fysiologie van de mens, hoofdstuk 6 tot 6.9 Immuniteit (p135) (behalve ‘Grote arteriën’ p112 – p116).
- Brand, H.S. et al. Algemene ziekteleer voor tandartsen, hoofdstuk 7.2 (De bloedstolling)
* Waarom (pathofysiologie): kennis hebben over fysiologie v/h lichaam en de daarbij behorende pathofysiologie is
van groot belang voor het behandelen van pt.
- Een ziekte kan zowel invloed hebben op de behandeling als op de pt tijdens de behandeling.
* Gezondheidsvragenlijst medische anamnese.
1. Heeft u pijn of een knellend gevoel op de borst.
2. Heeft u een hartinfarct gehad?
3. Heeft u hartgeruis of hartklepgebrek?
4. Heeft u zonder inspanning aanvallen van hartkloppingen?
5. Heeft u last van hartzwakte?
6. Heeft u hoge bloeddruk?
7. Is bij u een bloedingneiging vastgesteld?
8. Gebruikt u op dit moment medicijnen?
* Het circulatiestelsels is opgebouwd uit 2 vatenstelsels:
1. Bloedvatenstelsel
- Hart - Capillairen (capillairnetwerk)
- Arteriën - Venulen
- Arteriolen - Venen
▪ Dubbele bloedsomloop (2 gescheiden systemen): lichaamscirculatie en longcirculatie.
* De bloeddruk is hoog in de slagader.
* Grote en kleine aders hebben het meeste bloed.
* Het hart ligt aan de linker kant van het lichaam. Dit komt doordat de linkerkant van het hart groter is en meer
massa heeft.
* De linker long is kleiner dan de rechter long. - Rechter long heeft 3 kwabben.
- Linker long heeft 2 kwabben.
- Slagaders = zuurstof rijk.
- Aders = zuurstof arm.
Uitzonderling: longslagader = zuurstof arm en longader = zuurstof rijk.
* Hart – bouw:
- 2 atrium = boezems + 2 ventrikels = kamers.
- Atriumspier + ventrikelspier: gescheiden door annuli fibrosi cordis (= bindweefsel). [hebben openingen]
- Linker en rechter harthelft: gescheiden door septum cordis (= harttussenschot, hartspierweefsel). [geen
opening]
o Septum interatriale cordis.
o Septum interventriculare cordis.
- Hartkleppen verhinderen terug stroom in v/h bloed.
o Atrioventriculaire kleppen (= AV-kleppen)
o Arteriële kleppen (= valvulae semilunares; 3 slippen) tussen ventrikels en slagaders.
▪ Pulmonalisklep
▪ Aortaklep
- Hart- bloedvaten:
o Vena cava inferior = onderste holle ader.
o Vena cava superior = bovenste holle ader.
o Truncus pulmonalis = linker en rechter arterie pulmonalis (= longslagader).
o Venae pulmonales = longaders, 4 stuks.
o Aorta
- Hart wand:
o Endocard = endotheel + laagje elastisch bindweefsel.
o Myocard = hartspierweefsel.
o Perocard = hartzakje visceral blad = epicard.
1
, Pericardholte is gevuld met vocht. functie: opheffing van schuivingen.
Parietaal blad.
* Prikkelgeleidingssysteem:
- Sinusknoop sinusritme (= 100 per minuut).
o In rust: vertraagd door nervus vagus (parasympathisch zenuwstelsel).
o Bij inspanning: verhoogd door nervi accelerantes (sympathisch zenuwstelsel).
- Antrioventriculaire knoop atrioventriculaire ritme (= 50 per minuut).
o Prikkelvertraging.
- Bundel van His
o Bundel van Purkinje-vezels.
o Vertakkingen
o Contractie ventrikels
- Bundentakken
- Vezels van Purkinje prikkelgeleiding
- Myocardvezels ventrikelmyocardritme (= 40 per minuut).
1. Het elektrische stroompje ontstaat in de sinusknoop in de rechterboezem.
2. Daarna loopt het stroompje ook naar de linkerboezem. De boezems trekken samen. De AV knoop houdt het
stroompje even tegen, zodat het bloed vanuit de boezems naar de kamers kan stromen.
3. Via de bundel van His bereikt het stroompje de hartpunt.
4. Daarna passeer het elektrische stroompje de wand v/d kamers, die dan samentrekken.
5. Tenslotte valt het stroompje even stil, waardoor het hart ontspant. Dit is de rustfase.
ECG
● ECG = elektrocardiogram (hartfilmpje).
* Actie-rustcyclus hart:
● Systole= actie contractie fase.
● Diastole = rust relaxatiefase.
- P = boezems.
- R = ventrikels.
- T = ontladen.
