100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Daders ALLE STOF (Universiteit Leiden, Criminologie) $6.63   Add to cart

Summary

Samenvatting Daders ALLE STOF (Universiteit Leiden, Criminologie)

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van alle stof van het vak Daders (uit semester 2 van jaar 1 van Criminologie, Universiteit Leiden). Bevat alle stof en belangrijke punten, met plaatjes en uitleg. Zelf a.d.h.v. deze samenvatting een dikke voldoende gehaald.

Preview 3 out of 19  pages

  • January 9, 2024
  • 19
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Week 1 - dadertheorieën

Artikelen

Er zijn drie elementen die (bijna) altijd aanwezig zijn bij een criminele daad:
-Een gemotiveerde dader
-Een aantrekkelijk doelwit
-Afwezigheid van een capabele toezichthouder




Eck’s triangle

De ‘handler’ houdt toezicht op de mogelijke daders, dit kan bijv. een ouder of docent zijn, de handler
ontmoedigt de daad.
Een setting staat onder toezicht van een place manager, wiens aanwezigheid en alertheid de
mogelijkheid tot misdaad ontmoedigt.
De guardian houdt toezicht op het doelwit en voorkomt hiermee vermogensdelicten en illegaal
verkoop, dit is bijvoorbeeld de eigenaar van een bepaald goed (het doelwit).

‘Hot products’ zijn vaak: (CRAVED)
-Concealable -> makkelijk te verbergen
-Removable -> makkelijk weg te halen
-Available -> beschikbaar
-Valuable -> waardevol
-Enjoyable -> aangenaam
-Disposable -> makkelijk vanaf te komen

Mensen die zelf ooit slachtoffer zijn geweest of zelf veelplegers zijn, hebben te maken met extra
risico op slachtofferschap.



Hoorcollege/werkgroep

Onderscheid in manieren waarop naar mensbeeld wordt gekeken:
1. Rationele dader -> homo economicus
2. Invloed van de sociale omgeving -> homo sociologicus

Keerpunt (turning point) -> een gebeurtenis in het leven van een dader die leidt tot een verandering
in levensomstandigheden.

Alles steunt op het idee dat iemand pro-sociale bindingen heeft, wat ervoor zorgt dat iemand stopt
met criminele daden.

Voorwaarden voor desistance:
1. Afsnijden van het verleden.
2. Heeft een positief effect van sociaal netwerk: toezicht en steun.

,3. Moet een verandering van en structuur in routine activiteiten bieden.
4. Verandering van identiteit (dader gaat zelf ook geloven dat hij kan stoppen en wilt dit ook

Gelegenheidstheorieën Homo economicus:
-Afweging baten-kosten
-Snel plezier, geen pijn
-Gelegenheid bepaalt de uitkomst van de
afweging
Levensloopcriminologie Homo sociologicus (variant a):
-Sociale omgeving vormt de dader
-Ook desistance wordt verklaard vanuit sociale
omgeving; keerpunten
Culturele criminologie Homo sociologicus (variant b):
-Cultuur vormt de dader
-Daderschap wordt verklaard uit de betekenis
van normoverschrijding -> thrill


Gelegenheidstheorieën:
-Alledaagse routines
-Criminaliteit is niets bijzonders
-Daders zijn normale mensen

Levensloopcriminologie:
-Chaotisch en disfunctioneel leven
-Marginale positie in samenleving
-Afwijkend van de norm

Culturele criminologie:
-Sensatiezucht zit in de menselijke aard
-Daders zijn niet per se bijzonder
-Criminele daden zijn geen ‘routineuze’ handelingen


Voorspellende waarde, potentiële dader:

Gelegenheidstheorieën Iedereen
Mensen met hoge en lage status
Levensloopcriminologie Mensen met zwakke sociale bindingen, weinig
structuur en kansen
Vooral mensen met zwakke maatschappelijke
status
Culturele criminologie Iedereen
Mensen met hoge en lage status


