● Dementie is een hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg.
● Het is een syndroom en geen specifieke ziekte; de ziekte van Alzheimer is de meest
voorkomende oorzaak, gevolgd door andere vormen zoals vasculaire dementie,
frontotemporale dementie, en dementie met Lewy-lichaampjes.
● DSM-5 gebruikt nu de term 'neurocognitieve stoornis' om de cognitieve stoornissen te
beschrijven als gevolg van een hersenaandoening.
● Cognitieve stoornissen bij dementie omvatten geheugenverlies, afasie, apraxie,
agnosie, stoornissen in uitvoerende functies, aandacht/concentratie en/of mentale
verwerkingssnelheid, en visueel-ruimtelijke of -constructieve vaardigheden.
○ geheugenstoornis: een verminderd vermogen om nieuwe informatie aan te
leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren;
○ afasie: zich niet goed kunnen uitdrukken in woord of schrift en/of gesproken
of geschreven taal niet goed begrijpen;
○ apraxie: geen doelbewuste handelingen kunnen uitvoeren;
○ agnosie: geen objecten kunnen herkennen;
● Naast cognitieve symptomen treden vaak ook (neuro)psychiatrische symptomen op,
zoals depressie, angst, agitatie, agressief gedrag, wanen en hallucinaties.
17.2 Prevalentie
● De kwetsbaarheid voor dementie neemt toe met de leeftijd.
● Onder 65-plussers is het percentage 10-20%, boven de 80 jaar 40-50%.
● In 2030 wordt verwacht dat Nederland ongeveer één miljoen kwetsbare 65-plussers
zal hebben, waarvan bijna de helft een vorm van dementie zal hebben.
● Momenteel hebben ongeveer 270.000 mensen in Nederland dementie, en in Europa
zijn dit er 10,5 miljoen.
● De incidentie van dementie is lager bij 65-69-jarigen (2,1-2,4 per duizend inwoners) en
hoger bij 85-plussers (29,7-35,1 per duizend inwoners).
● De prevalentie van dementie onder 60-plussers in West-Europa wordt geschat op
6,9%, terwijl het onder 85-plussers aanzienlijk hoger is, namelijk zo'n 40%.
● Jonge mensen met dementie zijn zeldzaam, met een geschat aandeel van 0,1-0,5%
(12.000) van de 40-65-jarigen.
● De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie (70%), gevolgd
door vasculaire dementie (16%) en frontotemporale dementie (5-10%). Andere
vormen zijn zeldzamer, zoals dementie bij de ziekte van Parkinson (2%) en de ziekte
van Huntington (2%).
17.3 Anatomie en fysieke functies
17.3.1 Brein
● Hersenen zijn dynamisch en betrokken bij veel taken; klinische neurocognitieve
stoornissen bij dementie zijn vaak het gevolg van uitval van verschillende
hersenfuncties.
, ● Cognitieve en neuropsychiatrische stoornissen bij dementie maken anatomische
lokalisatie moeilijk in de klinische praktijk.
● Psychosociale gevolgen van dementie omvatten diverse (neuro)psychiatrische
symptomen zoals depressie, angst, agressie, persoonlijkheidsveranderingen, en
stoornissen.
Ziekte van Alzheimer
● Oorzaak nog niet volledig duidelijk, maar gepaard met afsterven van hersencellen en
eiwitophopingen (bèta-amyloïd en tau).
● Geleidelijke toename van functiestoornissen met aanvankelijk verlies van
kortetermijngeheugen, oriëntatie, en later ook langetermijngeheugen, abstract
denken, taalproblemen, en verminderd oordeelsvermogen.
● Diagnostiek op basis van MRI-scan toont atrofie van de hippocampus en de
hersenschors, evenals de aanwezigheid van amyloïdplaques en tau-tangles.
Vasculaire dementie
● Slechte doorbloeding in de hersenen leidt tot beschadiging en afsterven van
hersencellen.
● Klachten variëren afhankelijk van doorbloedingsproblemen, zoals traagheid van
informatieverwerking, loopstoornissen, parkinsonverschijnselen, en moeite met
urinecontrole.
● Diagnostiek op MRI toont lokale infarctgebieden en/of witte stofaantasting rond de
grote hersenventrikels.
Frontotemporale dementie
● Komt voor op jongere leeftijd (40-65 jaar) en begint met gedrags- en
persoonlijkheidsveranderingen.
● Opvallende atrofie van de frontotemporale hersenschors.
● Diagnose vaak vertraagd door toewijzing aan overspannenheid, depressie, of
relatieproblemen.
Lewy-bodydementie
● Gekarakteriseerd door specifieke eiwitophopingen genaamd Lewy-lichaampjes in
hersencellen.
● Begint vaak met stoornissen in uitvoerende functies, aandachts- en
concentratiestoornissen, en hallucinaties.
● Moet worden onderscheiden van parkinsondementie, waarbij vergelijkbare
eiwitophopingen voorkomen in subcorticale hersengebieden.
● Variabiliteit in dagelijks functioneren is opvallend, met fluctuaties in symptomen van
dag tot dag.
17.3.2 (Patho)fysiologie
● Hersenen, inclusief neuronen, axonen, dendrieten en synapsen, worden beïnvloed
door zintuiglijke prikkels en algemene biologische omstandigheden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PascalDeStoereKameleon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.