100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Steden vroeger en nu samenvatting met oefenvragen van hs 1tm3 en 6tm10 voor het tentamen van de stad hogeschool utrecht lerarenopleiding geschiedenis aardrijkskunde$4.88
Add to cart
Steden vroeger en nu samenvatting met oefenvragen van hs 1tm3 en 6tm10 voor het tentamen van de stad hogeschool utrecht lerarenopleiding geschiedenis aardrijkskunde
Leuk dat je interesse hebt in mijn samenvatting! Zoals te zien is bij de voorbeeldpagina's werkt mijn samenvatting met oefenvragen.
De vragen gaan over de stof die eerstejaars leerlingen moeten leren van de lerarenopleiding geschiedenis en aardrijkskunde aan de Hogeschool Utrecht..
Leren vo...
I got my diploma three years early because of puck's summaries
By: raphaldenhartog • 9 months ago
Translated by Google
very satisfied with this summary. well written and clear. perfect for the exam
By: mirtevanderlek • 10 months ago
Seller
Follow
puck964
Reviews received
Content preview
De Stad
Hoofdstuk 1; visies op de stad
Hoofdstuk 1
1. Wat is een historische bril opzetten?
Kijken naar hoe was het eerst, hoe was het daarna, en hoe kwam het zo?
2. Wie is Leonard Benevolo?
Italiaanse architectuurhistoricus die de stad in dimensies van ruimte en tijd zet
3. Hoe lang geleden kwamen er steden in de menselijke geschiedenis aldus Benevolo?
3000 jaar v. Chr.
4. Waardoor werd het oude geschiedbeeld ingeruild voor een nieuwe?
Door de Industriele- en Franse revolutie
5. Wat was dat nieuwe geschiedbeeld?
Historische gebeurtenissen werden vanaf dat moment beschouwd als een keten van oorzaak en gevolg
die alleen in hun eigen context kunnen worden beschreven en verklaard.
6. Sinds de 19e eeuw gingen we heel anders kijken naar geschiedenis, hoe dan?
Het verleden werd nu in bijvoorbeeld romans etc wel nauwkeurig gereconstrueerd, terwijl er hiervoor
alleen werd gepraat over 'vroeger'. Er werd meer gekeken naar de details naar 'Wie es eigentilich
gewesen'
7. Van wie is die uitspraak (Wie is eigentlich gewesen)
Duitse histroricus Ranke
8. Wat is een van de nieuwe inzichten die ze kregen in de 19e eeuw?
Dat het verleden ook kenbaar is via de bestudering van tastbare en zichtbare zaken (kunstwerken,
gebouwen, meubels)
9. Wat was een nieuw begrip dat mensen nu koppelde aan bijvoorbeeld een oud gebouw?
Historische waarde. Hiervoor werd er alleen iets behouden omdat het mooi was, of voor politieke of
religieuze redenen
10. Wat is de ruggengraat van onderzoek naar de stadsgeschiedenis?
Plattegronden, geschilderde stadsgezichten, bestaande gebouwen, opgravingen en oude kronieken
11. Wat zorgde voor grote uitbreidingen op stedelijk vlak in deze tijd?
Bevolkingsgroei en industrialisatie
1.2
1. Wat zijn non-places?
,Plaatsen met een duidelijk welomschreven doel zoals een supermarkt of de luchthaven. Er zijn uigekiende
systemen van routing en uniforme pictogrammen.
2. Wie heeft dit bedacht?
De Franse auteur Marc Auge
3. Waarmee confronteert cultureel erfgoed ons?
3 grote levensvragen: Wie ben ik? (identiteit), waar en bij wie hoor ik thuis? (sociale cohesie), waar kom ik
vandaan en wat wil ik bereiken? (doel)
4. De stad is meer dan een verzameling huizen, straten en pleinen, wat is het nog meer?
De belichaming van idealen en verlangens
1.3
1. Waar zijn de eerste steden ter wereld gesticht?
In het Midden-Oosten
2. Waar ligt de oudste bewoning?
In Palestina, Jericho (3500 v. Chr.)
