Inductieve statistiek voor de gedragswetenschappen
Deze samenvatting is geschreven aan de hand van het boek en de collegeslides. De samenvatting bestaat uit veel kleurtjes die structuur brengen en duidelijk maken in welk hoofdstuk je zit. Alle formules staan erin met uitleg van de symbolen.
Statistiek 2
Statistiek 1 in vogelvlucht
Variabelen operationaliseren en meten
Operationaliseren
= variabelen meetbaar maken
Voorwaarden voor meten:
Betrouwbaarheid: Hoe goed meet de test wat we willen meten?
Validiteit: meet de test wat we willen meten?
Variabelen
Kwalitatief of kwantitatief?
Kwalitatief = Geslacht, haarkleur
Kwantitatief = te maken met cijfers
Continu of discreet
Opgedeeld in verschillende meetniveaus
Nominaal
=een variabele die we kunnen onderverdelen in categorieën
Tussen de categorieën onderling zit geen rangorde, ze zijn gelijkwaardig
Alle kwalitatieve benaderingen zijn nominaal
Elke proefpersoon die men ondervraagt moet in 1 categorie plaatsen
Dichotome variabele (twee antwoordmogelijkheden)
Bent u getrouwd?
Burgerlijke stand
Ordinaal
Categorie: iemand kan een professionele bachelor hebben, een academische master,…
In deze categorieën zin een rangorde, unief is hoger dan hogeschool.
Afstand tussen opleidingen is niet te bepalen.
Er is sprake van een rangorde tussen de verschillende categorieën
Hoogst genoten opleiding
2
,Interval
Er is een gelijke afstand tussen de waarde
Er bestaat geen afwezigheid van intelligentie.
Extraversie wordt op dezelfde manier gemeten = een schaal, dus kan geen 0 antwoord hebben.
Zal zich dan ook centraliseren rond het gemiddelde
IQ
Ratio
Vanaf het moment het 0 is bestaat het niet
Een mens kan geen 0 cm zijn
Temperatuur is geen ratio, kan ook -1 graden zijn
Temperatuur is ook nooit afwezig
Lichaamslengte
Onafhankelijk of afhankelijk
Onafhankelijke variabelen
= de oorzaak
Verschillen in deze variabele wordt gezien als oorzaak van verschillen in de afhankelijke
variabele
Afhankelijke variabelen
= het gevolg
Meestal het hoofdobject in studie: dat wat je gaat onderzoeken
Verschillen in deze variabele wordt gezien als gevolg van verschillen in de onafhankelijke
variabele
Steekproeven
= het deel van de populatie dat wordt onderzocht, hierop doen we beroep wanneer de populatie
te groot is om helemaal te onderzoeken.
! Belangrijk doel van de inductieve statistiek: verantwoorde uitspraken doen over de populatie
aan de hand van een steekproef.
2
, We willen wél uitspraken doen over de gehele populatie, dus de steekproef moet een goede
afspiegeling zijn van de populatie.
De variantie (S2)
= de afwijking kwadrateren t.o.v. het gemiddelde & hiervan het gemiddelde berekenen
Gemiddelde gekwadrateerde afwijkingsscore
Formule S2 van de steekproef (n) Formule S2 van de populatie (N)
Gemiddelde gekwadrateerde afwijkingsscore
Voorbeeld
Score Afwijkingsscore Kwadraat van de Variantie
(X) (X – X) afwijkingsscore (X – X)²
1 1 – 3 = -2 (1-3)² = (-2)² = 4
2 2 – 3 = -1 (2-3)² = (-1)² = 1
3 3–3=0 (3-3)² = 0² = 0
4 4–3=1 (4-3)² = 1² = 1
5 5–3=2 (5-3)² = 2² = 4
Som 0 10 10/5 = 2
Stap 1 : bereken het gemiddelde van de scores
Stap 2 : bereken de afwijkingsscores
Stap 3: bereken het kwadraat van de afwijkingsscores
Stap 4: bereken het gemiddelde van de gekwadrateerde afwijkingsscores
De standaardafwijking/standaarddeviatie (S)
= de vierkantswortel van de variantie: hoe gespreid liggen de resultaten tegenover het gemiddelde
Formule S v/d steekproef (n) Formule S v/d populatie (N) (altijd in SPSS)
2
, Kan nooit minder dan 0 zijn, maar kan wel 0 worden
Indien alle scores gelijk zijn aan elkaar, is de standaardafwijking 0
Voorbeeld
Centrummaten
Modus
Waarde die het meeste voorkomt
Kan op elk meetniveau
Mediaan
Middelste waarde bij gerangschikte waarnemingen
Minimaal op ordinaal niveau
Gemiddelde
Som van alle waarden gedeeld door het aantal waarnemingen
Minimaal op interval niveau
Symmetrische verdeling
Modus = Mediaan = gemiddelde
Mediaan is minder gevoelig voor extreme waarde
Gemiddelde is consistenter over verschillende steekproeven
Spreidingsmaten
= hoe ver liggen scores van elkaar?
Soorten:
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janavaes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.