Taal samenvatting, bovenbouw, 2016-2017, semester 2
4.2 Historische verhalen, p. 176-188
Spelen zich af in het verleden. Gaat over historische personen en gebeurtenissen. tot leven
wekken voor lezer.
Kan ook volledig verzonnen zijn binnen historisch kader.
Eerste historische verhalen ontstonden in begin 19 e eeuw. Sir Walter Scot.
Sir Walter Scot gedreven door liefde voor geboorteland Schotland.
Bekende boeken:
- Waverley
- Ivanhoe
- Drie musketers
- De leeuw van Vlaanderen
Eerste historische verhalen voor de jeugd stonden voor liefde voor vaderland, maar al snel won het
avontuurlijke belang.
Evolute: boeken waren niet alleen voor jongens, nadruk op de gewone man en grensoverschrijdend.
Kinderen vinden historische verhalen leuk v.a. 9 jaar. tjdbegrip verdiept.
Belangrijkste groep tussen 11 en 15 jaar. beter abstracte begrippen en verbanden.
Wat maakt het leuk:
- Het is anders dan nu, is vreemd.
- Verleden spreekt tot verbeelding.
- Nieuwsgierigheid en leergierigheid.
- Vullen geschiedenis aan.
- Details: hoe mensen leefden, dachten en voelden.
Waargebeurd of verzonnen
Feiten en fcte samenspel.
5 soorten historische verhalen
1. Informateve geschiedenisverhalen
Biografe, informateve functe, voetnoten, zo veel mogelijk feiten.
2. Historisch-psychologisch verhaal
Verzonnen hoofdpersonage in exact gesitueerde historische periode. Soms extra info door
voetnoten. Combi van spanning en historie met karaktertekeningen en psychologische
diepgang. historisch-psychologische verhalen → gaat om psychologische ontwikkelingen van
de hoofdpersoon. Als lezer zit je in ‘het hoofd van die persoon’.
3. historische sfeer / costume novels
spelen zich af in de historische tjd, maar verder zijn de feiten en de sfeer heel vaag. Geen
informate over die tjd.
4. historisch-fantastsche verhalen
amuseren, mooi fantasieverhaal. Geen informate over die tjd.
5. mythische verhalen
over goden.
Rob Ruggenberg → beroemde schrijver voor de bovenbouw
Aantrekkingskracht van historische boeken
1
, 1. Willen veel leren → deze boeken geven informate.
2. zit spanning en avontuur in deze boeken.
3. inleven in de hoofdpersonages.
4. humor
De waarde van historische boeken
1. respect voor anderen.
2. begrip voor eigen cultuur. → normen en waarden
3. Laat hen nadenken over zichzelf.
4.3 Oorlogsverhalen p. 188- 194
subgenre van historische verhalen
verreweg de meeste gaan over de Tweede Wereldoorlog.
kenmerken:
1. accent op innerlijke spanning hoofdpersonage.
2. boodschap: nooit meer oorlog!
3. op zoek naar de vraag wat mensen drijf in oorlogssituates.
5.3 Informatieve boeken p. 307-322
Een aap op de WC → informatef.
Buiten is het oorlog → informatef en oorlogsverhaal.
Defnite informatef boek:
Geven informate over verschillende onderwerpen. Soms 1 onderwerp per boek, soms meerdere. Het
wordt gezien als aanvulling op de lesstof. Niet alle thema’s zijn voor alle kinderen interessant.
Soorten informateve boeken:
1. Vroege non-fcte eonderbouw)
2. Referenteboeken/opzoekboeken: woordenboeken, encyclopedieën, atlassen…ev.a.
middenbouw)
3. Boeken voor de midden- en bovenbouw over bepaalde onderwerpen
losse delen of reeksen
van veel tot weinig fcte
over 1 onderwerp of over verschillende onderwerpen
Belang van informateve boeken
“je verdiepen in een onderwerp wat je interessant vindt”.
kennismaking met non-fcte teksten.
betekenisvolle onderwerpen
Wat zijn de opbrengsten van lezen van informateve boeken?
vergroot de leesmotvate een dus leesplezier, beter lezen, begrijpend lezen)
doen veel kennis op
er wordt gericht gewerkt aan gevorderde geleterdheid, tussendoel 6
informateverwerking.
Criteria informateve boeken
op basis van de volgende onderdelen:
2
, inhoud moet correct, volledig, betrouwbaar en actueel zijn. interessant. Pluspunt:
leerlingen laten denken, geen stereotype informate.
