100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Zes psychologische stromingen en een client, Korte Samenvatting $6.42
Add to cart

Summary

Zes psychologische stromingen en een client, Korte Samenvatting

 76 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een korte samenvatting van het boek Zes psychologische stromingen en een client. Zelf heb ik een 8.2 gehaald. De samenvatting is erg uitgebreid doordat ik de stukken van de cliënt heb weggelaten. Hierdoor komt de theorie goed aanbod en dat is tenslotte wat je moet weten. Ook heb ik een name...

[Show more]

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • Alles behalve lichaamsbenaderingen
  • January 9, 2024
  • 26
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Zes psychologische stromingen en één cliënt



Psychodynamische benaderingen
Psychoanalse: een cliënt ligt op een divan en verteld alles wat in hem opkomt.
Later is deze verruild voor de psychoanalytisch therapie waarbij er meer interactie is.

Patiënten weten vaak niet waarom ze iets doen. Psychodynamische therapieën
proberen het onderbewuste, bewust te maken en deze te leren hanteren. Problemen
stammen uit de vroege kindertijd. Hoewel latere gebeurtenissen ook hun sporen
kunnen achterlaten. Stress en gevoelens waar je niet mee om kan gaan worden
geactiveerd als je iets tegenkomt wat lijkt op de oude situatie.
Overdracht: we dragen iets van vroeger over op de situatie waarin we nu leven. Dit
gebeurt meestal onbewust. We hebben vroeger een ‘werkmodel’ over deze situaties
ontwikkeld die niet functioneel is.
De bedoeling van de therapie is om: Beangstigende en onbekende gevoelens toe te
laten, ze te benoemen, begrijpen en te hanteren. Dit wordt ook wel affectregulering
en mentaliseren genoemd.

Sigmond Freud
Conversiestoornis: Een onverklaarbare stoornis, die ontstaat uit het blokkeren van
zichzelf om onbegrijpelijke redenen. Freud ontdekte dat deze stoornissen
verdwenen, wanneer patiënten zich emotioneel geladen, weggedrukte
gebeurtenissen herinnerden en hun spanning konden ontladen. Freud ging ervan uit
dat alles een betekenis heeft. Vandaar zijn handelen: vrije associatie, hypnose.
Symptomen van een stoornis staan volgens Freud ergens symbool voor. (bv. Doof-
niet hadden willen horen van de oorlog). ALLES leid naar het onderbewuste proces.
Eigenlijk kan het onderbewuste altijd naar voren komen als ons brein niet meer
waakzaam is.
Vier modellen van Freud:
1. Het drift model: Legt accent op verdrongen problemen uit de kindertijd die
terug te voeren zijn op seksuele en agressieve driften.
2. Het objectrelatiemodel: Legt de nadruk op de eerste relaties in de vroege
kindertijd en op de manier waarop deze relaties een deel van onszelf zijn
geworden ’verinnerlijkt’ zijn.
3. Het zelfpsygologisch model: Hier ligt de aandacht niet zozeer naar conflicten
maar juist naar tekorten. Deze tekorten leiden tot een zwakke identiteit, een
zwak zelfgevoel.
4. Het interactioneel model: Legt de nadruk niet op innerlijke conflicten, maar op
problematische conflicten tuúseen mensen. Er wordt nagegaan hoe
problematische interactie sverklaard kunnen worden vnuit een diepliggend
interactieschema in de persoonl Dit schema is ontstaan in de ikindertijd. (dit
schema beweegt zich naar cognitief en systeemtheorie)

,Het driftmodel:
Lustprincipe: Het model werkt op behoefte bevrediging. Er zijn 2 driften de
agressieve (gericht op dood) en seksuele (gericht op leven). Als dit niet lukt ervaren
we spanning. Het gaat niet alleen om seksueel gedrag in beperkte zin, maar om alles
dat is gericht op genieten en creatieve expressie.
De driften zijn blinde, aangeboren biologische krachten. Genoemd Es. Behoeftes en
driften kunnen alleen uitgesteld worden als men er zeker van is dat de bevrediging
op een later tijdstip wel plaatsvindt.
Om frustraties te leren verdragen moet een kind het ik ontwikkelen oftewel ego. Hoe
beter ons ego is hoe beter we in staat zijn om uitgestelde behoeftebevrediging en de
angsten die dit oproept te verdragen. Naast Ego en Es ontstaat er nog een derde.
Die noemen we Superego. Deze bevat de geboden en verboden die vanuit de
omgeving zijn geïnternaliseerd, dat wil zeggen dat zij onderdeel van onszelf zijn
geworden. Ook bevat het ideaal beelden over hoe we zouden moeten zijn.
Ontwikkelingsfasen ES, EGO, SUPEREGO
- De orale fase: gericht op bevrediging van driften, via mond. Als er een tekort
ontstaat kan deze nooit bevredigd worden.
- Anale fase: periode van zindelijkheid en eigen wil. Kind moet evenwicht vinden
in eigen wil en die van een ander. Het ego ontwikkeld zich. Als het de ouders
niet lukt om de wil in deze periode goed te kanaliseren, kan het kind
problemen blijven houden met autoritietien, regels, netheid, orde, macht en
strijd.
- De fallische fase: In deze fase staat het geslachtsverschil centraal.
Oedipuscomplex centraal: jongetje wil met moeder trouwen. Vader is rivaal.
Het superego ontwikkeld zich hier door regels en imitatie. Penisnijd: vrouwen
zijn volgen Freud jaloers op mannen. En willen op vader lijken. Zodra meiden
ontdekken dat dit onmogelijk is zullen ze op moeder willen lijken. LEES P. 48
NOG EENS. Als je in deze fase problemen hebt uiten deze zich later in
(seksuele) relaties.
- Latentie fase: Blik gaat meer naar buitenwereld, maar psychodynamisch
gezien, breekt er een rustigere tijd aan.
- Genitale fase: puberteit hier worden driften en conflicten onder invloed van
hormonen en culturele verwachtingen weer actiever en kunnen oude
conflicten opnieuw actueel worden. Als dit goed gaat, rijpt iemand dan uit tot
een volwassen persoon die volwassen relaties kan aangaan op gebied van
werk, liefde vriendschap.
- Regressie en fixatie: als conflicten uit de fasen niet goed zijn opgelost, blijven
ze actief.