3. Wat betekent Banah?
Banah is het Hebreeuwse woord voor het stichten van steden hetzelfde als het ommuren daarvan
4. Hoe heet de stad die in de psalmen wordt toegezongen als de stad als levend wezen/ de personifactie
van god?
Jeruzalem
5. Welke stad staat volgens evangelist Johannes voor alles wat slecht is? Dus lijnrecht op Jeruzalem?
Babylon
6. Hoe beschreef hij dit?
Hij noemde Babylon, de moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld
In Babylon is alles te koop, ook mensen. Sommigen noemen dit de essentie van de grote stad
7. Hoe omschrijft Johannes Babylon nog meer?
Een plaats vol activiteit en leven, met zeelui, kooplieden en kunstenaars, met gezelligheid en activiteiten
die dag en nacht doorgaan.
8. We kunnen hierdoor concluderen dat er twee soorten steden zijn in deze werken, welke?
De stad van de mensen, met een dag- en nacht ritme, vol kostbaarheden die door de mens worden
gemaakt en verhandeld – en de tijdloze stad die bestaat uit natuurlijke schatten waaraan geen
mensenhand te pas is gekomen en waar dan en nacht zijn opgeheven.
9. Hoe ziet Augustinus dit?
Hij ziet ze slechte mensenstad en de goed goddelijke stad. Hij schrijft dit in De Citivate Dei (Over de
stad/staat Gods) .
,10. Augustinus heeft wat gemeen met Johannes, wat?
Augustinus ziet Rome als wat de hoer van babylon voor Johannes was: een magnum latrocinium
11. Er zijn meerdere mensen in de Europese geschiedenis die hebben geschreven over de ideale stad,
noem er een paar:
1. Thomas More schreef Utopia in 1516
2. Tommaso Campanella schreef Zonnestad in 1602/1623
12. Deze 2 schrijvers kwamen uit de renaissance en zij beschrijven ideale samenlevingen, vaak
harmonieus; in latere utopische blauwdrukken veranderde er wat;
1. Charles fourier (1772-1837)
Hij wilde de ideale stad niet langer in de bewoonde samenleving plaatsen, maar ver daarbuiten. Ze
functioneren in isolement
2. King Camp Gillette (1897) Metropolis
Metropolis lag bij de Niagarawatervallen en zou een stad worden voor 60 miljoen inwoners die in 24.000
woontorens zouden moeten leven.
3. Le Corbusier schreef Plan Voisin in 1925. / De stralende stad (komt later uitleg over)
We gaan later verder in op Le Corbusier, hij wilde het centrum van Parijs neerhalen om er een reeks van
grote torenflats neer te zetten.
Plan Voisin van Le Corbustier
4. Constant maakte New Babylon in 1956
In het ontwerp van Constant is de stad boven het landschap verheft. Er wordt niet gewerkt; de productie
verloopt volledig automatisch en iedereen is vrij om zich te ontplooien als spelend mens; de Homo Ludens
12. Hoe noemen we de ideale stad van Le Corbusier?
Ville Radieuse (de stralende stad)
13. Waar is de laatste en grootste uitwerking van Le Corbusiers utopische stad?
In de Bijlmer
14. Hoe heeft dat uitgepakt?
Eerst erg slecht, het was een achterbuurt geworden doordat er niet de witte middenklasse kwam wonen
zoals gedacht en doordat er niet overal groen werd aangelegd zoals hoorde, daar was geen geld meer
voor. Het is nu utopie en geen dystopie.
,15. Wat is Tabula Rasa?
Totale kaalslag van de oude stad om een nieuwe te bouwen (zoals in Rotterdam)
16. Als je kijkt naar de context van deze teksten over Johannes en Augustinus, hoe zou je de aanslag op
de Twin Towers kunnen verklaren?