Opbouw duidelijk en samenhangend. Inhoudsopgave, register en index compleet.
Taal begrijpelijke taal. Moeilijke woorden moeten verklaard worden.
Vorm overzichtelijk en aantrekkelijk. Goede afstemming tekst en illustrate.
zie stencil boekje ‘beoordelingsformulier informateee boeken en leesbeesten p. 309.
probleem:
omdat er geen verhaal in zit, vinden ze het moeilijk om verder te lezen. Veel informate opnemen is
lastg!
‘hapjeswetenschap’: veel illustrates verdringen tekst, die dan een losse verzameling van
onderschrifen worden.
tussendoelen gevorderde geleterdheid bovenbouw: 6. informateverwerking
kinderen kennen de betekenis en functe van verschillende informatebronnen. ze kunnen informate
daarin opzoeken.
ze zoeken in openbare bibliotheek boeken met een computer.
leerlingen maken een schema, uitreksel, samenvatng van een verhalende of informateve tekst.
ze kunnen zichzelf relevante vragen stellen voor, tjdens en na het lezen van een tekst.
Strategieën voor het lezen van informateve teksten
1. actveren van eerder opgedane kennis.
2. analyseren en evalueren van nieuwe informate.
3. integreren van nieuwe info met oude kennis: kennis delen met createve werkvormen.
Taal en didactiek: Spelling, Hoofdstuk 10
10.1 Moeilijkheden in de werkwoordspelling
Meeste fouten in spontaan schrifelijk taalgebruik i.c.m. verdubbelingsregel.
Stam die eindigt op –d of –t.
Wat maakt het nou lastg, 3 factoren:
1. De spelling van de werkwoorden wordt bepaald door verschillende spellingprincipes.
2. een beroep gedaan op grammatcaal inzicht.
3. Vaak op verkeerde manier aangeleerd.
Ad 1) spelling van werkwoorden wordt bepaald door verschillende spellingprincipes
Voorbeeld werkwoord ‘vindt’.
In dit woord schrijven we een –d regel van gelijkvormigheid
In het hele werkwoord hoor je een d
De –t aan het einde regel van overeenkomst
Voor 1 klank et), moeten we toch 2 leters schrijven
De regels moet je in bepaalde volgorde toepassen eerst gelijkvormigheid, dan overeenkomst.
Ad 2) beroep op grammatcaal inzicht
Grote moeilijkheid: spelling is afankelijk van de zin.
Onderwerp, persoonsvorm, etc.
3
, Ad 3) Vaak op verkeerde manier aangeleerd
Nodig voor werkwoordspelling:
- herkennen van de PV
- PV aanleren via algoritme.
10.2 De didactek van de werkwoordspelling
3 wijzen om werkwoordspelling aan te leren + per wijze nog 2 benaderingen.
Kinderen moeten er achter zien te komen dat werkwoorden zijn opgebouwd uit een stam en een
achtervoegsel.
- De regelmethode
- De analogiemethode
- De algoritmische methode
De regelmethode
Oudste benadering.
Eerst worden de regels voor de vorming van ww aangeleerd en vervolgens moet een leerling in alle
voorkomende gevallen uitmaken welke regel van toepassing is.
Bijvoorbeeld:
Ik : schrijf de stam
Jij/hij : schrijf de stam +t
Wij/jullie/zij : schrijf het hele ww
Voordelen:
Zijn op elk werkwoord toepasbaar
Geven inzicht in de systematek voor de PV.
Nadelen:
Erg abstract
Zelf regels opstellen vergt een cognitef ontwikkelingsniveau wat niet alle kinderen dan al hebben.
Raken vaak in de war door hoeveelheid regels.
Bij onbekende woorden kan overgeneralisate optreden.
Tegenwoordig wordt de regelmethode vaak gecombineerd met het algoritme.
De analogiemethode
Als vervolg op de falende regelmethode ontstond deze methode eind jaren vijfig.
Aan de hand van enkele veelvoorkomende voorbeeldwerkwoorden egrondwoorden) worden de
moeilijkheden bij de werkwoordspelling in kaart gebracht.
Bij werkwoordsvorm wordt er 1 grondwoord gebruikt, die dan moet worden vervangen in de zin
elopen).
Kenmerkend:
Kinderen leren werkwoordspelling door woorden te vergelijken, zonder dat daarbij duidelijke regels
zijn.
Daarom is de methode te impliciet indirect.
Het is didactsch beter om ze bewust te maken van de stappen die ze nemen.
De algoritmische methode
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mareenjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.