100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strategie en Innovatie (SIN) $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Strategie en Innovatie (SIN)

1 review
 89 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het vak Strategie & Innovatie (SIN) van de minor BKM aan Hanzehogeschool. Het hele boek Innovatiemanagement is samengevat a.d.h.v. de sheets. Ook is vermeld wat er op het tentamen gevraagd gaat worden!

Preview 5 out of 27  pages

  • Yes
  • April 15, 2018
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: marijn_0505 • 3 year ago

avatar-seller
Strategie en Innovatie Minor BKM




Strategie & innovatie
Leeruitkomsten:

Les 1:

1. De student begrijpt waarom innovatie van belang is voor organisaties, en waar innovatie vandaan komt

Les 2:

3. De student kan verschillende trends in de externe omgeving beschrijven en kan beoordelen hoe en waarom die
van belang zijn voor een organisatie

Les 3:

2. De student heeft kennis van strategische planning van innovatie, het strategisch belang van innovatie,
opvolgende productgeneraties, in stand houden van een ‘brand’

7. De student weet hoe je innovatietrajecten managed, hoe je het proces van innoveren beheerst en managed. De
student weet hoe je commerciële introductie van innovaties in de organisatie borgt

Les 4:

6. De student begrijpt de complexiteit van het organiseren van een innovatietraject

8. De student weet hoe je de resultaten van innovatie bepaalt, hoe investeringen en terugverdientijd eruit zien
voor een innovatie (zie ook learning en intellectual property rights)

9. De student weet hoe problemen in de bedrijfsvoering geïdentificeerd en geanalyseerd worden en daar via
innovatie opgelost worden

Les 5:

4. De student begrijpt dat innovatie een doelgerichte samenwerking is om iets te realiseren, en beseft het belang
van samenwerking en verschillende expertise/kennis die nodig is om tot innovatie te komen

Les 6:

5. De student begrijpt het belang van externe partijen en netwerken voor het identificeren van nieuwe
mogelijkheden, ontwikkelingen en behoeften. Hier valt ook het “scannen” van doelgroepen, producttrends onder.



3 uur tentamen

2 cases met ieder 5 vragen

Tentamen  alles uitleggen!!

- Zelf innovaties kunnen benoemen die mij aanspraken  zie ook boek
- Vraag 5 proeftoets komt nu ook weer terug: eerste begrippen zijn van h1
- Ook Ansoff groeistrategieën: marktpenetratie, productontwikkeling, marktontwikkeling, diversificatie
- Snelheid van adoptie
- Goede voorbereiding: cases oefenen
o Rijtjes die belangrijk zijn staan in sheets




Pagina 1 van 27

,Strategie en Innovatie Minor BKM



Les 1
Hoofdstuk 1: Wat is innoveren? & Hoofdstuk 2: de basis van innoveren
Belangrijke begrippen:

 Creativiteit: het vermogen om originele dingen te bedenken;
 Uitvinden: het ontdekken van een nieuwe methode, middel of apparaat;
 !! Innovatie: een nuttige vernieuwing waarbij creativiteit noodzakelijk is. Het kan iets nieuws zijn, maar vaak is het een
toepassing van een bestaand idee of combinatie van ideeën  niet elke vernieuwing, het moet nut (waarde)
toevoegen;
o Innoveren is het toepassen van uitvindingen; het proces van het omzetten van een uitvinding of creatief idee
in iets dat commercieel gezien bruikbaar + waardevol is;
o Innovaties zijn nuttige vernieuwingen.
o Innovativiteit: het vermogen van een organisatie om regelmatig betere producten/ werkwijzen te bedenken,
ontwikkelen en op de markt te brengen/ invoeren.
 Innovatiemanagement: het leidinggeven aan innovatieprocessen. (1) waarborgen van een goede voortgang van
innovatieprocessen (snel, goed & goedkoop) en (2) waarborgen van een continue stroom van innovaties.

Bijv. een laboratorium heeft een nieuw stofje tegen kanker uitgevonden, pas als dit stofje wordt toegepast in een nieuw,
werken, medicijn, dan hebben patiënten er baat bij (innovatie)

! Waarom innoveren:
Innoveren is iets van alle tijden en leven is veranderen  innoveren raakt de kern van ons bestaan. Oude producten
worden vervangen en producten volgen elkaar in snel tempo op. Soms blijft het oude bestaan, maar verandert de functie
(er zijn luchtballonnen ondanks het vliegtuig). Het zorgt voor nieuwe banen maar ook voor baanverlies.

