- aangeven wat de begrippen: rechtshandeling, feitelijke handeling,
bloot rechtsfeit en verbintenis inhouden;
Feiten zijn dagelijkse gebeurtenissen of omstandigheden waarvan de werkelijkheid vaststaat. Dus je
kunt ze waarnemen. Feiten zonder rechtsgevolg: feiten waaraan het recht geen gevolgen bindt.
Rechtsfeit zijn feiten met rechtsgevolg, er vind een verandering plaats in de rechtspositie van een
rechtsobject. Je hebt rechten en plichten die je voorheen niet had.
Blote rechtsfeiten: wordt niet veroorzaakt door menselijk handelen. De geboorte van een kind, het
sterven van iemand of het bereiken van een bepaalde leeftijd. Je hoeft niets te doen om 18 jaar te
worden, maar het recht verbindt daar wel gevolgen aan. Bijv. je bent dan meerderjarig. Het kind
hoeft niets voor te doen om geboren te worden. Wanneer hij of zij is geboren krijgt diegene wel een
aantal rechtgevolgen, bijv. het recht op een naam.
Feitelijke handeling is een menselijk handelen zonder beoogd rechtsgevolg. Rechtgevolgen ontstaan
los van de wil of de bedoeling van het rechtssubject, de wet bepaalt wat het rechtsgevolg is. Veel
feitelijke handelingen zijn:
- Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW): als iemand per ongeluk mijn telefoon laat vallen, dan
bepaalt de wet dat door diegene zijn onrechtmatig handelen diegene verplicht is om de
schade die ontstaat te vergoeden. Diegene had niet gewild de telefoon te laten vallen en ook
niet om schadevergoeding te betalen, maar de wet bepaalt dat dit verplicht is.
- Rechtmatige daad (art. 6:198 jo. Art. 6:212 BW)
- Wanprestatie (art. 6:74 BW)
Rechtshandelingen zijn menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg. Art. 3:33 BW: een
rechtshandeling vereist een op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard.
Stel je staat in de mediamarkt en je wilt een telefoon kopen. Dan is het niet voldoende om alleen de
gedachte te hebben, stel je zegt tegen de verkoper ‘’ik wil die telefoon kopen’’. Dan is de verklaring
geopenbaard. Het kopen van de telefoon is de rechtshandeling.
Verbintenissenrecht: het verbintenissenrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten.
Rechtssubject: een drager van rechten en plichten (natuurlijke persoon & rechtspersoon) een
Verbintenis: een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee (of meer)
personen, op grond waarvan de ene persoon (de schuldeiser) recht heeft op een prestatie, waartoe
de andere persoon (schuldenaar) is verplicht.
Vermogensrechtelijk: op geld waardeerbaar
Bij een verbintenis zijn er altijd twee of meer personen, waarbij de ene recht heeft op een
prestatie en de ander verplicht is tot prestatie.
We spreken alleen van verbintenissen als het gaat om een verplichting tot prestaties die ‘’geld waard
zijn’’.
Verbintenissen moeten worden nagekomen. Kom je de verbintenis niet na, dan ben je aansprakelijk
voor de gevolgen. Er moet sprake zijn van wilsovereenstemming.
, - aangeven wat een eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling is;
Meerzijdige rechtshandeling: de wilsuiting van twee of meer personen is vereist. Het sluiten van een
arbeidsovereenkomst, je hebt twee mensen nodig. Ook schenking is een voorbeeld van een
meerzijdige rechtshandeling.
Eenzijdige rechtshandeling: wilsuiting van één persoon. Het opzeggen van een arbeidsovereenkomst.
Je hebt meer één persoon nodig om hem op te zeggen. Als de werknemer de arbeidsovereenkomst
wilt opzeggen, is er geen goedkeuring nodig van de werkgever.
-> Gericht: geadresseerde is duidelijk: de rechtshandeling is gericht op één persoon en het moet die
persoon ook bereiken.
-> Ongericht: geen duidelijke geadresseerde: de geadresseerde hoeft niet duidelijk te zijn. Bijv. een
testament, wanneer iemand overlijdt gaat het testament gelijk in werking.
- de bronnen van verbintenissen uit het Burgerlijk Wetboek noemen;
Art. 6:1 BW. Een verbintenis kan ontstaan uit een:
- overeenkomst (meerzijdige rechtshandeling) art. 6:214 BW / art. 6:261 BW e.v. bijv. een
koopovereenkomst of huurovereenkomst
- eenzijdige rechtshandeling: zoals een testament.
- De wet: de wil van partijen is niet van belang. Maar stel je maakt schade aan iemands telefoon dan
bepaalt de wet dat je die schade moet vergoeden. Er ontstaat een verbintenis: ik heb de plicht om de
schade te betalen en de ander heeft het recht om de schade te ontvangen.
- benoemen hoe verbintenissen ontstaan;
Je spreekt met z’n tweeën een mondelinge koopovereenkomst af dat Piet de tweedehands telefoon
koopt van Jan voor 200 euro. De eerste verbintenis die ontstaat is het betalen van een geldsom. Piet
heeft de plicht om de geldsom te betalen. Jan heeft het recht om het geld te ontvangen. De volgende
verbintenis die ontstaat is de plicht die Jan heeft om de telefoon aan Piet te geven. Piet heeft het
recht om de telefoon te ontvangen.
- de verschillende rechtssubjecten in het Nederlandse recht
herkennen;
Rechtssubjecten zijn dragers van rechten en plichten. Dit zijn natuurlijke personen of rechtspersonen.
Je hebt de partij die recht heeft op een prestatie de schuldeiser (of crediteur). De partij die de
prestatie moet verrichten is de schuldenaar (of debiteur).
- uitleggen of een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is
Nietig: probleemsituaties die zich bij rechtshandelingen voordoen, zijn bijv. situaties waarin iemand
een overeenkomst wil sluiten die in strijd is met een wettelijk verbod. Zo’n rechtshandeling is nietig.
Dat wil zeggen dat de handeling voor het recht niet bestaat.
Vernietigbaarheid: art. 3:44 lid 1 B bepaalt dat een rechtshandeling die tot stand is gekomen onder
invloed van bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden, niet nietig maar vernietigbaar is.
Wanneer je er, na het sluiten van de overeenkomst, achter komt dat je bedrogen bent, kun je de
overeenkomst vernietigen. De overeenkomst heeft in dit geval even bestaan, maar na vernietiging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauriefranken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.