Revalidatie van Bovenste
Lidmaat
!!! bekijk ook alle casussen, Traintool en die extra PowerPoint van de casussen 😊
EX: praktijk bekijk lijst communicatievaardigheden (worden we op beoordeeld)
DE SCHOUDER
MODULE I: Inleiding en kinesiologie
Schoudercomplex: 3 systemen, één kinematische keten
Schoudercomplex: drie systemen
1. Glenohumeraal systeem
Glenohumeraal gewricht
Suprahumeraal/subacromiale ruimte
Bicipitaal glijmechanisme
2. Scapulothoracaal systeem
Scapulothoracale gewricht
Sternoclaviculair gewricht
Acromioclaviculair gewricht
3. Cervico-thoracaal systeem
Cervicale WZ
Thoracale WZ
Costovertebrale gewrichten
GH gewricht
- Zeer ruime beweeglijkheid
- Instabiel
- Slechts 1 vaste verbinding met skelet: sternoclaviculair gewricht
Optimale evenwicht tussen mobiliteit en stabiliteit
- Mobiliteit:
Losse gewrichtskapsel
‘wanverhouding tss humeruskop en cavitas glenoidale
- Stabiliteit
Statische stabilisatoren:
a. Intracapsulaire druk: zuignap effect
Kapsel zelf heel weinig stabiliteit dmv recessus
eindstandig kapsel op rek: wel stabiliteit
b. Positie scapula
c. Coracohumeraal lig
d. GH ligamenten
e. Labrum van het glenoïd
f. Rotator cuff interval: tussen supraspinatus en subscapularis kleine ruimte waar er
versteviging kapsel is
Beperkt bij eindstandige beweging exo en inferieure translatie
Dynamische:
, a. Rotator cuff: infraspinatus, supraspinatus, teres minor en subscapularis
Houdt kop in kom
Kleine spieren met beperkte krachtontwikkeling: beperkt beweging, vooral
stabilisatie
Bij elke beweging wordt dit als EERSTE geactiveerd! (Bij pijn: te laat aanspannen
rotator cuff)
b. Caput longum biceps brachii: vertrekt op tuberculum supraglenoidale (vooral
stabilisatie bij ABD en exo)
RC interval helpt dat deze biceps kop blijft liggen
c. Periscapulaire spieren/scapulothoracale spieren
Het glenohumeraal systeem
Art. Humeri/ Art. GH
Osteologie:
- Incongruent kogelgewricht
- Caput humeri 2/3de omvat door glenoïd VERTICAAL en slechts 1/3de HORIZONTAAL
Slechts 22% contact tussen glenoïd en humeruskop
- Tuberculum supraglenoidale en infraglenoidale
Proximale aanhechting biceps en triceps
- Glenoïd gewrichtsoppervlak wijst naar ventraal, lateraal en craniaal
- Caput humeri wijst naar mediaal en craniaal
Vormt hoek van 135° met humerus-schaft
Retroversie van 30° tov transversale as elleboog
Peri-articulair bindweefsel
- Labrum glenoidale
Omgeeft rand glenoïd
Vergroot gewrichtsopp en verdiept concaviteit !
Houdt gewrichtsvlakken samen doormiddel van de synoviale vloeistof die
adhesieve/cohesieve krachten creëert
Labrum en synoviale vloeistof zorgen voor negatieve intra-GH druk: efficiënt samen
houden van delen
- Fibreus kapsel
Zondert interne gewrichtsholte af van de meest omliggende weefsels
Dominante rol in mobiliteit
, Bevat enkele plooien
Recessus axillaris: uitzakking inferieur in rusthouding
- Lig. Coraco-humerale
Cranio-ventraal
- Ligg. GH
Nauw verweven met anterieur kapsel
Z-vormig patroon: pars superius, medium en inferius
- Functies lig.
