100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst veterinaire fysiologie A $4.85   Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst veterinaire fysiologie A

 111 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een begrippenlijst van de moeilijke woorden. Gebaseerd op het handboek (physiology of domestic animals, sjaastad) en op de lessen van P. Bols

Preview 3 out of 21  pages

  • January 8, 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Begrippenlijst fysiologie A
Basisbegrippen
- Diffusie: transport van zone met hoge concentratie naar zone met lage concentratie. Vergt geen
energie en loopt over een korte afstand
- Thermodynamische beweging: beweging van de moleculen door verandering in temperatuur
of door beweging
- Transportintensiteit Q: mate van het transport van moleculen in een substantie, door diffusie
- Concentratiegradiënt: maat voor verschil in concentratie tussen de plaatsen waar diffusie
plaatsvindt, gedeeld door de afstand tussen de plaatsen
- Diffusie-oppervlak: Oppervlakte van bijvoorbeeld een scheidingswand of van een celwand. Hoe
hoger, hoe meer diffusie
- Diffusiecoëfficiënt: wordt bepaald door de stof die in de oplossing zit. Afhankelijk van milieu en
bepaalde temperatuur
- Diffusie-afstand: afstand waarover diffusie gebeurt. Bijv. van celwand naar centrum cel. Hoe
kleiner, hoe groter Q
- Semi-permeabel: voor sommige moleculen doorlatend, voor andere moleculen niet. Zoals de
wanden van capillairen
- Osmose: transport van water door een semi-permeabel membraan
- Filtratie: externe kracht (zoals bloeddruk) nodig om water terug te duwen onder invloed van
drukverschillen. Er gaat hierbij energie verloren
- Osmotische druk: de druk die nodig is om voor vloeistoftransport te zorgen. Neemt toe als
aantal opgeloste partikels in de vloeistof toeneemt.
- Hydrostatische druk: de druk in het water. Komt overeen met de bloeddruk
- Iso-osmotisch: twee oplossingen hebben dezelfde osmotische druk
- Hyperosmotisch: de oplossing heeft een hogere OD tov de andere oplossing
- Hypo-osmotisch: de oplossing heeft een lagere OD tov de andere oplossing
- Osmolariteit: totaal aantal mol opgeloste moleculen/ionen = concentratie osmotisch actieve
partikels in 1 liter van een oplossing. In osmol/lit
- Osmolaliteit: totaal aantal opgeloste moleculen/ionen per kg water. In osmol/kg
- Aqua-poriën: proteïne-kanalen die specifiek toegankelijk zijn voor H2O. Aantal kan variëren
onder hormonale invloed  regeling membraan permeabiliteit
- Turgor: verschil in hydrostatische druk in de plantencel doordat osmotische druk in de cel groter
is dan osmotische druk buiten de cel  mechanische stijfheid van planten
- Water evaporatie: effectieve manier om systemen te behoeden voor oververhitting. De
gemiddelde snelheid van de moleculen daalt waardoor ook de lichaamstemperatuur daalt
- Polair: hydrofiel, houden van water. Hydrofiele delen steken langs weerszijden uit de membraan
in waterige oplossingen
- Apolair: hydrofoob, stoten water af. Hydrofobe gebieden zijn naar binnenzijde van het
membraan gericht

