Dit vak heb ik gevolgd in het eerste leerjaar van Social Work op het Saxion. De theorie van dit vak is getoetst in een kennistoets. Deze kennistoets ging over meerdere onderdelen, namelijk: H1, H2, H3 & H4 uit het boek Samenlevingen (deze samenvatting), Bourdieu, Marx, Durkheim en Weber.
Voor deze...
Kennis --> onmisbaar bestanddeel menselijk samenleven. Kennis is constituerend voor sociale leven.
Zoals de Duitse filosoof/ socioloog Simmel schreef in een verhandeling over 'het geheim': ook wat
mensen niet van elkaar weten, wat ze voor elkaar verborgen houden, geeft kleur en inhoud aan hun
sociale relaties.
Welke kennis men verwerft, is in sterke mate gebonden aan de samenleving waarin men opgroeit.
De kans dat iemand bijv. leert lezen, schrijven en rekenen is tegenwoordig groter dan 200 jaar en in
hooggeïndustrialiseerde samenlevingen groter dan in agrarische samenlevingen. Uitgangspunt bij de
sociologische studie van kennis is dat het gaat om een sociale verworvenheid, de tussentijdse
uitkomst van langdurige samenlevingsprocessen waarin mensen van en aan elkaar leren.
Mensen zijn voor de verwerving van kennis van elkaar afhankelijk. De afhankelijkheden die uit de
processen van kennisvorming en kennisoverdracht voortvloeien, noemen we cognitieve bindingen.
De neiging bestaat zich bij 'kennis’ vooral wetenschappelijke en technische kennis voor te stellen, dit
is een te beperkte en tijdgebonden zienswijze. In sociologie vatten we 'kennis’ ruimer op, namelijk
als alle voorstellingen van de werkelijkheid die mensen als waar beschouwen en waarmee ze zich
oriënteren. Alledaagse sociale kennis (van taal gedragsregels, groepslidmaatschappen) behoort
hiertoe, evenals religieuze en ideologische denkbeelden.
§5.1 Alledaagse kennis
Deelname aan dagelijkse sociale praktijken veronderstelt veel kennis, deze kennis houdt o.a. in dat
we weten welke gedragsregels in welke situaties gelden, wie welke sociale posities bezetten en
welke groepen worden onderscheiden. Hierbij gaan we er meestal als vanzelfsprekend vanuit dat de
mensen met wie we omgaan deze kennis ook hebben. Op basis van de veronderstelling van
gedeelde betekenissen wisselen we informatie en meningen uit.
Moeilijkheid bij bestuderen van alledaagse kennis is dat deze vaak zo voor de hand ligt dat we het
nauwelijks opmerken. Aantal sociologen heeft onderzocht hoe mensen zulke impliciete kennis in
interacties opbouwen, bevestigen, en soms ondermijnen en afbreken. Zo heeft Garfinkel laten zien
welke stilzwijgende veronderstellingen ten grondslag liggen aan alledaagse interacties door in een
reeks kleine experimentele onderzoeken de gangbare sociale codes juist te doorbreken. Hij gaf bijv.
studenten de opdracht om bij gewone mededelingen telkens te vragen: ‘Wat bedoel je?’
Hieruit blijkt hoe zelfs een geringe doorbreking van de impliciete aannames heftige reacties kan
oproepen --> wijst op diepgewortelde maar onuitgesproken noties over wat een normale interactie
inhoudt. Zo gaan conversatiepartners er in het algemeen vanuit dat zij eenzelfde voorstelling van de
werkelijkheid waarnaar hun woorden verwijzen. Begrijpende reactie van ander bevestigt veronder-
stelling van dit gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid en daarmee ook dat beeld zelf; een
niet-begrijpende reactie ondermijnt beide. Misverstanden die kunnen ontstaan wanneer mensen
zich moeten uitdrukken in taal die zij niet goed beheersen maken duidelijk op welke
vanzelfsprekende kennis en regels alledaagse conversatie is gebaseerd. Mensen, als ze uitgaan van
gedeeld beeld van werkelijkheid, verwijzen slechts naar fragmenten van die werkelijkheid om hun
bedoelingen kenbaar te maken. Bijv. studente vond het niet nodig om uit te leggen dat de lekke
band die ze had, sloeg op een van de banden van de door haar gebruikte auto. Veel lezers denken
waarschijnlijk aan een fiets.