Gelegenheidstheorieën -> rationele keuze, afweging baten en kosten
Levensloopcriminologie -> agency, handelen en keuzes in context (bijv. kansen pakken)
Culturele criminologie -> practised reason, morele emoties sluiten rationeel denken uit (‘keeping up
appearances’)

, Week 2 - witteboordencriminaliteit

Artikelen

Een belangrijke signalering van Sutherland is dat de gedragingen van personen uit de hogere sociale
klassen niet via het strafrecht worden genormeerd en bestraf, maar via het privaat- en
bestuursrecht. De hogere sociale klasse weet ervoor te zorgen dat haar gedragingen uit de sfeer van
het strafrecht worden gehouden, ze worden nauwelijks ontdekt.
Dit is volgens hem het gevolg van het feit dat zakenmensen in het zelfde sociale milieu verkeren en
(deels) dezelfde ideologische opvattingen hebben over wat crimineel is als wetgevers, rechters en
bestuurders. Hun misdaden worden niet als misdrijven behandeld.

Er was echter kritiek op de definitie van Sutherland, vooral op de operationaliseren van ‘hoge sociale
status’, want wanneer heeft iemand een witte boord en wanneer blauw. Een discussie ontstond
genaamd de Sutherland-Tappan-debate. Tappan zei dat alleen van criminaliteit kan worden
gesproken na een rechterlijke veroordeling, en dat witteboordencriminaliteit dus nauwelijks zou
bestaan.

Organisatiecriminaliteit definitie -> ‘’Misdrijven die individueel of groepsgewijs door leden van een
gerespecteerde en bonafide organisatie worden gepleegd binnen het kader van de uitoefening van
organisatorische taken.’’

Ook op deze definitie is kritiek, namelijk dat het discriminerend vermogen te beperkt is omdat de
elementen ‘gerespecteerde’ en ‘bonafide’ niet ondubbelzinnig en waardevrij zijn.

Er zijn verschillende redenen waarom slachtofferschap moeilijker zichtbaar is bij
organisatiecriminaliteit dan bij andere soorten:
1. Heel veel mensen kunnen een klein beetje slachtoffer zijn.
2. Slachtofferschap kan moeilijker individualiseerbaar zijn, wie zijn precies de slachtoffers?
3. Individualiseerbare slachtoffers kunnen zich niet bewust zijn van hun eigen slachtofferschap.

Theorieën die wbc kunnen verklaren:
1. Rationele keuzetheorie -> kosten en baten afweging. Discussie hierover wat dat deze theorie
uitgaat van vrije keuze.
2. Anomie theorie -> spanning ontstaat doordat in de samenleving opgelegde doelen onbereikbaar
zijn door de ongelijke verdeling van legitieme middelen. Hierbij is het een bewuste keuze, maar deze
wordt vooral onder bepaalde omstandigheden gemaakt.
3. Differentiële associatietheorie -> wbc wordt aangeleerd door de omgang met andere overtreders
en is het gevolg van een overwicht aan voordelige definities van criminaliteit door anderen.

Marktkenmerken en hun bijdrage aan strafbaar handelen:
-Mate van concurrentie -> zowel veel als weinig concurrentie kan het plegen van strafbare feiten
indirect stimuleren.
-Omvang en mate waarin markten elkaar overlappen -> wanneer een organisatie de
gelegenheidsstructuur van meerdere markten kan benutten, heeft die organisatie eenvoudigweg
meer mogelijkheden om strafbare feiten te plegen.
-Relatie tussen verdachten en hun handelspartners en slachtoffers -> de belangen van de verdachten
stemmen min of meer overeen met die van hun handelspartners/slachtoffers. Ook de centrale plaats
die vertrouwen inneemt in afhankelijke handelsrelaties speelt hier een belangrijke rol.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.63
  • (0)
  Add to cart