Betreft een samenvatting voor het vak Auditing Theory welke zowel door premaster accountancy studenten als bachelorstudenten wordt gevolgd.
Dit is de samenvatting van het studiemateriaal horende bij college 1. Het bevat de volgende artikelen:
- Auditor size and audit quality (DeAngelo)
- Beginselen...
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
Auditing Theory
All documents for this subject (68)
3
reviews
By: bderkinderen • 5 year ago
By: jessicabarriere • 6 year ago
By: ahmedb5 • 6 year ago
Seller
Follow
michelo
Reviews received
Content preview
Artikelen colleee 1 Ethieek en enheereheeh
Auheur: DeAngelo
Jaar: 1981
Tehel: Auditor Size and Audit Quality
Acihererond artikel
Het artiel gaat in op de vraag of grotere accountantsorganisates een betere iwaliteit leveren dan
ileinere iantoren. DeAngelo betoogt dat de audit iwaliteit afanieliii is van de groote van een
accountantsiantoor.
Het artiel gaat in op het Derleux Commitee Report (1981). Het rapport stelt het probleem dat
accountants soms geiozen worden o.b.v. de omvang van de accountantsorganisate. De aanbeveling
vanuit het rapport is een informateboei waarin naar voren iomt dat de ieuze voor een
accountantsiantoor niet moet afangen van de omvang van de entteitt maar van de mate waarin
het service ian verlenen. Volgens dit rapport is de groote van een accountantsiantoor dus irrelevant
voor de selecte van een accountant.
De motvate van de paper is het idee om regelgeving in te voeren die de selecte van
accountantsiantoren op grond van omvang verbiedt. DeAngelo vindt dit iuist een geschiite indicator
voor controleiwaliteit.
Perspectief
Het artiel is vanuit het gebruiiersperspectef geschrevent omdat de gebruiier van de iaarreiening
ienmerien nodig heef om de iwaliteit van accountantscontroles te meten en te iiezen voor een
accountant (de geloofwaardigheid van de accountant staat centraal).
Vraaeshellene
Heef de omvang van een accountantsorganisate invloed op de iwaliteit van de
accountantscontrole?
Toelecitine artikel
De gebruiier van een iaarreiening (lees ooi: potenteel toeiomstge ilant accountant) is op zoei
naar surrogaten (indicatoren) om de audit iwaliteit te beoordelen. Voor de gebruiier is de groote
van een accountantsiantoor een metng voor de auditiwaliteitt omdat zii niet alle werizaamheden
iunnen observeren. Daarnaast ziin afspraien tussen de ilant en accountant niet transparant.
'Audit quality = de door de marit ingeschate gezamenliiie ians dat een accountant een fout ontdeit
(in het fnanciële systeem van de cliënt enoof de iaarreiening) en deze ooi daadwerieliii rapporteert
(onafanieliiiheid)'.
'Quasi-rents = het surplus van de audit fee ten opzichte van de vermiidbare en onvermiidbare iosten
van de auditt gemeten over meerdere iaren. Om ilant specifeie iennis te veririigent moeten zowel
het accountantsiantoor als de ilant iosten maien. Beiden zullen dus streven naar een langdurige
relate. Als de iosten eenmaal gemaait ziint hoeven een aantal iosten niet nogmaals gemaait te
wordent waardoor bii een geliiibliivende feet hogere marges behaald iunnen worden door het
accountantsiantoor. Die marge die door de iaren heen ontstaatt wordt ooi wel quasi-rents
genoemd.