,Cellen en weefsels
- Passief transport: transport door membranen gestuurd door concentratie-gradiënten en
elektrische krachten. Er kan Epot vrijkomen
- Actief transport: is ATP voor nodig want tegen de gradiënt in (van lagere naar hogere
concentratie)
- Gefaciliteerde diffusie: van hoge naar lage concentratie zonder energietoevoer mbv eiwitten
- Competitieve inhibitie: ene stof kan niet meer op de receptor binden want de receptor is al
bezet door een andere stof
- Cytosol: het vocht in de cel. Dus cytoplasma zonder de celorganellen. Zitten opgeloste
organische moleculen in
- Cel-lyse: door te groot celvolume valt te cel uit elkaar
- Isotoon: oplossing die het celvolume niet verandert is isotoon: gelijke concentratie van opgeloste
stoffen
- Hypotoon: oplossing die het celvolume doet toenemen is hypotoon: lagere concentratie
opgeloste stoffen
- Hypertoon: oplossing die het celvolume doet afnemen is hypertoon: hogere concentratie
opgeloste stoffen
- Drager-eiwit: zijn molecuulspecifiek. Moleculen kunnen hierop binden. De dragers kunnen de
moleculen tegen de gradiënt in transporteren. Heten ook wel pompen
- Uniporter: drager-eiwit dat één soort molecule/ion transporteert
- Co-transporter: drager-eiwit die tegelijk verschillende types ionen/moleculen kan transporteren
- Symporter: transport van verschillende ionen/moleculen in dezelfde richting
- Antiporter: transport van verschillende ionen/moleculen in tegengestelde richting (meerdere
ionen/moleculen
- Endocytose: uit de cel. Maakt moeilijk opneembare stoffen opneembaar en maakt transport
mogelijk tussen vloeistofcompartimenten
- Exocytose: in de cel
- Transcytosis: vesikels worden aan de ene zijde opgenomen en aan de andere zijde afgestoten
- Gereguleerde exocytose: vesikels worden door transmittors/hormonen geprikkeld waarop
secretie volgt ([Ca2+])
- Pinocytose: wanneer cellen constant vocht opnemen met opgeloste substanties. Cellulair
drinken
- Receptor-gemediëerde endocytosis: cellen nemen moleculen op die vooraf werden gebonden
op receptoren in de membraan
- Coated pits: vesikelvorming in membraan regio’s
- Clathrine: speciale eiwitten die cytoplasma-zijde van de pits bedekken. Hier wordt het receptor-
moleculecomplex vertraagd/opgehouden. Na instulpen en afsplitsen recyclage van clathrine
- Fagocytose: neutrofielen en macrofagen die bacteriën of celdetritus opnemen
- Pseudopoden: vesikel gevormd door extensies ipv invaginatie (naar binnen plooien membraan)
- Fagosomen: vesikels die iets groter zijn dan gewone vesikels
- Hormoon: scheikundige boodschapper die informatie brengt van endocriene cellen naar
doelcellen
- Doelorgaancellen/targetcellen: cellen die door een hormoon worden ‘bespeeld’
- Paracrien effect: cellen scheiden hormonen uit naar directe buurcellen
- Signaaltransductiesysteem: vorming van een intracellulaire signaalmolecule  second
messenger
- Cytosolreceptoren: hormoon-receptorcomplex kan celfunctie direct beïnvloeden
- Biologische respons: iets wat een doelcel doet als reactie op het signaal dat het krijgt
o Afhankelijk van het aantal receptoren met gebonden signaalmolecule

, o Er is een maximale biologische respons
o Slechts wanneer de [signaalmoleculen] > bepaalde minimale, kritische drempel
- Sensorische cel: cel die reageert met een elektrische stimulus nadat het geprikkeld wordt
- Proteïne-kinases: intracellulaire boodschapper systemen werken vaak door het regelen van
specifieke enzymactiviteit
o Fosforyleren cellulaire proteïnes
o Fosfaatgroep negatief geladen  conformatiewijziging  functie-wijziging
o Ca2+ belangrijk signaal-ion
- Vetoplosbare hormonen: steroïden en thyroïdhormonen. Kunnen doorheen membraan
diffunderen. Hun receptoren liggen intracellulair
- Wateroplosbare hormonen: neurotransmitters en meeste andere hormonen. Kunnen niet
doorheen celmembraan, receptoren liggen in het membraan. Second messenger nodig
- Agonisten: moleculen die aan receptor binden en een effect bewerken
- Antagonisten: moleculen die aan receptor binden en geen biologisch effect bewerken en
daardoor de receptor blokkeren
- Ligand: moleculen die specifiek aan receptoren binden
- Bindingsplaats: specifieke plek (door 3D-structuur) waar de moleculen op de receptor binden
- Receptor-affiniteit: receptoren hebben een hoge affiniteit voor signaalmolecules. Ze willen graag
verbinden met het hormoon
o Uitgedrukt als Ka=[HR]/([H]*[R])
o Ka = associatieconstante: de mate waarin receptor en signaalmolecule elkaar graag zien
- Verzadigbaarheid: gelimiteerde bindingscapaciteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BijnaDierenartsJennifer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85  1x  sold
  • (0)
  Add to cart