100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Chemie Overal: Hoofdstuk 3 Moleculaire Stoffen $3.78   Add to cart

Summary

Samenvatting Chemie Overal: Hoofdstuk 3 Moleculaire Stoffen

1 review
 148 views  3 purchases
  • Course
  • Level

Hoofdstuk 3: 'Moleculaire stoffen', uit Chemie Overal Scheikunde voor vwo 4, alle acht paragrafen.

Preview 2 out of 9  pages

  • April 23, 2018
  • 9
  • 2015/2016
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

1  review

review-writer-avatar

By: Davidlegemate • 5 year ago

avatar-seller
Scheikunde
Hoofdstuk 3: Moleculaire stoffen
3.2 De bouw van stoffen

 Om elektrische stroom te kunnen geleiden zijn er geladen deeltjes nodig die
vrij kunnen bewegen. Stoffen zijn in te delen in drie categorieën:
o Metalen: geleiden in zowel de vaste als vloeibare fase.
o Zouten: geleiden in de vloeibare fase.
o Moleculaire stoffen: geleiden in beide gevallen niet.
 “Waarom is dit zo?”:

 Kristalrooster van metalen noemen we metaalrooster.
o Binding tussen positieve metaalionen en negatieve (vrije!) elektronen
noemen we een metaalbinding.
 Deze vrije elektronen zijn afkomstig vanuit de buitenste schil van
de metaalatomen, aantrekkingskracht is zwak en dus kunnen
deze elektronen vrij rondvliegen, het metaalatoom wordt een
metaalion.
o De metaalbinding is over het algemeen sterk.

 Kristalrooster bij zouten heet een ionrooster.
o In vaste fase, zit alles netjes in een rooster, geen vrij bewegende ionen
voor stroomgeleiding.
o In de vloeibare fase verliezen de ionen hun vaste plaats, waardoor er
stroomgeleiding kan plaatsvinden.

 Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit ongeladen moleculen, die niet uit
metaalatomen bestaan. Geen stroomgeleiding dus.
o Aantrekkingskracht tussen moleculen noemen we de
vanderwaalskracht. Deze vormt de vanderwaalsbinding.
o Het kristalrooster wat ontstaat noemt men een molecuulrooster.

3.3 Binding in moleculen
 Naamgeving van moleculen:
o NO = monostikstofmono-oxide / stikstofmono-oxide
o NO2 = monostikstofdioxide / stikstofdioxide
o P2O3 = difosfortrioxide

 Covalentie is het aantal atoombindingen dat een atoom kan aangaan. Dit is af
te leiden van het aantal elektronen dat het atoom nog nodig heeft voor een
edelgasconfiguratie.

, o Een dergelijke binding noemen we een atoombinding of covalente
binding.
 Structuurformule: alle bindingen getekend met een streepje.
 Lewisstructuur: alle elektronen (dus ook degene die geen binding maken)
getekend.
 Als er nog atoombindingen overblijven, dan zit er ergens in het molecuul een
dubbele binding.

Structuurformule (CH4): Lewisstructuur (CH4): Dubbele binding (C2H4):




 Apolaire stof: stof waarbij de atomen even hard aan het gemeenschappelijk
elektronenpaar (de elektron die ze delen) trekken.
 Polaire stof: stof waarbij het ene atoom wat harder trekt aan het
gemeenschappelijk elektronenpaar dan het andere. Hierdoor ontstaat er een
lichte negatieve pool aan de kant die het meest aan de elektronen trekt, en
een licht positieve pool aan de kant waar de elektronen vandaan worden
getrokken.
 BiNaS tabel 40A: alle elektronegativiteiten. Het atoom met de grootste
elektronegativiteit (∆EN) trekt het hardst aan de elektronen.
 Door de elektronegativiteiten van elkaar af te halen, kom je op een positief
getal uit wat het volgende bepaalt:
o ∆EN ≤ 0,4 apolaire atoombinding
o 0,4 < ∆EN ≤ 1,7 polaire atoombinding
o ∆EN > 1,7 ionbinding

3.4 Vanderwaalsbinding
 Vanderwaalsbinding aanwezig in de vaste en vloeibare fase.
 In de gasfase bevinden de moleculen zich zo ver van elkaar dat er geen
vanderwaalsbindingen meer aanwezig zijn.
o Zie het als een soort zwaartekracht tussen een ster en haar planeten.
o Hoe zwaarder de massa van de moleculen hoe groter de
vanderwaalsbinding. (opnieuw: toepasbaar op zwaartekracht).
 Al heeft oppervlakte er ook wel mee te maken, hoe hoger het
contactoppervlak, hoe groter de vanderwaalsbinding,
 Hoe groter de vanderwaalsbinding, hoe groter de smelt- en
kookpunten van een stof.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KevinKlinkspoor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59523 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.78  3x  sold
  • (1)
  Add to cart