- Nieuwe industrieën ontstaan: er was geen vliegtuigindustrie, maar toen het kwam kregen mensen werk in
reisbureaus, vliegvelden, catering, etc.
- Toenemende tempo van veranderen: neemt toe. De redenen:
o R&D krijgt meer middelen:
o Aantal mensen/ landen dat betrokken is bij R&D neemt toe
o Vooruitgang stimuleert vooruitgang in andere gebieden: bijv. computer
- Overlevingsvermogen: is afhankelijk van de mate waarin en snelheid waarmee ze aanpassen aan veranderingen in de
markt. Bijv. eerst was een telefoon genoeg, toen een mobiel, apps, spelletjes, gps, touchscreen  snel en goed
aanpassen aan de veeleisende consument. ‘’zelfs als je op het juiste spoor zit, word je overreden als je blijft zitten.’’
- Globalisering: kans als noodzaak voor innoveren.
o Kansen, want in veel landen waren mensen te arm om onze producten te kopen. Door het stijgen van de
welvaart is er vraag naar onze producten.
o Noodzaak, want economische grootmachten zijn in opkomst (China, India)
 Betere producten ontwikkelen;
 Producten beter vermarkten;
 Slimmer werken;
 Meer uren en harder werken en minder salaris.

Sommige organisaties innoveren niet:

1. Het is niet nodig;
o Succes is de grootste barrière voor verandering  noodzaak van innoveren wordt pas gezien als het
financieel minder gaat.
2. Er is angst voor verandering;
3. Ze willen geen risico’s nemen;
4. Geen tijd, te druk.

Aanleidingen tot innoveren:
1. Interne aanleidingen
a. Onderdeel van bedrijfscultuur
i. Google wordt gestimuleerd om nieuwe dingen te bedenken
2. Externe aanleidingen
a. Misfit met de omgeving
i. Nokia: was marktleider en concurrenten waren bezig met smartphones, maar de directeur zette dit
stop want hij dacht dat niemand dat wilde. Domste fout ooit!

Pagina 2 van 27

,Strategie en Innovatie Minor BKM


ii. Supermarkten, autobranche, onderwijs, televisiezenders, videotheken moeten allemaal innoveren
anders gaat het mis

Elke organisatie moet zich continu afvragen hoe ze betere, snellere, goedkopere diensten/ producten kunnen leveren. De
processen exploreren en exploiteren worden onderscheiden.

Exploitatie: korte termijn gericht. doorgaan zoals je gewend bent, maar dan verbeteren en vervolgens verfijnen, beheersing
en efficiency  hoe vaker je iets doet, des te beter je weet hoe je het moet doen;
Exploratie: toekomstgericht. gericht op het zoeken en ontdekken van innovaties en wordt gekenmerkt door variatie,
flexibiliteit, effectiviteit, en het nemen van risico’s. Wat er gebeurt er verder, wat zijn trends en hoe kunnen we daarop
inspelen? Mislukkingen horen erbij en testen is een belangrijk aspect.
Google doet dit tegelijk  ambidexterity: bedrijven die exploitatie en exploratie gelijktijdig en op 1 locatie uitvoeren.

Indicatoren/ meetpunten van strategische gezondheid:
- Klanttevredenheid!!  belangrijk om je strategische gezondheid te meten
- Structurele marktveranderingen
- Nieuwe wetgeving
- Motivatie werknemers
- Producten in innovatiepijplijn: wat ga je nog op de markt brengen en hoe bereid je je voor op het moment dat je
product niet meer populair is
- Reacties van leveranciers en afnemers

Innovatie succes is afhankelijk van :
- Of klanten het nieuwe product waarderen;
- Of het innovatieproces goed is
georganiseerd (stappenplan en beheersing
hiervan);
- Of de innovatie past in de
organisatiedoelen;
- Of er een markt is voor het nieuwe
product;
o Als je teveel naar concurrenten
gaat kijken: ‘’me too-
producten’’, een kopie van producten van concurrenten.
- Het valt of staat met het product of dienst wat je gaat innoveren!
 Innovatie moet passen binnen de strategie en de marktbenadering van een organisatie!

Bepalen waar je gaat en staat (toekomstbeeld)  toekomstverkenning (ipv ‘’voorspelling’’): het systematisch in kaart
brengen van wat in de toekomst zou kunnen gebeuren of nodig zou kunnen zijn. Deze inzichten op een voor de organisatie
bruikbare wijze gebruiken.
Soorten toekomstverkenning analyses:

- Trendanalyse: ontdekken van patronen in het verleden en die doortrekken naar de toekomst;
- Scenarioanalyse: toekomstige situaties en hun mogelijke gevolgen;
- Literatuuranalyse: in kaart brengen van de kennis van een onderwerp waarover veel wordt gepubliceerd,
alsmede ontwikkelingen hierin;
- Patentanalyse: vergelijkbaar met literatuur. Toegespitst op een database van patenten om een beeld te krijgen
van technologieën waar veel onderzoek naar wordt gedaan en mogelijke technologieën doorbraken;
- Technologische roadmap: identificeren van noodzakelijke technologieën om gewenste producten/ diensten te
kunnen aanbieden.