Al Qaida zag New York als het hedendaagse Babylon
17. Sinds de 1e wereldoorlog is het neerhalen van gebouwen een reeele optie. Noem wat voorbeelden:
Voorwerpen of zaken waarop ons verlangen dwangmatig wordt geprojecteerd. Kenmerkend van een
Fetisj is dat het nooit bij een blijft, het moet keer op keer opnieuw worden verworven en bij de rest worden
gezet. Een ander kenmerk is dat de voorwerpen bij een fetisj nooit worden gebruikt voor wat ze bedoeld
zijn.
2. Nu we dit weten, zouden we de moderne stad een Fetisj kunnen noemen?
Ja, het verlangen dat samenhangt met de stad is eindeloos. We verwachten dat de stad al onze
behoeften bevredigt en worden keer op keer teleurgesteld. Dit wordt altijd geprojecteerd op wat er niet is,
we denken dat het ‘vroeger’ beter was
3. Wat is ‘Nieuwe Truttigheid’?
De bouw die vanaf de jaren 60 kwam. Nederlandse knusse behuizingen als alternatief voor de moderne,
zakelijke stad. Kleineschaligheid, grote bebouwingsdichtheid en functiemenging.
,4. Wat zijn wat architecten die dit hebben ontworpen?
Aldo van Eyck en Ashok Balorstra (Kattenbroek amersfoort)
5. Volgens Boyer zijn er 3 fases geweest in steden, welke? Leg uit
De stad als kunstwerk (Negetiende eeuw, voor de wandelaar) – De stad als panorama (Twintigste eeuw,
logisch, voor automobilist – De stad als spektakel, nieuwbouwwijken jaren 60 – heden, geen structuur, las
vegas
1.5
1. Wat gebeurde er in relatie qua mensen in de stad na de verschuiving van de industriële naar de
postindustriële samenleving na 1980?
De economie kreeg steeds meer behoefte aan innovatieve en creatieve mensen, die diensten en
producten gingen ontwikkelen die niet concurreerden op prijs, maar op innovatie.
2. Wat voor voordeel hebben we hier mee op India en China?
Met India en China kunnen we niet concurreren over goedkope spullen en bulkgoederen. Maar als je de
nieuwste trends wilt weten, en spektakel en innovatie mee wilt maken dan moet je in steden als London,
New York of Toyko zijn
3. Wat zou een positief effect kunnen zijn van een Creatieve stad?
Er kan een vliegwieleffect ontstaan waarbij steden en regio’s met elkaar concurreren op creatieve
potentie en culturele uitstraling. De Creatieve stad is waar het nu begint.
4. Wat was het gevolg van het in de mode raken van het begrip ‘de creatieve stad’ qua belang?
De stad werd met nieuwe ogen bekeken; de stad is niet aantrekkelijk vanwege het verleden, maar
vanwege de toekomst.
Hoofdstuk 2
2.1
1.Hoe was de Griekse Poleis (zevende/achtste eeuw v.chr) ingedeeld?
Het centrale punt van deze afhankelijke staatjes werd meestal gevormd door een cluster van een paar
dorpen of een burchtheuvel met een agora eronder
2.Wat is een agora?
Een marktplaats met een commerciële en politieke functie in de Griekse poleis
3.Waardoor wordt de stad in de oudheid gedefinieerd?
Door de politieke, economische en sociale verhoudingen met het omringende platteland, een stad zonder
een goed omringend platteland was in de oudheid ondenkbaar.
4.Hoe definieerde Aristoteles de stad?
Hij zag het kenmerkende van de stad vooral in de relatie tussen burgers onderling, maar ook het aantal
burgers en hun middelen werden eronder verstaan.
5.Wat betekent Astu en Asteios?
,Het Griekse woord Astu wordt gebruikt om de stedelijke kern aan de duiden in een polis, en Asteios gaat
over verstedelijking. Naast verstedelijkt kan het ook verfijnd of beschaafd betekenen
6.Waardoor konden steden niet erg groot worden in de tijd van de Griekse Poleis?
Omdat ze voor voedselvoorziening direct afhankelijk waren van het platteland. Pas in de vijfde eeuw
v.Chr. wisten steden voedsel uit het buitenland te importeren en daardoor te groeien
7.Waardoor is de explosieve groei van het stedelijke centrum van Athene te verklaren?
