100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis van de middeleeuwen: uitgebreide samenvatting handboek, reader en colleges $3.75   Add to cart

Summary

Geschiedenis van de middeleeuwen: uitgebreide samenvatting handboek, reader en colleges

 104 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van cursus zoals gegeven aan de Universiteit Utrecht. Alle rechten van de colleges gaan naar de universiteitsmedewerkers; alle rechten van de handboeken gaan naar de bijbehorende auteurs.

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • In zoverre de cursus het boek behandelt.
  • April 23, 2018
  • 24
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
W1 Bisschoppen in het post-Romeinse Westen (300-
600)
Hoorcollege Bisschoppen in het post-Romeinse Westen
Het begrip ‘middeleeuwen’ is gemunt door de veertiende- en vijftiende-eeuwse humanisten die
aansluiting zochten bij de klassieke oudheid (media aetas). De middeleeuwen waren slechts tijden
van verval, barbarij en stilstand, terwijl de klassieke oudheid alleen maar positief werd geduid (bv.
tijdens renaissance door Petrarca, in de verlichting door Edward Gibbon). Peter Brown betoogde dat
‘de val van het Romeinse Rijk’ leidde tot een periode van creativiteit en verandering. Rosenwein
neemt geheel afstand van deze notie, en ziet de overgang van het Romeinse Rijk naar de
middeleeuwen veeleer als een transformatieproces. Ook in de romantiek was er positiviteit ten
aanzien van de middeleeuwen: ze waren authentieker dan de klassieke beschavingen, en lagen ten
grondslag aan de eigen oorsprong, de ‘barbaarse’ natie. Barbaren waren letterlijk mensen die geen
Grieks spraken (barbaros). Zij waren het object van de Romeinse imperiale expansie. Volgens
Rosenwein waren de volkeren sedentair en biologisch niet verschillend van elkaar, noch van
Romeinen. Culturele verschillen waren continu aan veranderingen onderhevig, net zoals etniciteiten:
deze waren flexibel en men kon gemakkelijk van etniciteit wisselen. Zo kwamen volkeren, en zo
verdwenen ze. Dat is in ieder geval wat de theorie van etnogenese ons stelt.
Barbaren vielen het Romeinse Rijk niet zozeer aan, maar er vond een machtsverschuiving plaats
door de aanstelling van barbaarse legerleiders binnen het rijk.
Aan de vooravond van zijn beslissende slag tegen Maxentius in 312 kreeg keizer Constantijn een
visioen, waarin hem de overwinning werd beloofd - mits hij zijn vlaggen zou beschilderen met de
letters ‘Chi-Ro’. En dat deed hij. Met het Edict van Milaan kondigde hij een jaar later af dat er
godsdienstvrijheid was, en daarmee werd het christendom logischerwijs toegestaan. In de nieuwe
hoofdstad Constantinopel werd het christendom openlijk gesteund. Constantijn bouwde kerken als de
Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad. Het Concilie van Nicea in 325 sprak over allerlei geloofszaken
(bv. was Jezus god, mens, of beide?). Er is geen bewijs dat de keizer zichzelf ooit heeft bekeerd,
maar zijn steun en verwevenheid met het christendom was duidelijk. Het christendom nam niet alleen
rituelen, maar ook gedragsethiek mee, en was eerder een filosofische dan een religieuze stroming -
afgezien van de matig geschreven teksten, dan wel.
Vierde-, vijfde- en zesde-eeuwse kerkvaders maakten het christendom acceptabel voor de elite.
Lactantius (c.320) zag dat men de bijbel beoordeelde op vorm, in plaats van inhoud. De vier grote
kerkvaders zijn Gregorius de Grote (c.530-604), Ambrosius van Milaan (c.333-397), Augustinus van
Hippo (c.354-430), en Hiëronymus van Stridon (c.347-420). Allen hadden een gegoede afkomst, een
goede opleiding genoten, en hadden contacten met de hoogste kringen van het rijk. Zij dachten dat
de bijbel een diepere betekenis had, een allegorie van dat wat werkelijk telde. Het Oude Testament
werd bovendien gezien als vooraankondiging van het Nieuwe Testament. Ambrosius van Milaan
weigerde de keizer in de kerk te laten nadat hij een bloedbad had verricht; hij moest eerst boete doen.
Augustinus schreef De Civitate Dei (de Stad Gods) en verdedigde hiermee het christendom na de
plundering van Rome in 410. Hiëronymus vertaalde de bijbel naar (degelijk) Latijn. Beide figuren
stimuleerden het monnikendom; Hiëronymus leefde als heremiet in de Syrische woestijn en in een
grot in Bethlehem; en Hippo leefde in een klooster.

