De communicatiewetenschap is ontstaan uit de angst voor de effecten van media. Media zou de
mensen ongelimiteerd kunnen beïnvloeden, maar uit onderzoek kwamen nauwelijks effecten. Het
roer werd radicaal omgegooid, er werd niet meer onderzocht wat media met mensen doet, maar
wat mensen met media doen. Zo ontstond een nieuwe onderzoekstraditie (door Katz in 1959) en die
is vervolgens schematisch samengevat door Rosengren namelijk het Uses & Gratifications model
(1974).
Communicatie vindt altijd plaats in een context dat geldt ook voor massacommunicatie. De
samenleving en individuele karakteristieken (de lichtblauwe vlakken in afbeelding) zijn hier beide op
van invloed.
- Mensen leven in een samenleving, daar kun je ze niet los van zien, maar de samenleving zit
ook in mensen. De mediastructuur (complete medialandschap; krant, video, streamen, etc.)
is ook deel van de samenleving.
- De individuele karakteristieken (psychologische kenmerken, sociale positie,
levensgeschiedenis) van personen, alles wat een persoon uniek maakt, heeft invloed op zijn
of haar mediagebruik. Volgens het model leiden basisbehoeften tot subjectief waargenomen
problemen en subjectief waargenomen oplossingen.
Je verandert als individu door mediagebruik. De samenleving verandert ook door mediagebruik. Er is
ook een terugkoppeling van context naar behoeften. Al het eerder getoonde mediagebruik heeft
invloed. Men gaat er binnen de Uses en Gratifications theory vanuit dat men zich van dit alles bewust
is. Ze zouden het dus kunnen benoemen en zouden er met de onderzoeker over kunnen praten. Het
gaat dus over bewust mediagedrag.
,Uitleg van het model Uses en Gratifications:
Helemaal links in de afbeelding staat (basis-)behoeften. Basis tussen haakjes omdat behoeften van
mensen in de jaren kunnen veranderen zoals behoefte van sociaal contact of uitdagingen.
Naast dit vak zijn twee vakken namelijk:
- Subjectieve waargenomen problemen (bijvoorbeeld ik verveel me)
- Subjectieve waargenomen oplossingen (bijvoorbeeld ik ga Netflix kijken)
Vervolgens een vak met Motieven: bovengenoemde twee vakken leiden samen tot motieven. En dat
leidt vervolgens weer tot gedrag. De volgende twee blokken.
- Uses: media- gedrag
- Ander gedrag
Dit gedrag kan leiden tot bevrediging van behoeften (of niet): Gratificaties. Maar gratificaties zitten
ook nog ergens anders in het model.
Daarnaast zit er terugkoppeling in het model. Zie de gele pijlen. Mediagedrag en ander gedrag
hebben altijd gevolgen voor individuen. De samenleving veranderd ook. Omdat je als individu gebruik
maakt van media heb je invloed op de mediastructuur. Denk hierbij aan bijvoorbeeld likes, kijkcijfers
en recensies. Terugkoppeling vanuit gratificaties naar de (basis-)behoeften verloopt via de context.
VOORBEELD:
Stel je voor dat een jongere, Mark, tijdens een periode van sociaal isolement en eenzaamheid in zijn
leven verkeert. Hij heeft sterke behoeften aan sociaal contact en afleiding. In de context van Uses
and Gratifications zou dit als volgt kunnen worden geanalyseerd:
1. Behoeften (Basisbehoeften): Mark voelt zich eenzaam en verveeld (subjectieve waargenomen
problemen) en heeft behoefte aan sociaal contact en afleiding.
2. Subjectieve waargenomen oplossingen: Om zijn eenzaamheid en verveling te verminderen, kiest
Mark ervoor om sociale media en streamingdiensten zoals Netflix te gebruiken. Hij realiseert zich dat
deze platforms hem kunnen helpen om in contact te blijven met vrienden, familie, en entertainment
te bieden.
3. Motieven: De behoefte aan sociaal contact en afleiding leidt tot de motieven om sociale media en
streamingdiensten te gebruiken. Mark heeft dus specifieke motieven zoals 'sociale interactie' en
'ontspanning'.