Door haar gunstige ligging in het centrum van de Middellandse Zee, het Atheense imperium, de
Bodemschatten en een cultuurexplosie.
2.2
1.Hoeveel inwoners zou Rome rond de eerste eeuw hebben gehuisvest?
Rond de miljoen (Londen en Parijs rond 1700 maar 150.000)
2. Wat is volgens Max Weber de oorzaak van de groei van antieke steden?
De toevoer van voedsel in antieke steden moest verzekerd zijn, dit kon alleen afgedwongen door
gecentraliseerde macht. Hierdoor kwam ontstond er in de stad een politiek-militaire macht. . Weber ziet
de antieke stad als een consumentenstad in tegenstelling tot de middeleeuwse stad als
productiecentrum.
3.Naast politiek-militaire macht konden ook handels- of bestuursactiviteiten de aanzet tot een iets grotere
omvang van de stad zorgen. Hoe zag je dat?
Denk aan regionale en provinciale centra of steden die aan een knooppunt van wegen en bevaarbare
rivieren lagen zoals Lugdunum (Lyon) of Colonia Agrippinensis (Keulen).
Info: Steden worden soms plaatsen genoemd waar materiele en geestelijke verworvenheden van een
beschaving in geconcentreerde vorm te zien zijn. De stad was uitkomst, oorzaak, podium of katalysator
daarvan. Dat gold voor veranderingen op sociaaleconomisch gebied, maar met name ook voor
veranderingen op het culturele vlak. De stad was product en producent van cultuur en werd daarop ook
afgerekend.
2.3
1. Waardoor werd een stad in de oudheid gekenmerkt door tijdgenoten?
Door publieke gebouwen; theaters, marktplaatsen en stromend-watervoorzieningen.
2. De architectuur in steden van de oudheid is erg kenmerkend. Hoe zagen die er dan uit?
Het waren wiskundig geplande steden. De straten lopen evenwijdig aan elkaar en worden doorsneden
door wegen die er loodrecht op staan. Het lijkt op een rooster/schaakbord.
3. Wie was Hippodamos van Milete?
De ontwerper van de havenstad van Athene, Piraeus en Rhodos. Hij wordt gezien als degene die als
eerste die rechthoekige, symmetrische stadsplanning toepaste in de oudheid.
4. Wat was de eerste regelmatig opgezette stad in de Griekse wereld?
, Smyrna
5. Hoe kan het dat andere Griekse steden en kolonies deze type bouw overnamen
De nieuwe steden moesten gelijk kunnen worden verdeeld onder kolonisten
6. Waarom werkte dit soort stedenbouw niet overal? (Neem Priene)
Priene lag oorspronkelijk langs de rivier de Meandros, maar werd rond 350v.Chr door overstromingen
naar de hellingen van een berg gebracht. Ondanks dat de stad toen steile straten kreeg, bleef het wel het
strakke schema behouden.
7. Wat is een kenmerk van de hellenistische steden van Alexander de Grote?
De zeer brede hoofdstraten, in Alexandrie zijn de hoofdstraten rond de vijfentwintig meter breed
8. Waardoor zijn de Romeinse steden geïnspireerd?
Ze namen veel over van de Grieken en Etrusken. Grote huizen (domus), en een zuilengalerij omgeven
tuin (peristylium) en het open binnenhof (atrium). Ook bouwden ze op heuveltoppen.
9. Wat is wel echt kenmerkend Romeins?
De Romeinen hadden een uniforme manier om hun legerkampen (castrum) op te slaan, en op dezelfde
manier werden de steden gemaakt. Het forum bevond zich mooi in het midden van de stad op de T-
kruising van de via principalis en de via praetoria, de hoofdwegen van het kamp.
10. Hoe heette de hoofdweg van oost naar west en van noord naar zuid in Romeinse legerkampen?
Decumanus en Cardo
11. Romeinen waren erg goed in hun hydraulische techniek, wat houdt dat in?
Ze konden erg goed omgaan met water. Neem bijvoorbeeld hun riolen en aquaducten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puck964. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.