Milvische brug: Brug in Rome over de Tiber waar in 312 een beslissende slag plaatsvond tussen
keizer Constantijn I de Grote en keizer Maxentius. Constantijn meende een visioen te hebben
gekregen dat hem zei om de letters ‘Chi-Rho’ op zijn vlaggen te schilderen om de overwinning te
behalen; en dat deed hij ook. Hij meende de overwinning te hebben behaald dankzij de christelijke
God.

Canoniek recht: Kerkelijk recht binnen de katholieke kerk dat in feite ontleend was aan het Romeinse
recht.

,Ketterij: Scheldwoord gehanteerd door de katholieke kerk vanaf de vierde eeuw ter aanduiding van
alles wat afweek van de orthodoxe stroming, ook wel de heterodoxie. Hieronder viel het arianisme. De
Concilie van Nicea was hierbij essentieel, omdat men hier de orthodoxie vaststelde.

Heidendom: In dit geval een christelijke aanduiding voor mensen die nog niet geïntroduceerd zijn tot
het christendom.

Donatisten: Vierde-eeuwse beweging in Noord-Afrika genoemd naar Donatus Magnus, tegenbisschop
van Carthago. Zij waren tegen het opnieuw in de kerk opnemen van christenen die tijdens de
vervolgingen van onder andere keizer Diocletianus hun geloof hadden verloochend, en streden
daarom tegen katholieken die de tegengestelde opvatting hadden.

Arianen: In de vierde eeuw ontstane stroming binnen het christendom zonder de katholieke opvatting
van de drie-eenheid, maar met een opvatting van een hiërarchie waarin Jezus geen god was; hij was
ondergeschikt aan God. De stroming is vernoemd naar de presbyter Arius.

Wulfila: Visigotische bisschop die in de vierde eeuw rond de Donau het ariaanse christendom
predikte, en de Bijbel vertaalde naar het Gotisch. Hierdoor verspreidde het ariaanse christendom zich
makkelijker onder de Goten.

Gregorius de Grote: Kerkvader, paus en bisschop van Rome in de zesde en zevende eeuw die de
biografie van Benedictus van Nursia schreef en diens regel prees. Hij stuurde een missie naar
Engeland voor de uitbreiding van het christendom, en vertaalde de ideeën van kerkvader voor een
breder publiek. Rome was het snijpunt tussen het Oosten en het Westen.

Ambrosius van Milaan: Vierde-eeuwse kerkvader en bisschop van Milaan. In 390 liet hij keizer
Theodosius I, die net een bloedbad had aangericht, excommuniceren totdat hij boete deed.

Hiëronymus van Stridon: Vierde- en vijfde-eeuwse kerkvader die de Bijbel vertaalde naar alledaags
Latijn, en ascetisch ging leven in een woestijn.

Augustinus van Hippo: Kerkvader, filosoof en bisschop van Hippo (354-430) die tot een nieuwe
opvatting van het christendom kwam via klassieke invloeden (bv. platonisme). Hij schreef De Civitate
Dei, waarmee hij zich mengde in de intellectuele discussie omtrent het Victorie-altaar, en ook de
Plundering van Rome (410) door de Visigoten verdedigde.

Edict van Milaan: Maatregel uitgevaardigd door keizer Constantijn I de Grote en keizer Licinius,
waarmee godsdienstvrijheid geconsolideerd werd. Christenvervolgingen stopten, christenen kregen
hun bezittingen terug, en Constantijn bracht grote donaties aan christenen.

Germaans: Taal gesproken door de zogenaamde Germaanse volkeren rond de Noord- en Oostzee
(bv. Friezen, Franken, Hunnen) die in c.450 Germaanse koninkrijken begonnen te stichten.

Adrianopel: Plaats waar in 378 een slag woedde tussen het Oost-Romeinse leger onder keizer Valens
en Gotische rebellen, waarbij de laatsten overwonnen. Dit betekende niet alleen de dood van een
keizer, maar een algehele verzwakking van het Romeinse leger omdat Visigoten vaak werden
gerekruteerd in het Romeinse leger.