DeAngelo stelt dat de omvang van het accountantsiantoor dus wél invloed heef op de iwaliteit van
de accountantscontrole. De argumenten die hiervoor worden gegeven ziin:
, - Meer cliënten zorgt voor minder priiiels. Hoe groter de audit frm (gemeten aan het aantal
cliënten)t hoe minder priiiels de accountant zal hebben om zich opportunistsch te gedragen
en een onterechte verilaring af te geven. Dit verhoogt dus de waargenomen iwaliteit van de
audit;
- Grote iantoren beschiiien over meer iwalitatef goed personeel en hebben betere
resources dan ileinere iantoren. Hierdoor is meer branche-iennis aanwezig;
- Grote iantoren ziin in staat om hogere iosten te dragen. Door de assumpte bii het
maatschappeliii verieer dat grote iantoren meer iosten iunnen dragen voor biivoorbeeld
iwaliteitsverbetering heef het maatschappeliii verieer ooi de indrui dat grote iantoren
deze iosten zullen maien. Kortom er bestaat een maatschappeliiie drui welie een groot
iantoor doet bewegen om te investeren in iwaliteitsverbetering met als gevolg dat deze
ontwiiieling ooi zichtbaar wordt;
- Grote iantoren hebben naamsbeiendheid en zullen minder gauw audits van slechte
iwaliteit uitvoeren uit angst voor imagoschade. Hierdoor zullen grotere iantoren minder
snel zaien wegwuiven;
- Grote iantoren hebben meer naamsbeiendheid en stralen meer vertrouwen uitt hierdoor is
het management bereid om hogere fees te betalen;
- Bii grote iantoren is meer spraie van standaardisering dan bii ileine iantorent hierdoor ziin
er minder start-up iosten nodig en hierdoor ziin de start-up iosten sneller terugverdiend en
dus zal een groot iantoor sneller geneigd ziin om zich onafanieliii op te stellen.
Het is daarnaast voor zowel de ilant als de auditor duurder om de relate met de huidige accountant
niet voort te zetent als gevolg van de opstartiosten. Als gevolg hiervan zou de auditor de quasi-
rentes verliezent terwiil de ilant de opstartiosten van een volgende accountant voor lief zou moeten
nemen. De theorie voorspelt daarom dat hoe hoger opstartiosten ziint hoe lager het aantal
wisselingen van auditor.
Hoe hoger de quasi-rentes bii een ilantt hoe hoger de ians dat een auditor een oniuiste
goedieurende verilaring zal afgeven. Daar staat tegenover dat wanneer het uitiomt dat een auditor
een verieerde verilaring heef afgegevent de ians bestaat dat andere ondernemingen de iwaliteit
van de auditor als lager zullen ervaren en daardoor een andere auditor zullen zoeien. Omdat op deze
manier de quasi-rentes bii alle andere ilanten mogeliii verloren iunnen gaant verileint dit de ians
dat een auditor een oniuiste goedieurende verilaring zal afgeven. Hieruit bliiit dat hoe meer ilanten
een audit frm heeft hoe lager de ians dat de auditor een oniuiste verilaring zal afgeven.
In het artiel wordt gesteld dat grote accountantsiantoren imagoschade leiden op het moment dat
uitiomt dat de iwaliteit van de controle niet voldoende was. Deze schade is vaai veel hoger dan bii
ileine iantoren. Daar de grote accountantsiantoren veel ilanten hebbent zullen de quasi-rents
relatef lager ziin dan bii ileinere iantoren. De verhouding tussen de mogeliiie schade bii fouten en
de omvang van de quasi-rents per ilant is relatef gezien dus veel hoger bii een groot iantoor. Het
verliezen van een ilant zal voor dit iantoor veel goedioper ziin dan het leiden van imagoschade. Bii
een ilein iantoor ligt de omvang van beide veel dichter bii eliaart waardoor zii dus meer risico zullen
nemen om een ilant te behouden en dus ooi sneller een lagere iwaliteit van accountscontrole
neerzeten teneinde ilanten te behouden.
Conclusee:
De omvang van een accountantsiantoor heef invloed op de controleiwaliteit. Grotere iantoren
zullen nameliii een betere iwaliteit neerzeten dan ileinere iantoren. Dit iomt doordat:
- Bii een nieuwe opdracht ontstaan quasi-rentes doordat er een nieuw dossier volledig
opgebouwd dient te worden. Deze quasi-rentes fungeren als onderpand om te vooriomen
dat een huidige accountant teiortiomingen niet rapporteert. Wanneer een accountant dit
nameliii niet rapporteertt ontstaat het risico om andere ilanten te verliezen en reputate te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.