Burgerlijk procesrecht eigen samenvatting hoofdstuk 10
Inleiding
De wettelijke regels over het leveren van bewijs wordt geregeld vanaf art. 149
Rv. Deze regeling is in principe geschreven voor dagvaardingsprocedures, maart
art. 248 Rv verklaart het bewijsrecht ook van toepassing op
verzoekschriftprocedures. In kort geding geldt het wettelijk bewijsrecht niet. De
voorzieningenrechter van de rechtbank en de kantonrechter zijn in kort geding
vrij om de wettelijke regels toe te passen of daarvan af te wijken.
Uitgangspunten
Rechter lijdelijk
De rechter gaat niet actief op zoek naar de feiten, maar laat zich door de partijen
leiden. Feiten die niet door een van de partijen worden betwist, moet de rechter
als vaststaand aannemen
(art. 149 Rv).
Wie stelt bewijs
->> Art. 150 Rv
Geen bewijs is nodig voor:
Feiten van algemene bekendheid
Ervaringsregels
Feiten die niet door de wederpartij worden weersproken.
Al het andere dat in de dagvaarding of in de conclusie wordt aangevoerd, moet
met bewijs worden aangetoond.
Verdeling van de bewijslast door de rechter
De rechter hanteert de hoofdregel ‘wie stelt bewijst’, maar soms schrijft de wet
hem een andere verdeling van de bewijslast voor, of pakt de hoofdregel niet
rechtvaardig uit. De rechter mag de bewijslast verdelen, dit gebeurt in een
tussenvonnis. Over het algemeen wordt de bewijslast zo verdeeld dat een
procespartij alleen bewijslast van feiten wordt opgedragen die deze partij zelf
heeft gesteld.
Rechter waardeert het bewijs
Bewijs kan worden geleverd door alle middelen -> art. 152 Rv. Feiten die door
dwingend bewijs worden aangetoond, moet de rechter voor waar nemen.
Art. 152 Rv: ‘De waardering van het bewijs is aan het oordeel van de rechter
overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt’.
Wederpartij mag tegenbewijs leveren
Als een partij voor haar stellingen bewijs levert, is de wederpartij vrij om met
tegenbewijs te komen, tenzij de wet dit in een bepaald geval uitsluit.
Tegenbewijs is bewijs van het tegendeel; daarmee toont de wederpartij aan dat
het geleverde bewijs ‘rammelt’. Ook tegen dwingend bewijs is tegenbewijs
mogelijk, tenzij de wet dit tegenbewijs uitsluit (art. 157 lid 2 Rv).
, Uitgangspunten
bewijsrecht
Lijdelijkheid van de Verdeling van de bewijslast
rechter door de rechter
Wie stelt
bewijst
Rechter waardeert het bewijs
Wederpartij mag tegenbewijs
leveren
Schriftelijk bewijs
Uitgangspunt in het bewijsrecht is een open systeem van bewijsmiddelen. Dit
wil zeggen dat bewijs door alle middelen geleverd kan worden, ook door
middelen die niet in de wet worden genoemd. De belangrijkste 4 bewijsmiddelen
worden in de wet besproken. Het gaat om:
Schriftelijk bewijs in de vorm van akten of vonnissen
Bewijs door getuigen
Bewijs door deskundigen
Bewijs door rechterlijke plaatsopneming.
Schriftelijk bewijs is al het bewijs dat op papier staat.
Bij schriftelijk bewijs wordt onderscheid gemaakt tussen akten en niet-akten, die
doorgaans geschriften worden genoemd.
Geschriften
Geschriften zijn alle bewijsmiddelen die op papier zijn gesteld.
Akten
Akten zijn alle schriftelijke stukken die zijn opgemaakt om als bewijs te dienen,
en die zijn ondertekend.
Authentieke akten zijn akten die in de vereiste vorm zijn opgemaakt door een
daartoe bevoegde ambtenaar. Als een authentieke akte moet worden opgemaakt
door de notaris, spreken we van een notariële akte.
Onderhandse akten zijn alle akten die niet authentiek zijn (bijv. schriftelijke
koopovereenkomst).
Bewijskracht van schriftelijk bewijs
Art. 157 Rv geeft aanwijzingen over de bewijskracht van schriftelijk bewijs.
Art. 157 lid 2 Rv maakt duidelijk dat onderhandse akten en authentieke akten
tussen de procespartijen dwingend bewijs opleveren. Dit wordt de materiële
bewijskracht van akten genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josefinelutje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.