De mens en het milieu.
Het milieu levert de mens voedsel, water, zuurstof en energie. Het milieu levert ook
grondstoffen waarvan de mens producten maakt en de mens gebruikt voor recreatie.
MILIEUPROBLEMEN:
Mensen onttrekken stoffen aan het milieu en voegen stoffen toe. Mensen veranderen
hun milieu ook. Milieuproblemen ontstaan als de mens het milieu ernstig verstoort.
Dit kan gebeuren doordat de mens stoffen aan het milieu onttrekt dat sprake is van
uitputting. De mens kan het milieu ook zodanig veranderen dat er sprake i van
aantasting.
De voornaamste oorzaken van de milieuproblemen zijn de enorme
bevolkingstoename en de manier van leven van de huidige mens.
AFNAME VAN DE BIODIVERSITEIT:
Het aantal verschillende ecosystemen neemt af. Het gevolg is dat de variatie in de
natuur afneemt, waardoor het milieu steeds eentoniger wordt. De variatie in de
natuur wordt biodiversiteit genoemd. Door de invloed van de mens neemt de
biodiversiteit af.
Voedselproductie.
De landbouw produceert het voedsel voor de mensen. Er zijn drie vormen van
landbouw: akkerbouw, veeteelt en tuinbouw. De planten die de akkerbouw en
tuinbouw verbouwt, heten voedingsgewassen. De dieren die in de veeteelt worden
gehouden, heten landbouwhuisdieren.
Bij voedingsgewassen kan de groei en ontwikkeling van de abiotische factoren zo
optimaal mogelijk zijn door bemesting, bodembewerking en bescherming tegen
ziekten en plagen.
BEMESTING:
Boeren kunnen akkers en weilanden bemesten met kunstmest of met stalmest. Met
kunstmest kunnen boeren precies die mineralen aan de bodem toevoegen die de
voedingsgewassen nodig hebben. Kunstmest bevat vooral stikstofhoudende
mineralen. Stalmest bestaat uit uitwerpselen en urine van landbouwhuisdieren. De
mest wordt in vaste vorm of in vloeibare vorm (drijfmest) op het land gebracht.
Drijfmest wordt direct in de grond gebracht. We noemen dat mestinjectie.
BODEMBEWERKING:
Door bodembewerking wordt de bodemstructuur verbeterd. Hierdoor kunnen
plantenwortels beter in de bodem doordringen. Doordat de bodem luchtiger wordt,
komt er meer lucht en dus ook meer zuurstof in de bodem. De reducenten hebben
zuurstof nodig om te leven. Ook is er meer zuurstof beschikbaar voor plantenwortels.
, BESCHERMING TEGEN ZIEKTEN EN PLAGEN:
Bacteriën en schimmels kunnen voedingsgewassen ziek maken. Insecten en andere
dieren eten delen van voedingsgewassen. Als veel dieren de voedingsgewassen
aantasten, heet dit een plaag. Door ziekten en plagen wordt de opbrengt van
voedingsgewassen lager. In de landbouw worden ziekten en plagen bestreden met
chemische bestrijdingsmiddelen of op een biologisch manier. Er zijn veel chemische
bestrijdingsmiddelen die worden gebruikt om plantenziekten en plagen te bestrijden.
Zelfs voor plagen in en om huis zijn er bestrijdingsmiddelen. Chemische
bestrijdingsmiddelen heten biociden of pesticiden. Chemische bestrijdingsmiddelen
hebben als voordeel dat ze effectief zijn. Ziekten en plagen kunnen met chemische
bestrijdingsmiddelen meestal snel en goed worden bestreden. Chemische
bestrijdingsmiddelen hebben ook veel nadelen. De meeste biociden dode veel
verschillende soorten organismen, ook onschadelijke en nuttige soorten. Deze
biocide zijn niet-selectief. Biociden die maar één soort doden, worden selectief
genoemd. Een ander nadeel is dat bij de soort die wordt bestreden vaak resistentie
tegen het bestrijdingsmiddel optreedt. In een populatie komen bijna altijd wel een
paar individuen voor die niet doodgaan door het bestrijdingsmiddel doordat ze er
ongevoelig of minder gevoelig voor zijn. Deze individuen zijn resistent. Resistentie is
een erfelijke aanleg. Doordat de niet-resistente individuen zijn doodgegaan,
overleven veel nakomelingen van de resistente organismen. Hierdoor kan na een
aantal generaties de hele soort resistent zijn voor het gebruikte bestrijdingsmiddel. Er
treedt dan een nieuwe plaag op.
Een derde nadeel is dat sommige chemische bestrijdingsmiddelen maar heel
langzaam biologisch worden afgebroken. Dieren die deze bestrijdingsmiddelen
binnenkrijgen, slaan ze op in hun vetweefsel. De bestrijdingsmiddelen kunnen dan in
de volgende schakel komen van de voedselketen. Ook daar worden de
bestrijdingsmiddelen opgeslagen in het vetweefsel. Via voedselketens hopen de
bestrijdingsmiddelen zich op in de dieren die aan het eind van een voedselketen
staan. We noemen dat accumulatie. In het verleden zijn biociden gebruikt die niet
biologisch afbreekbaar waren. Deze middelen zijn tegenwoorden in Nederland
verboden.
BIOLOGISCHE BESTRIJDING:
Bij biologische bestrijding maakt men gebruik van biologische verschijnselen. In een
aantal gevallen is het gelukt insectenplagen te bestrijden met natuurlijke vijanden.
Een andere methode van biologische plaagbestrijding is het lokken van bepaalde
soorten schadelijke insecten met geuren of geluiden. De gelokte dieren worden
gedood of onvruchtbaar gemaakt.
Ook zijn er biologische methoden om plantenziekten te voorkomen. Een voorbeeld
daarvan is vruchtwisseling (of wisselteelt). Vruchtwisseling houdt in dat een boer
nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond verbouwt.
Dat doet hij zodat ziekteverwekkers voor dit gewas uit de bodem verdwijnen. Als de
boer enkele jaren achtereen aardappelen op dezelfde akker verbouwt, treedt
aardappelmoeheid op. Bij deze ziekte tasten wormpjes (aardappelcysteaaltjes) de
wortels van aardappelplanten aan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucianp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.