Zorgen voor stabiliteit naarmate eindfase van ROM wordt bereikt
Remmende functie op de beweeglijkheid: ze komen onder spanning te staan
Voornamelijk ANTERIEUR
Musculatuur
- Functies: beweging mogelijk maken + dynamische stabiliteit (door de musculaire
reactiekrachten)
- Drie groepen:
1) Axio-scapulaire spieren: ophangsysteem voor scapula aan romp (stabilisatie + beweging
scapula)
!! ROTATOR CUFF: dynamische stabiliteit
1.1. M. Trapezius
1.2. M. Rhomboidei major en minor Concaviteit-compressie effect: stabiliteit GH gewricht door
glenoidale concaviteit en compressiekracht spieren
1.3. Levator scapula Voorkomt translaties humeruskop
1.4. Serratus anterior Transarticulaire kracht: kracht vanuit humerus naar
1.5. Pectoralis minor midden glenoïd
Compressiekracht: stabilisatie tijdens craniale
2) Scapulo-humerale/intrinsieke spieren bewegingen (ABD)
2.1. M. Subscapularis Caudale translatiekracht: nodig om subacromiale
2.2. M. Supraspinatus ruimte te vergroten, werkt tegengesteld aan
deltoideus
2.3. M. Infraspinatus Caput longum biceps: beidt weerstand tegen
2.4. M. Teres minor torsiekrachten (bij ABD en exo) en beperkt elevatie
humerus
2.5. M. Teres major
2.6. M. Deltoideus
2.7. M. Coracobrachialis
3) Pluri-art spieren: verbinden humerus met romp of onderarm
3.1. M. Pectoralis major
3.2. M. Biceps Brachii
3.3. M. Tricpes Brachii
3.4. M. Latissimus dorsi
- Scapulaire krachtenkoppel tijdens ABD
Detoideus
Supraspinatus
Upper trapezius
Lower Trapezius
Serratus anterior
, Fasiculi posterior van de 3 trunci: splitst in n. axillaris en N. radialis
Bezenuwing: m. deltoideus en M teres minor
Sensorische innervatie: schoudergewricht en huid onderste deel deltoideus
- Nervus suprascapularis
Innervatie: N. supraspinatus en infraspinatus
C5-C6
- Arteria axillaris
Grote slagader: zuurstofrijk bloed naar laterale zijde thorax, oksel en BL
Gaat over in de a. brachialis
Osteo- en artrokinematica:
- Kinesiologie = wetenschap die zich bezig houdt met motoriek menselijk lichaam
Kinematica = bewegingsleer osteo: beweging van botten in gewricht ; arthro: beweging
gewrichtsopp
- Flexie/extensie
Rond medio-laterale as
Spinbeweging humeruskop (geen rol/glij): zorgt voor strak worden omliggende structuren
Eindstandige flexie: lichte anterieure translatie mogelijk
80° actieve flexie, verdere flexie dmv Scapulothoracaal gewricht zal mee opwaarts
roteren
Eindstandige extensie: lichte voorwaartse tilting scapula toename beweeglijkheid
- ABD/ADD
Antero-posterieure as
ABD: humeruskop rolt naar craniaal en glijdt naar causaal
! in eindfase: ook gecombineerd met exo
! Axillaire recessus op rek spanning inferieur kapsel extra ondersteuning
ADD: humeruskop rolt naar caudaal en glijdt craniaal
!! ADD: altijd gecombineerde beweging
- Endo/exo
Rotatie in horizontaal vlak
EXO: humerus rolt naar dorsaal/lateraal en glijdt naar ventraal/mediaal
ENDO: humerus rolt naar ventraal en glijdt naar dorsaal
Convex-concave regel van Kaltenborn
- = theoretisch model in anatomische/neutrale houding worden in vraag gesteld omdat er
functionele bewegingen zijn met schouder vaak in meer dan 90° en er invloed van actieve
stabilisatoren is
- Niet alleen passieve maar ook actieve/controlerende subsystemen van schouder moeten in
rekening worden gebracht bij bepaling translationeel glijden humeruskop
- Primaire bewegingen: flexie/ext, endo/exo, ABD/ADD geïsoleerd
Meestal geassocieerde bewegingen
De suprahumerale/subacromiale ruimte
Begrenzing en delen:
- Begrenzing: Acromion - Processus coracoideus - Humeruskop
- Coraco-acromiale boog: lig. Coraco-acromialis en proc coracoideus
- Holte gevuld met spier/pees supraspinatus, bursae subacromiodeltoidea, caput longum
biceps en superieur kapsel
- Acht slijmbeurzen/bursae
Locatie bepaald door hoeveelheid wrijvingskrachten tussen de verschillende weke delen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BN2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.