,Sociologen Berger en Luckmann hebben geschreven over totstandkoming van alledaagse kennis. In
hun boek The Social Construction of Reality leggen ze uit hoe talloze dagelijkse interactie leiden tot
ontstaan van conventionele kennis: deze wordt 'sociaal geconstrueerd’ en door voortdurende
herhaling en bevestiging geïnstitutionaliseerd. Institutionalisering van kennis wil zeggen dat ze
uiteindelijk als vanzelfsprekende en objectieve werkelijkheid wordt ervaren.
Veel besproken vraag binnen kennissociologie is hoe bewust mensen alledaagse kennis over de
werkelijkheid vormen en gebruiken. Voor beantwoording hiervan onderscheid maken tussen
discursieve en praktische kennis.
Discursieve kennis: alle kennisvormen die expliciet in woorden worden uitgedrukt. Sommige
sociologen stellen dit type kennis centraal. In die benadering wordt nadruk gelegd op hoe mensen
praten, schrijven en denken over de wereld en er op deze manier betekenis aan geven. Het
discursief ontwikkelen/ gebruiken van kennis wordt gezien als een bewust of reflexief proces.
Volgens Britse sociologe Archer geven mensen richting aan hun leven door bewust en voortdurend
de verschillende omstandigheden/ situaties tegen elkaar af te wegen. Giddens betoogt dat deze
dagelijkse discursieve reflexiviteit vooral typerend is voor onze huidige (laatmoderne) samenleving.
Aan andere kant sociologen die nadruk leggen op praktische sociale kennis --> kennis die uit de
praktijk voortvloeit en daar onlosmakelijk mee verbonden is. Zo stelt invloedrijke Bourdieu in zijn
boek Outline of a Theory of Practice dat de kennis die mensen in hun alledaagse praktische
handelingen hanteren zelden bewust beredeneerd is, en dan ook het best geobserveerd kan worden
in wat mensen doen.
In deze controverse nemen sommige sociologen een tussenpositie in. Zij beargumenteren dat
alledaagse kennis zich zowel discursief (via expliciete verbale uitingen, afwegingen, redeneringen) als
praktisch (routinematig handelen) kan uiten en dus ook op die manier moet worden benaderd.
Aard van alledaagse kennis, praktijk of discursief, varieert met de samenleving waarop ze betrekking
heeft en onderdeel van is. Zo hebben leden van 'primitieve’ samenlevingen in het algemeen een
uitgebreide kennis van familiebetrekkingen, waarbij talrijke verfijnde onderscheidingen worden
gemaakt. En zo is in moderne westerse samenleving 'de weg weten’ naar officiële instanties steeds
meer tot relevante kennis gaan behoren, waarbij sommigen (hogeropgeleiden, autochtonen) een
voorsprong hebben t.o.v. anderen (lageropgeleiden, immigranten). Dit geeft aan dat alledaagse
kennis ook binnen een samenleving varieert en samenhangt met sociale ongelijkheid.
Sociale ongelijkheid hangt ook samen met andere vormen van alledaagse kennis (zoals ook op school
geleerde kennis daarmee samenhangt). Zo beargumenteerde de Canadese sociologe Lamont dat de
verschillende morele overtuigingen - combinaties van kennis en gevoelens die aangeven wat juiste
wijze van leven is - die mensen aanhangen, samenhangt met statusgroepen/ klassen waartoe zij
behoren. Bovendien gebruiken mensen deze overtuigingen om de grenzen aan te geven tussen
statusgroepen of klassen, tussen 'wij’ en 'zij'. Op deze wijze krijgen mensen een idee van wie er tot
hun eigen groep behoort en wie niet.
Kennis die mensen opdoen ontlenen zij voor belangrijk deel aan hun directe sociale omgeving, aan
andere mensen met wie zij regelmatig omgaan. In loop van menselijke geschiedenis heeft zich
echter een sterke verandering voorgedaan op gebied van kennisverwerving, in de zin dat steeds
meer mensen zijn gaan leren van anderen die niet in hun fysieke nabijheid verkeren. Er heeft een
verruiming van communicatienetwerken plaatsgevonden, een ontwikkeling die deel uitmaakt van de
tendens van uitbreiding van afhankelijkheidsnetwerken over grotere aantallen mensen en grotere
, gebieden. Mensen zijn er in toenemende mate in geslaagd de beperkingen die de ruimtelijk afstand
aan de communicatie stelde, te overwinnen door van diverse hulpmiddelen gebruik te maken.
