n
free cash flow ∈ jaar t
NAW =∑ t
−I
t =1 (1+ r )
Met r = kapitaalkost, discontovoet
I = initiële investering (marktwaarde van de investering)
- NAW > 0: waardecreatie 🡪 voordelig om het project door te voeren
- NAW < 0: waarde vernietiging 🡪 niet voordeling om het project door te voeren
- NAW = 0: onverschillig
- NAW methode is gebaseerd op het bepalen of de input van “cash” gedekt wordt door de
output van “cash”
2. Hoe “cash” informatie uit de boekhouding puren?
De boekhouding zal in de eerste plaats niet de “cash” bewegingen in kaart brengen. De boekhouding
heeft immers tot doel om de opbrengsten en de kosten weer te geven volgens de wettelijke regels en
zo de totstandkoming van de winst aan te tonen.
Winst is eigenlijk geen goed criterium om investeringsprojecten te analyseren. De winst van een
bedrijf steunt op boekhoudkundige conventies en kan zich voordoen zonder dat de overeenkomstige
geldstromen effectief gerealiseerd zijn.
Voorbeelden:
- Aankoopprijs van vaste activa gespreid via afschrijvingen van kosten in boekhouding ⬄ NAW
neemt gehele som in rekening
- Verkopen: in de boekhouding ontstaat een opbrengst ongeacht het moment waarop effectief
betaald wordt ⬄ de NAW methode registreert enkel opbrengst indien er zich een “cash”
beweging voortdoet
2.1 Correcties op boekhoudgegevens: vrije cash flow
Op basis van boekhoudgegevens( resultatenrekening) kunnen we via enkele correcties de “cash”
bewegingen bepalen. De “cash” bewegingen zullen vertegenwoordigd worden door de vrije cashflow
(Free Cash Flow: FCF). De vrije cashflow is de “cash” die de onderneming vrij ter beschikking heeft
wanneer alle inflows en outflows met betrekking tot het beschouwde project gerealiseerd zijn.
,De correcties bestaan uit:
- Afschrijvingen worden terug bij de winst opgeteld omdat ze geen echte “cash” beweging
vormen
- Een deel van de “cash” gaat naar (her)investeringen
- Een deel van de “cash” gaat naar wijzingen in werkkapitaal
3. “Cash” informatie uit de boekhoudgegevens: extra oefeningen
3.1 Opmerking: “cash flow” en belastingen
Vaak wordt er naast FCF ook gesproken over de cashflow (CF) op zich. De cashflow wordt bepaald
door de afschrijvingen bij de winst op te tellen. Vanuit economisch standpunt kunnen afschrijvingen
beschouwd worden als een schijf van de winst die niet wordt belast. De echte winst na belastingen
zal dan bestaan uit de belaste schijf na belastingen waarbij de onbelaste schijf wordt bij opgeteld.
Belastingen hebben een negatieve impact op de NAW. Het verschil tussen de NAW met en zonder
belastingen = de actuele waarde van de betaalde belasting. Dit is zelfs groter dan het initiële betaalde
bedrag voor de belasting voet.
2
,Hoofdstuk 2 Andere methoden van investeringsevaluatie
1. Methoden voor investeringsevaluatie
1.1 Gemiddelde boekhoudkundige opbrengstvoet
Gemiddelde boekhoudkundige opbrengst of ARR (Accounting Rate of Return) = verhouding tussen de
gemiddelde jaarlijkse winst na belastingen en de gemiddelde investering in het project
Bij lineaire afschrijvingen: gemiddelde investering = investering / 2
- Hypothese: vermogen, dat gedurende de levensduur in het project vastzit, daalt geleidelijk
tot nul 🡪 gemiddeld = halve investeringsbedrag
1.1.3 Evaluatie
Voordeel: eenvoud, ARR is zeer makkelijk te berekenen
Nadelen:
- ARR gebruikt boekhoudkundige winst i.p.v. cashflows
- Minimum vereist rendement (r) wordt arbitrair bepaald
- Tijdsvoorkeur van geld wordt buiten beschouwing gelaten (geen actualisatie)
Besluit: de gemiddelde boekhoudkundige rendementsmethode is geen goede methode voor de
evaluatie van investeringsprojecten.
1.2 De terugbetalingstermijn-methode (payback methode)
1.2.1 Definitie
Payback methode maakt gebruik van vrije cashflows en geeft het aantal jaren weer dat nodig is om
de initiële investeringsuitgave te recupereren.
investering
payback=
vrije cashflow
1.2.2 Beslissingsregel
Als terugbetalingstermijn korter is dan aanvaardbaar maximum 🡪 project aanvaarden
Als terugbetalingstermijn langer is dan aanvaardbaar maximum 🡪 project verwerpen
- Maximum aanvaarbare terugbetalingstermijn: vastgesteld door bedrijfsleiding
1.2.3 Evaluatie
Voordelen:
- Hier wel gebruik van vrije cashflows
- Techniek eenvoudig te berekenen en toe te passen op een intuïtieve manier
Nadelen:
- Maximum aanvaardbare terugbetalingstermijn wordt arbitrair vastgelegd door
bedrijfsleiding 🡪 makkelijk manipuleerbaar criterium
3
, - Geen rekening gehouden met tijdswaarde van geld: verwaarloost tijdsdimensie
- Negeert latere cashflows
1.3 Profitability Index (PI)
1.3.1 Definitie
Profitability index of winstgevendheidsindex = verhouding van de actuele waarde van de toekomstige
vrije cashflows met het initiële investeringsbedrag
- Methode bepaalt hoeveel maal de actuele waarde, de investering overtreft
n
FCF
∑ (1+ r)tt
t =0
PI =
❑
Met: FCFt = vrije cashflow in jaar t
r = kapitaalkost
I = initiële investering
1.3.2 Beslissingsregel
Indien PI > 1 🡪 project aanvaarden 🡪 NAW ook groter dan 0
Indien PI < 1 🡪 project verwerpen 🡪 NAW ook kleiner dan 0
1.3.3 Evaluatie
Voordelen:
- Gebruik gemaakt van vrije cashflows
- Ook rekening gehouden met tijdswaarde van geld: toekomstige cashflows geactualiseerd
Nadeel: grootte van project wordt verwaarloosd
1.4 Interne rendementsmethode (IRR)
1.4.1 Definitie
Interne rendementsgraad of internal rate of return = de actualisatievoet die de actuele waarde van
de vrije cashflows gelijk stelt aan de initiële investering
n
FCF
∑ (1+ IRR)
t
t
−I =0
t =0
Met: FCFt = vrije cashflow op ogenblik t
I = initiële investeringsuitgave
IRR = interne rendementsgraad
N = levensduur van het project
IRR zoeken via lineaire interpolatie:
y− y1 x−x 1 0−NAW (15 %) IRR−15 %
= ⟶ =
y 2− y 1 x 2−x 1 ( )
NAW 16 % −NAW (15 %) 16 %−15 %
1.4.3 Evaluatie
Voordelen:
- Projecten rangschikken volgens interne rendementsgraad
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reinoudpaesen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.