Samenvatting planten.
BOLLEN:
Bij bolgewassen vindt ongeslachtelijke voortplanting plaats door bollen.
Een bol bestaat uit een bolschijf met rokken. Rokken zijn verdikte bladeren met veel
reservevoedsel. Tussen de rokken bevinden zich knoppen.
Uit een oude bol wordt een nieuwe bol gehaald, dat noemen we pellen.
UITLOPERS EN WORTELSTOKKEN:
Aardbijenplanten vormen uitlopers. Uitlopers zijn stengels waaraan op bepaalde
plaatsen jonge planten ontstaan. Als deze jonge planten worden gescheiden van de
ouderplant ontwikkelen ze zich verder zelfstandig. Bij een lelietje-van-dalen groeien
jongen planten uit wortelstokken. Ook wortelstokken zijn stengels waaraan jonge
planten ontstaan. Als deze jonge planten worden gescheiden van de ouderplant
ontwikkelen ze zich verder zelfstandig.
ONGESLACHTELIJKE EN GESLACHTELIJKE VOORTPLANTING:
Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats door middel van gewone celdelingen.
Het genotype van de cellen blijft onveranderd. Na ongeslachtelijke voortplanting
hebben de nakomelingen dan ook allemaal hetzelfde genotype als de ouderplant.
Dat wil niet zeggen dat alle nakomelingen dan ook allemaal hetzelfde fenotype
hebben. Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en de
invloeden uit het milieu. De milieuomstandigheden waaronder de nakomelingen
groeien, zijn vrijwel nooit precies gelijk.
Bij geslachtelijke voortplanting versmelten de kernen van twee geslachtscellen.
Hierdoor ontstaat een bevruchte eicel. Een bevruchte eicel kan uitgroeien tot een
nieuw individu. Bij de vorming van geslachtscellen vindt reductiedeling (meiose)
plaats. Bij reductiedeling worden de chromosomen van elk chromosomenpaar over
de dochtercellen verdeeld. Elk dochtercel bevat daardoor de helft van het aantal
chromosomen van de moedercel. Welke chromosomen na reductiedeling bij elkaar
komen te liggen, is afhankelijk van het toeval. Er zijn heel veel verschillende
mogelijkheden. Een individu produceert dan ook geslachtscellen met veel
verschillende genotypen.
Bij bevruchting versmelten op een willekeurige manier twee geslachtscellen met
elkaar. Ook hierbij zijn er heel veel verschillende mogelijkheden. Bij geslachtelijke
voortplanting ontstaan dan ook nakomelingen met telkens nieuwe genotypen.
, De bouw en functie van bloemen.
Bij geslachtelijke voortplanting van zaadplanten spelen bloemen een belangrijke rol.
Bloemen kunnen er heel verschillend uitzien. Toch zijn alle bloemen op een
vergelijkbare manier gebouwd.
De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren. Bij veel planten zijn de kroonbladeren
groot en opvallend gekleurd. Ze dienen dan voor het aanlokken van insecten. Bij
andere planten zijn de kroonbladeren klein en groen. Bij deze planten valt het
nauwelijks op dat ze bloemen hebben.
Bij sommige planten zitten de kroonbladeren aan elkaar vast. Dat heet vergroeid. Bij
andere planten zitten de kroonbladeren los van elkaar (niet vergroeid).
De bloemkelk bestaat uit kelkbladeren. Deze zijn meestal groen. Als de bloem nog in
de knop zit, beschermt de bloemkelk de rest van de bloem tegen uitdroging en kou.
Als de bloem opengaat, vallen bij sommige bloemen de kelkbladeren er direct af. Bij
andere bloemen blijven de kelkbladeren langer zitten. Ook de kelkbladeren kunnen
vergroeid zijn of los van elkaar zitten.
Meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van planten. Een meeldraad
bestaat uit een helmdraad en een helmknop. In de helmknop ontstaat stuifmeel.
Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels. Een stuifmeelkorrel is een mannelijke
geslachtscel. Tijdens de vorming van stuifmeelkorrels ontstaan in de helmknop
helmhokjes. Op een gegeven moment springen de helmhokjes open en komen de
stuifmeelkorrels vrij. Rijpe stuifmeelkorrels hebben een stevige wand die ze
beschermd tegen onder andere uitdroging.
Stampers zijn de vrouwelijke voortplantingsorganen van planten. Bij veel
plantensoorten hebben de bloemen maar één stamper. Bij andere plantensoorten
hebben de bloemen meerdere stampers. Een stamper bestaat uit een stempel, een
stijl en een vruchtbeginsel. Er zijn ook stampers met meerdere stempels. Ook zijn er
stampers zonder stijl of stampers met meerdere stijlen. In een vruchtbeginsel
bevinden zich een of meer zaadbeginsels. In ieder zaadbeginsel ontstaat één eicel.
Een eicel is een vrouwelijk geslachtscel.
EENSLACHTIGE EN TWEESLACHTIGE BLOEMEN:
Bij bepaalde plantensoorten bevatten de bloemen alleen meeldraden of alleen
stampers. Deze bloemen heten eenslachtig. Bloemen die meeldraden en stampers
hebben, zijn tweeslachtig. Bloemen die alleen meeldraden bevatten, noemen we
mannelijke bloemen. Bloemen die alleen stampers bevatten, noemen we vrouwelijke
bloemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucianp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.