Factoren die mate van innovativiteit van een organisatie bepalen

1. Strategie en leiderschap:
a. zorg voor een duidelijke strategie die bij alle medewerkers bekend is (niet vaak wijzigen/ vaag), zodat wn’s
gericht kunnen zoeken naar innovaties.
b. Leiderschap zorgt voor het bepalen en communiceren van doelen en strategie, aangeven dat innovatie
belangrijk is. Veranderingen zorgen voor weerstand en leiders zijn nodig om innovaties (veranderingen)
gedaan te krijgen.
2. Cultuur en klimaat: cultuur zijn de n & w, overtuigingen die in een organisatie leven en klimaat is een vertaling hiervan
in het beleid. Belangrijke aspecten: ondernemerschap, mensen met goede ideeën belonen, tolerantie voor het maken
van fouten, bevorderen/ belonen kennisdeling.


Pagina 3 van 27

,Strategie en Innovatie Minor BKM


3. Innovatiebeleid: als een organisatie geen ruimte vrij maakt voor innovatie, realiseert het geen innovaties. Doelen
stellen, middelen, plannen maken. Het innovatiebeleid brengt structuur aan en zorgt ervoor dat de juiste innovaties
worden ontwikkeld.
4. Structuur en prestatiemaatstaven: heeft grote invloed op de kennisuitwisseling: bureaucratie stimuleert ander gedrag
dan een organische structuur = samenwerking, ook zorgt een decentrale organisatie voor meer ruimte om zelf
beslissingen te nemen.
a. kennisdeling is gebaat bij persoonlijke netwerken + informele communicatie, zo weinig mogelijk formele
barrières.
b. Structuur faciliteert innoveren, prestatiemaatstaven zorgen voor prikkels die motiveren (moeten wel team-
gebaseerd zijn).
5. Communicatie en samenwerking:
a. Interne info (kennis en vaardigheden wn’s, materialen en machines) & externe info (klanten, concurrenten,
wetgeving, leveranciers)
b. Samenwerking strekt zich uit tot samenwerking met externe partijen (vooral klanten en leveranciers) = open
innovatie.

Fasering innovatieprocessen




1. Ideegeneratie: zoveel mogelijk ideeën verzamelen die kunnen leiden tot nieuwe producten/ diensten/ processen;
2. Selectie: kiezen van ideeën die zo kansrijk worden geacht dat de organisatie bereid is te investeren in de ontwikkeling
hiervan;
3. Ontwikkeling: het omzetten van een idee in een nieuw product/ dienst/ proces. Het ontwerpen en testen van een
innovatie;
4. Diffusie: fase van verspreiding waarin de innovatie op de markt wordt gebracht of op grote schaal in de organisatie
ingevoerd.

De eerste 2 fasen worden (fuzzy) front-end innovatieactiviteiten. Deze activiteiten zijn minder gestructureerd. Wat niet is
afgebeeld, maar leren mogelijk maakt is de evaluatie.

Innoveren: nieuwe dingen doen, creatief zijn en risico’s nemen.
Managen: streven naar voorspelbaarheid en het uitsluiten van risico’s.
 innoveren en managen lijken water en vuur, echter is dit niet zo. Innovaties ontstaan niet zomaar en moeten voldoen
aan goede randvoorwaarden. Het management kan innovatie bevorderen door:

1. Te zorgen voor een innovatieve organisatie
a. Wn’s prikkelen, abbo op vakbladen, directe communicatie, training en scholing.
2. De noodzakelijke keuzes in het innovatieproces te maken
a. Hierdoor houden innovatieprocessen vaart, worden kosten beperkt en wordt de kans op succes
vergroot.

(1) Ideegeneratie
Het startpunt voor innoveren is een gedeeld beeld van de toekomst en de rol van de eigen organisatie hierin, gecombineerd
met de bereidheid om open te staan voor nieuwe ideeën. Innovatie ideeën worden in minder dan 5% daadwerkelijk
ontwikkeld. Er zijn 7 bronnen voor ideeën:

1. Onverwachte gebeurtenissen: verbindingen leggen tussen de gebeurtenis en het eigen bedrijf en in deze associatie
een kans te zien;
2. Ongerijmdheden: dingen die jaren niet goed gaan maar worden geaccepteerd: ‘’zo gaat het nu eenmaal’’. De innovatie
die hieruit voortkomt zoekt de oplossing vaak in een andere richting dan waarin steeds werd gezocht.
a. Vrachtschepen moesten economisch rendabel gemaakt worden, dus ze werden zuiniger met brandstof
gemaakt  totdat bleek dat kosten kwamen uit niet-gebruik van de schepen, laden en lossen werd versneld
wat maakte dat er containerschepen kwamen.
3. Procesbehoeften: gaat om alle activiteiten in het hele proces van het maken en verkopen van een product/ dienst.
Verbeteren door snellere uitvoering, lagere kosten, met minder materiaal of minder fouten.
a. Uitgevers wilden nieuws tegen een lagere prijs aan te bieden  advertenties laten plaatsen.
4. Veranderingen in de markt: wijzigingen van voorkeur van klanten, aanbod van concurrenten of structuur van de markt
5. Demografische veranderingen: ontwikkelingen in de bevolking, lang van te voren zichtbaar. Bijv. vergrijzing;

Pagina 4 van 27

, Strategie en Innovatie Minor BKM


6.Veranderingen in perceptie: het feit verandert niet, maar de manier waarop er tegen het feit wordt aangekeken.
7.Nieuwe kennis: langste aanlooptijd (1918 was er alle kennis voor het bouwen van een computer, in 1946 was er de
eerste computer).
 De eerste stap is het systematisch monitoren van deze bronnen = continu proces. Elke dag zijn er nieuwe dingen die
kunnen zorgen voor innovaties. En bij sommige bronnen eens in de zoveel tijd stilstaan (demografie).

(2) Ideeselectie
Het selecteren van de veelbelovende ideeën die verder ontwikkeld zullen worden. De selectiebeslissing wordt op 2 niveaus
genomen: niveau van innovatieve idee & portfolioniveau.

1. Beslissing op idee-niveau: er worden inschatting gedaan vanuit de eigen expertise (R&D, marketing, productie,
etc.), waarna een gezamenlijk overleg volgt. Na kort overleg wordt besloten of het idee verder onderzoek waard
is.
a. Is het een kansrijk project?
2. Beslissing op portfolioniveau: portfoliobeslissing is belangrijk om 2 redenen:
a. Financieel oogpunt (beperkt aantal beschikbare middelen, dus keuzes maken) en bedrijven doen aan
risicobeheersing (spreiden van risico wat innovatie meebrengt)
b. (innovatie)portfolio: verzameling lopende innovatieprojecten. Zorg voor een goede mix aan
innovatieprojecten: beperkte omvang, looptijd, risico en potentiële winst, terwijl andere projecten meer
winst genereren, maar langere looptijd hebben.

(3) Ontwikkeling/ realisatie
Een idee wordt omgezet in realiteit. Dit gebeurt in stappen: stage-gateproces: een aantal fasen (stages) wordt
onderscheiden en dat na elke fase wordt besloten of verdere ontwikkeling zinvol is (gate- poort). Elke volgende fase vergt
meer tijd en geld!
Net als bij de fase van ideeselectie wordt nu ook elke fase met een cross-functioneel team (leden van relevante afdelingen,
R&D etc.) doorlopen.

1. Vooronderzoek (scoping): productconcept wordt beoordeeld o.b.v. dezelfde criteria als de selectiefase  maar nu
uitgebreider onderzocht en besproken. Globale beoordeling en weinig middelen inzetten in deze fase;
2. Opstellen business case: met deze fase eindigt het doen van ‘’huiswerk’’ en daarmee de front-end (alle fasen tot de
feitelijke ontwikkeling) van het innovatieproces;
a. Business case: volledige verantwoording van het innovatieproject en bespreekt precies wat zal worden
ontwikkeld, waarom het zinvol is om te investeren, wat nodig is om het project via welk tijdpad tot een goed
einde te brengen en welke risico’s ermee gepaard gaan.
3. Feitelijke ontwikkeling: overgang van productconcept  fysiek product. Er wordt een werkend prototype gemaakt en
een marketingplan voor de introductie opgesteld;
4. Testen:
a. Testen van het prototype onder de beoogde klanten: werkt het en zijn klanten enthousiast?;
b. In de praktijk testen van de produceerbaarheid: is productie op grote schaal mogelijk en tegen welke kosten?




(4) Diffusie/ marktintroductie
de doelgroep is bekend, de vraag is of de introductie zich direct richt op alle potentiële afnemers (full market launch) of een
deel van de groep. Een andere optie is stapsgewijs benaderen: eerst klanten waar de kans op succes het grootst en daarna
gefaseerd (roll-out strategy).
Een succesvolle marktintroductie:

- Keuze voor de doelgroep;
- Invulling van de marktstrategie;
- Kennis en inzicht in adoptiebeslissing van de klant.
o Adoptie: hoe snel pikken de klanten het nieuwe product op?




Pagina 5 van 27

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalweijenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  5x  sold
  • (1)
  Add to cart