●Hartcapaciteit = vermogen van ventrikel om per tijdseenheid een bepaalde hoeveelheid bloed weg te
pompen.
● Hartminuutvolume (HMV) = hoeveelheid bloed dddie het hart per minuut, per ventrikel wegpompt.
● HVM = hartfrequentie x slagvolume.
2
,● Hartfrequentie = aantal ventrikelcontracties per minuut.
● Slagvolume per ventrikel = aantal millimeters per contractie wordt weggepompt.
* Bloedvoorziening hart:
- Endocard door langsstromend bloed.
- Myocard door hartcirculatie.
* Grote arteriën:
- Transportfunctie
- Tunica media met name elastisch bindweefsel (elastische arteriën).
- Elastisch opvangen schokgewijze bloedstroming (polsgolf) wordt steeds gelijkmatiger.
* Kleine arteriële bloedvaten:
- Kleine arteriën en arteriolen
o Distribuerende functie
o Tunica media: meer en meer glad spierweefsel musculeuze arteriën vernauwen
(= vasoconstrictie en verwijden (= vasodilatatie).
- Capillairen
o Alleen tunica intima: endotheelcellen met bindweefselmembraan.
o Uitwisseling stoffen met weefsels.
● Venulen = tunica intima + tunica media (m.n. bindweefsel).
● (Grotere) venen = tunica intima + tunica media + tunica adventitia.
● Venen = groter lumen en dunnere wand dan arteriën.
* Bevorderen terugstroming bloed naar hart door:
- Kleppen
- Spierpomp
- Hartpomp
- Adempomp
- Arteriële pomp
* Arterie arteriolen capillairen.
* Vaatsystemen:
- Eindarterie = 1 arteriole 1 capillairnetwerk (a / f).
- Portale circulatie = 2 capilairnetwerken in serie.
o Arterieel arterieel + gewoon (b).
o Veneus gewoon + veneus (c).
- Collaterale circulatie: parallel lopend bloedvat (d). = een extra route om bloed naar
weefsel te brengen. Bv. als een bloedvat verstopt is.
- Anastomosen = dwarsverbindingen tussen vaten.
o Veneus tussen 2 venen.
o Arterieel tussen 2 arteriën (e).
3
, o Arterioveneus tussen arterie en vene (g).
● Bloeddruk (tensie) = druk die het bloed uitoefent op de wand v/d bloedvaten.
● Arteriële bloeddruk = - Vullingtoestand bloedvat.
- Slagvolume = hoeveelheid bloed die per hartslag wordt weggepompt.
- Elasticiteit vaatwand.
- Perifere weerstand = weerstand die de bloedstroom ondervindt.
● Capillairen netwerk = haarvaten. Wisselen zuurstof uit van O2 rijk naar O2 arm.
* Bloeddruk:
- Grote arteriën ritmische bloeddrukwisselingen.
o Systolische bloeddruk: ca. 120 mmHg.
o Diastolische bloeddruk: ca. 80mmHg.
- Geel bloeddruk wisselingen bij capillairnetwerk: cappilaire druk:
o Arteriële kant: 35mmHg.
o Veneuze kant: 15mmHg.
- Longcirculatie:
o Systolische bloeddruk: 25mmHg.
o Diastolische bloeddruk: 10mmHg.
o Capillaire druk: 7 mmHg.
* Regulatie bloeddruk:
- Neurale regulatie:
o Hartregulatiecentrum: impulsen naar hartspier.
o Vasomotorisch centrum = reguleert vasoconstrictie en vasodilatatie arteriolen.
- Hormonale regulatie:
o ADH (antidiuretisch hormoon) / vasopressine:
Bevordert reeabsorptie water in nieren bloedvolume omhoog bloeddruk
omhoog.
- Aldosteron:
o Reguleert natrium- kaliumbalans: stimuleert terugresorptie natrium + uitscheiding
kalium bloedvolume omhoog bloeddruk omhoog.
* Uitwisseling stoffen:
*Functie circulatiestelsel: uitwisseling stoffen tussen bloed en weefselvocht handhaven homeostase.
- Bloeddruk duwt bloed door wand calillair.
- Osmotische druk zuigt vloeistof in capillair.
* Natrium heeft meer watermoleculen, dus trekt het meer water aan zorgt voor verhoging van de
bloeddruk.
2. Lymfatisch systeem:
- Lymfe: weefselvocht opgenomen in lymfecapillair.
- Lymfevatenstelsel: lymfecapillairen / netwerk, kleine lymfevaten, grote lymfevaten.
- Lymfeweefsel: lymfoide organen.
* Functies: - Ondersteuning bloedcirculatie opname weefselvocht terugbrengen in bloedcirculatie.
- Betrokken bij immuunrespons.
* Transport lymfe.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leonora20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.