A short history of the middle ages
De titel ‘The Roman World Transformed’ impliceert dat het Romeinse Rijk niet viel, maar veranderde.
Het christendom (Edict van Milaan, 313 ; Edict van Thessaloniki, 380) veranderde de Romeinse
cultuur en religie; de uitnodiging richting barbaren (bv. Visigoten) veranderde machtsstructuren, zij
werden steeds invloedrijker; en de periferie kreeg grote invloed op het centrum (provincialisering). De

, afzetting van Romulus Augustus door de barbaarse koning Odoaker in 476 betekende ‘het einde van
het West-Romeinse Rijk’, dat plaatsmaakte voor de barbaarse koninkrijken (bv. Frankische,
Longobardische, en Visigotische koninkrijken). Het Oost-Romeinse Rijk bleef nog ruim 1000 jaar
bestaan, maar werd ‘Midden-Oosters’ met het oog op de Perzische buur. Al met al traden er
militarisering, provincialisering, ruralisering en christianisering op, die tezamen de transformatie van
het Romeinse Rijk bewerkstelligden.

Onrust in Tours (Gregorius van Tours, Historiën)
In de kerk van Tours zocht schatbewaarder Eberulf zijn toevlucht na onterecht beschuldigd te zijn op
de moord van zijn koning Chilperik. Gregorius, peetvader van Eberulfs kinderen, nam hem daar in
bescherming, in ruil voor Eberulfs bezittingen. Gregorius was geschokt door Eberulfs wangedrag
(dronkenschap, geweld, binnentreden van Martinus’ sacristie). Buiten de kerk wilde koning Guntram,
Chilperiks broer, wraaknemen op Eberulf. Claudius verried Eberulf, maar moest dat betalen met de
dood - maar ook Eberulf stierf. Na deze gebeurtenissen raakten Gregorius en koning Gantrum op
goede voet.
Gregorius beschouwde het verhaal als belangrijk; het toonde de toorn des Gods en de macht van
Martinus. De misdadigers werden immers bestraft voor het bezoedelen van heilig bloed in en rond
Martinus’ kerk, die in feite bedoeld was om asiel te bieden.

Martinus en Gregorius van Tours (Rob Meens, The sanctity of the basilica of St Martin:
Gregory of Tours and the practice of sanctuary in the Merovingian period)
De heilige Martinus was de beschermheilige van de kerk van Tours en de beschermer van Eberulf, en
de straffer van moordenaars en oneerbiedigen. Hij strafte zowel Eberulf als Claudius door gebrek aan
eerbied. Bovendien is Gregorius van Tours de uiteindelijke opvolger van Martinus zelve. Ten slotte
poogde Gregorius om Martinus op een voetstuk te zetten; toen Gregorius weg was, nam Martinus als
het ware de taak op zich om de kerk te beschermen.
Eberulf vluchtte naar de kerk van Tours wegens het aanzien van Martinus, zijn persoonlijke banden
met Gregorius, en de reputatie van de kerk van Tours als zijnde een asiel.
De verhoudingen tussen Gregorius en Guntram was aanvankelijk op scherp gezet, maar naderhand
raakten zij op goede voet; een politieke vijand voor Guntram, en een last voor Gregorius, was
uitgeschakeld.

Bisschoppen in de samenleving (R. van Dam, Bishops and society)
De titel ‘From cities to sees’ staat voor het transformatieproces dat Romeinse steden ondergingen:
bisschoppen ontvingen meer prestige en onfeilbaarheid, waardoor senatoren en edelen steeds vaker
bisschop werden. Steden veranderden topografisch van plaats; deze gingen zich steeds vaker
vestigen op de graven van heiligen.
Uiteindelijk werden de bisschoppen de ‘gelijken’ van de keizers in Constantinopel en rivalen van de
barbaarse koningen in het Westen. Bisschoppen waren betrokken bij seculaire zaken en
domineerden steeds vaker activiteiten van steden en de Romeinse samenleving, op het gebied van
recht, weldadigheid, constructieprojecten en ceremonies. Bovendien mengden ze zich in
oorlogvoering. Deze positie leidde tot een desecularisatie en verchristelijking van de samenleving. De
bisschoppen werden rivalen van de West-Europese ‘barbaarse’ koningen; zij werden namelijk
onbetwiste leiders van stedelijke gemeenschappen (bisdommen), waren lid van vooraanstaande
families, speelden een grote rol in de rechtspraak, beschikten over een uitgebreid landbezit en
controleerden de macht van en de toegang tot heiligen. De machtspositie van bisschoppen was dus
vergelijkbaar met die van de Oost-Romeinse keizer.


W2 Karel de Grote en het Karolingische Rijk (600-
900)
Hoorcollege Karel de Grote en het Karolingische Rijk

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThierryOrth. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (0)
  Add to cart