Dit document omvat 150 meerkeuze vragen over de bijbehorende stof, overeenkomend met het tentamen in 2023. Met 5 extra open vragen. Antwoorden staan onderin
Oefententamen Ontwikkelingspsychologie
Developmental Psychology 2e druk - Patrick Leman, Andy Bremner, Ross D. Parke, Mary Gauvain
Voorwoord
Dit oefen tentamen is gemaakt voor het vak ontwikkelingspsychologie (pedagogische
wetenschappen jaar 1). In totaal bevat dit oefen tentamen per hoofdstuk ongeveer 10
vragen, er zijn 16 hoofdstukken met 150 Meerkeuzevragen. Aan het einde heb ik 5 open
vragen bedacht die ook te maken hebben met de stof. Aan de onderkant van het document
staan de antwoorden. Alle vragen zijn gebaseerd op het tentamen dat ik heb gehad in
periode 1. Door middel van dit tentamen heb ik actief de stof geleerd, ik hoop hiermee ook
jullie te kunnen helpen.
Ik heb hier veel tijd en moeite in gestoken, dus gelieve niet doorsturen naar anderen.
Daarentegen is het kopiëren, namaken en doorsturen ook strafbaar.
, Vragen bij hoofdstuk 1: Themes en Context
1. De ontwikkeling van een mens kan worden gezien als multi-directioneel, wat wordt
hiermee bedoelt?
a. Dat ontwikkeling verschillende kanten op kan gaan, goed of slecht.
b. Dat ontwikkeling zich vooruit kan bewegen en achteruit.
c. Dat ontwikkeling zich in verschillende terreinen kan bevinden.
d. Dat ontwikkeling een proces van verandering is waarin veel gebeurt op gebied van
nature en nurture.
2. Ontwikkeling speelt zich af op gebied van lengte en gewicht, welk terrein past hierbij?
a. emotioneel
b. cognitief
c. fysiek
d. sociaal
3. Wat kenmerkt normatief historische invloed met betrekking tot een cohort?
a. Ze zijn zeldzaam en hebben weinig impact op een generatie
b. Ze ontstaan willekeurig en hebben geen verband met een specifieke historische
gebeurtenis
c. Ze zijn veelvoorkomend en verbonden met een specifieke historische gebeurtenis die
invloed heeft op een hele generatie.
4. Hoe wordt continue ontwikkeling het best omschreven in de context van menselijke groei?
a. Periodieke, abrupte veranderingen in ontwikkeling.
b. Een vloeiende, geleidelijke groei die geen duidelijke stadia vertoont.
c. Een eenmalige, definitieve ontwikkeling die niet evolueert.
5. Welke situatie illustreert het concept van domein-specifieke ontwikkeling?
a. Een kind dat gelijktijdig cognitieve, motorische en sociale vaardigheden ontwikkelt.
b. Een jonge atleet die zich uitsluitend richt op het verbeteren van zijn sportieve
prestaties, terwijl andere vaardigheden achterblijven.
c. Een adolescent die overal gelijke groei vertoont zonder enige specialisatie.
6. Welke situatie illustreert het concept van een kritieke periode?
a. Een kind dat op elk moment kan leren praten, zonder significante verschillen in
taalontwikkeling.
b. Een kuiken dat alleen bepaalde geluiden leert herkennen wanneer het wordt
blootgesteld aan die geluiden tijdens de eerste paar dagen na het uitkomen.
c. Een tiener die gedurende zijn hele leven geïnteresseerd kan raken in verschillende
hobby's zonder enige beperking.
7. Welke stelling past het beste bij iemand met een levensspanne perspectief?
a. “Leren stopt na de kindertijd”
b. “Na de kindertijd is het niet waarschijnlijk dat je nog nieuwe dingen leert”
c. “De ontwikkeling gaat door tot je pensioen”
d. “Ontwikkeling gaat gedurende je hele leven door”
, 8. Ontwikkeling komt volgens het empirisme voornamelijk uit invloeden uit:
a. genetische dispositie
b. onderwijs
c. omgeving
d. cultuur
9. In welk perspectief van Bronfenbrenner past de invloed die de ouders met school heeft
(1), de invloed die een wet op een persoon heeft (2) en de invloed van je vrienden (3).
a. (1) exo (2)macro (3) micro
b. (1) meso (2) micro (3) meso
c. (1)meso (2)macro (3)meso
d. (1)exo (2) macro (3) meso
10. Welk scenario illustreert de nadruk op "nature" in de ontwikkeling?
a. Een kind dat een talent voor muziek ontwikkelt door blootstelling aan verschillende
muziekgenres.
b. Een tweeling die vergelijkbare persoonlijkheidskenmerken vertonen vanwege
gedeelde genetische factoren.
c. Een adolescent die zijn taalvaardigheden verbetert door intensieve taallessen.
Vragen bij hoofdstuk 2: Theorieën
11. Wat is een kernconcept van de psychodynamische theorie, zoals voorgesteld door
Sigmund Freud?
a. Gedragsverandering is voornamelijk het gevolg van positieve en negatieve
bekrachtiging
b. Persoonlijkheid en gedrag worden beïnvloed door onbewuste drijfveren en
ervaringen.
c. Ontwikkeling is het resultaat van cognitieve processen en sociaal leren.
12. Welk experiment illustreert het principe van klassieke conditionering, zoals voorgesteld
door Ivan Pavlov?
a. Het Bobo Doll-experiment van Albert Bandura.
b. Het Little Albert-experiment van John B. Watson.
c. Het Skinner-boxexperiment van B.F. Skinner.
13. Hoe beschrijft het behavioristische perspectief de vorming van gedrag?
a. Gedrag is voornamelijk aangeboren en genetisch bepaald.
b. Gedrag wordt gevormd door beloning en bestraffing, en door het leren van
associaties tussen stimuli en responsen.
c. Persoonlijkheid en gedrag worden gevormd door interne conflicten en onbewuste
drijfveren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentRUG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.96. You're not tied to anything after your purchase.