Afweermechanismen
Als het mis gaat in de kindertijd, ontwikkel je in de volwassenheid vaak minder goede
aanpassingsstrategieën. Het onderliggende conflict is dan onderbewust. Om dit
conflict onder de oppervlakte te houden ontwikkelen we afweermechanismen.
- Verdringing: angst wordt weggestopt, maar blijven invloed uitoefenen.
- Ontkenning: feitelijke zaken worden ontkend omdat ze te beangstigend zijn.
Ontkennen is anders dan liegen, want bij ontkennen zie je de werkelijkheid
niet meer onder ogen.

, - Reactieformatie: Een angstwekkende impuls wordt onschadelijk gemaakt door
het omgekeerde ervan in het bewuste toe te laten. Soms is dit handig doordat
men dan ook kan overdrijven waardoor ze toch een deel van woede kwijt
kunnen. Ook moeten sommige mensen lachen over een ernstige situatie dit is
ook een form van reactieformatie.
- Isolering: een ontoelaatbaar gevoel wordt afgesplitst van de rest van je
persoon. Een gebeurtenis is wel geregistreerd, maar je gevoel is ervan
afgesplitst.
- Intellectualisering: Dit lijkt op isolering, Moeilijke innerlijke zaken worden met
veel interessante en moeilijke woorden weggepraat. Het praten houd zo het
gevoel op afstand.
- Projectie: Een onacceptabele impuls bij jezelf wordt geprojecteerd op een
ander. Projectie kan het gemakkelijker maken om toch iets van je verboden
gevoel te uiten. Projectie kan ook de werkelijkheid vertekenen, omdat je niet
meer weet wat van jou of van de ander is.
- Splitsing: iets of iemand wordt gezien als of helemaal goed, of helemaal slecht
of afwisselend al slecht en goed. Dit mechanisme wordt gebruikt als het te
veel angst oproept om zowel iemands goede als slechte kanten te zien.
- Rationalisatie: Bij rationalisatie wordt een impuls die door superego wordt
afgekeurd toch uitgeleefd en vervolgens goed gepraat.
- Verplaatsing: Wanneer je een impuls die op iemand gericht is uit bij een ander.
- Sublimatie: Je zet je behoeften om in maatschappelijk geaccepteerd gedrag.
Freud raadde dit aan.
- Afweer en weerstand: Afweer heeft te maken met afweren van gevoelens in
de patiënt zelf. Het is dus gericht op het weghouden van een innerlijk conflict.
Weerstand is verzet tegen de therapie of tegen een gesprek over je eigen
functioneren dit is dus naar buiten gericht.

Therapieën vanuit het driftmodel
De klassieke psychoanalyse gaat uit van het driftmodel en van de es,ego,superego
structuur van de persoonlijkheid. Een cliënt zit meestal jaren in therapie en heeft 4 à
5 keer per week een sessie van 45 min. Met ‘vrije associatie’.
- Abstinentieregel: Psychoanalyticus zit aan hoofdeinde en is niet zichtbaar. Hij
moet zich neutraal opstellen. En therapeut moet niet mengen met proces.
- Overdracht: de psychoanalyse roept het afweermechanisme ‘verplaatsing of
overdacht’ op. De conflicten worden verplaatst naar de therapie en daar
onderzocht. De cliënt zal problematiek overdragen op de therapeut. Bv. angst
of woede.
- Langdurig proces: Door het conflict tussen es en superego wil cliënt niet
toegeven aan problemen, omdat het ander ego teveel wordt. Daardoor is dit
een lang proces om problematiek aan de oppervlakte te krijgen.
- Kortere trajecten: De klassieke psychoanalyse komt tegenwoordig niet veel
voor. Er bestaan kortere trajecten waarbij men tegenover elkaar zit. De patiënt
moet intensiever aan het werk. En moet dus in staat zijn nogal wat spanning te
verdragen. De therapeut heeft een actievere rol. Ook is er meer aandacht voor
het hier en nu waarin het verleden doorspeelt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritguichelaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  6x  sold
  • (0)
Add to cart
Added