4. Gedrag: Mark begint regelmatig sociale media te gebruiken om met vrienden te communiceren en
om nieuwe online vriendschappen te ontwikkelen. Hij begint ook series en films op Netflix te
bekijken.
5. Uses (Media-gedrag): Mark's gebruik van sociale media en Netflix is zijn mediagedrag dat gericht is
op het bevredigen van zijn behoeften aan sociaal contact en afleiding.
,6. Gratificaties: Mark ervaart bevrediging omdat hij zich minder eenzaam voelt door sociale media te
gebruiken om in contact te blijven met anderen en vermaakt wordt door de content op Netflix. Deze
bevrediging komt voort uit het gebruik van media om zijn behoeften te vervullen.
7. Terugkoppeling: Als gevolg van zijn mediagedrag heeft Mark invloed op zijn eigen
mediaconsumptiepatronen en draagt hij bij aan de populariteit van bepaalde content op sociale
media en Netflix. Ook kan dit invloed hebben op zijn sociale netwerk en welzijn.
Dit voorbeeld illustreert hoe de Uses and Gratifications Theory kan worden toegepast om het
mediagedrag van individuen te begrijpen op basis van hun persoonlijke behoeften en motieven, en
hoe dit gedrag kan leiden tot bevrediging en veranderingen in de samenleving.
Korte omschrijving van het model:
Het Uses & Gratifications-model in de communicatiewetenschap benadrukt dat mensen
actief kiezen welke media ze gebruiken om hun persoonlijke behoeften en motieven te
bevredigen. Het model gaat uit van de wederzijdse invloed tussen individuen en media,
waarbij mediagedrag de mediastructuur beïnvloedt en andersom. Het draait om bewust
mediagedrag in relatie tot individuele behoeften, motieven en de bredere samenleving.
1. Basisbehoeften: Individuen hebben basisbehoeften, zoals sociaal contact en
entertainment.
2. Subjectief waargenomen problemen en oplossingen: Mensen identificeren subjectieve
problemen (bijv. verveling) en vinden oplossingen (bijv. Netflix kijken).
3. Motieven: Problemen en oplossingen leiden tot motieven voor mediagebruik.
4. (Media)gedrag: Motieven beïnvloeden welke media individuen kiezen en hoe ze deze
gebruiken.
5. Bevrediging: Mediagedrag kan bevrediging van behoeften opleveren (gratificaties).
6. Terugkoppeling: Er is wederzijdse invloed tussen individuen en media, waarbij
mediagedrag de mediastructuur beïnvloedt en andersom.
, Artikelen:
Instagram: Motives for its use and relationship to narcissism and contextual age.
Interpersoonlijk = iets wat gebeurt tussen twee of meer mensen.
De belangrijkste redenen voor Instagram:
- Surveillance (toezicht, bewaking)/ kennis over anderen.
- Documentatie.
- Coolheid (populair worden)
- Creativiteit.
Mensen met een hoge interpersoonlijke interactie gebruiken Insta voor Coolheid, creativiteit
en surveillante, mensen met veel sociale activiteiten gebruiken insta meer voor
documentaire. Er is echter geen relatie tot narcisme.
Insta is meer voor je persoonlijke identiteit en minder voor relaties. Waarbij selfies zorgen
voor individualiteit. Sociale betrokkenheid vindt door hashtags plaats.
Geslacht voor gebruik is een sterke voorspeller, er zijn meer vrouwen die Insta gebruiken.
Mensen met een laag sociaal leven hebben minder snel een account.
Contextuele leeftijd = elementen zoals fysieke gezondheid, interpersoonlijke interactie, sociale
activiteit en economische zekerheid.
Informatiever dan demografische gegevens bij verklaring interpersoonlijke behoefte en
motieven.
In relatie met internet gebruik.
Narcisten gebruiken social media omdat ze gecontroleerde oppervlakkige relaties kunnen aan gaan
en ze de volledige macht hebben over hun zelfprestatie.
- Fashion
- Entertainment
- Creatieve projecten
- Virtuele verkenning
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijnsnelderwaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.92. You're not tied to anything after your purchase.