Met uitbreiding van communicatienetwerken, dankzij technologische vernieuwingen, zijn mensen
voor verwerving van kennis minder afhankelijk geworden van anderen in hun directe omgeving.
Overdracht van kennis en informatie vindt steeds sneller/ gemakkelijker over grote geografische
afstanden plaats. Introductie van ‘wereldwijde web’ van internet heeft aan deze ontwikkeling een
nieuwe impuls met verreikende gevolgen gegeven.
Uitvinding van schrift (ong. 5000 jaar geleden) was van grote betekenis in die ontwikkeling: hierdoor
werd informatie vastgelegd, die grote afstanden in ruimte/ tijd kon overbruggen. De boekdrukkunst
(in 15e eeuw in EU geïntroduceerd/ ontwikkeld) maakte een grotere verbreiding van geschreven
teksten mogelijk. Vanaf 19e eeuw vond een enorme intensivering van langeafstandscommunicatie
plaats door gebruik van instrumenten als telegraaf, telefoon, radio, radar en televisie. Sinds 1970
zetten deze ontwikkeling zich verstelt voort met de introductie van satelliet- en kabeltelevisie, video,
fax, mobiele telefoon en internet. Tegenwoordig worden we door wijdverspreid gebruik van mobiel
internet en digitale sociale netwerken geconfronteerd met weer een nieuwe stap in verminderde
belang van fysieke nabijheid voor verwerven van informatie. Steeds meer mensen raken over
langere afstanden ook in cognitief opzicht steeds meer op elkaar betrokken.
Technologie en veranderingen in de alledaagse communicatie
Amerikaanse sociologe Turkle onderzoekt hoe alledaagse communicatie verandert onder de invloed
van nieuwe technologische mogelijkheden (e-mail, sociale media, twitter, smartphones, ‘robotic
lovers’). In Alone Together: why we expect more from technology and less from each other beschrijft
ze hoe we met steeds meer communicatiemiddelen steeds minder direct contact met elkaar
hebben. Turkle --> mensen telefoneren steeds minder. Jongeren die ik sprak vonden dat telefoneren
kwetsbaar maakt. Ze willen zichzelf zo goed mogelijk presenteren, op een manier waarvoor ze zelf
kiezen. Als je praat, kun je je emoties verraden, of er kan een pijnlijke stilte vallen. Bovendien
telefoneer je in real time. Mensen willen reageren op moment dat ze zelf het beste uitkomt. Een
telefoontje wordt steeds vaker opdringerig gevonden.
Turkle merkt ook in eigen leven dat het moeilijker geworden is om contact te maken: mijn telefoon
gaat nooit. Iedereen is bang om te bellen, behalve familie/ paar goede vrienden. Via mail kreeg ik te
horen dat de man van een vriendin ernstig ziek is. Ik schreef dus ook een mail aan haar. Eigenlijk
belachelijk. 4 jaar geleden zou ik meteen hebben gebeld. Nu mailde ik, omdat zij ook mailde. Ik
geloof niet dat het winst is om elkaar e-mails te sturen bij grote moeilijkheden.
Andere, hiermee samenhangende langetermijnontwikkeling is die van kennisspecialisatie. Volgens
socioloog Luhmann moeten we het proces van modernisering zien als opsplitsing van domeinen of
instituties met verschillende functies, zoals justitie, politiek, economie, wetenschap, religie etc. Elk
domein heeft hierbij zijn eigen logica en realiteit die is gebaseerd op eigen, domeingebonden, kennis
en communicatie. In deze ontwikkeling zijn diverse kennisspecialisten opgekomen die zich toeleggen
op verwerven, doorgeven en verder ontwikkelen van specifieke kennis die hoort bij een bepaald
domein. Verschillende vormen van domeingebonden kennis hebben zich zo min of meer
verzelfstandigd t.o.v. de kennis die geworteld is in het dagelijks leven. Dit geldt tot op zekere (en
variërende) hoogte voor religieuze, ideologische, technologische en wetenschappelijke kennis.
Proces van functionele differentiatie gaat dus samen met kennisspecialisatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisakrol1207. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.