Werkcolleges
Capita Selecta Vennootschapsbelasting
Werkcollege 1 - Inleidend college over geschiedenis VPB, Rechtsgrondslag VPB,
Invloeden op de VPB waaronder EU recht
Opgave 1: Opfrissen van het Vpb geheugen
Gegeven is de volgende structuur:
Beantwoord aan de hand van de structuur de volgende vragen op hoofdlijnen:
Vraag 1.1
Wie is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting?
- Houdster BV en BV X op grond van art. 2, lid 1 sub a wet VPB
- De stichting alleen belastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft op grond van art. 2, lid 1
sub e wet VPB.
- De passieve BV Y op grond van art. 2 lid 1 sub a en lid 4 wet VPB, de BV is opgericht naar NL recht en wordt
daarom geacht in NL te zijn gevestigd. Echter op grond van het verdrag NL-BE of het OESO-modelverdrag kan
het zijn dat de feitelijke leiding de vestigingsplaats bepaalt. Zie ook art. 4 AWR.
- De bank kan ook belastingplichtige voor de vpb zijn indien die voldoet aan de voorwaarde, dit is echter niet
zo vermeld.
- De Ltd kan toch (buitenlands) belastingplichtig zijn in NL indien deze Nederlands inkomen verdient
(buitenlands bp):
o Indien de Ltd een vaste vertegenwoordiger of vaste inrichting heeft (art. 17 Vpb)
o Indien de Ltd een aanmerkelijk belang heeft in een Nederlandse houdster BV (art. 17 lid 3 Vpb)
Subjectieve belastingplichtig voor de Vpb is opgenomen in art. 2 en lid 3 VPB:
- Art. 2 wet Vpb: binnenlandse bp lichamen à onbeperkt belastingplichtig voor hun wereldinkomen o.g.v. art.
2 lid 5 wet Vpb.
- Art. 3 wet Vpb: buitenlandse vennootschappen: belast voor binnenlands inkomen
Vraag 1.2
Hoe wordt de winst bepaald van de in Nederland gevestigde rechtspersonen?
Art. 7 en 8 wet VPB bepaald voor wat voor inkomen een vennootschap belastingplichtig is:
- Art. 7: algemene bepaling
- Art. 8: schakelbepaling à bepaalde artikelen voor het bepalen van de winst van de wet IB zijn ook van
toepassing bij het bepalen van de winst in de Vpb. Let hierbij op! Niet alle artikelen zijn van toepassing. Er zijn
er een paar uitgezonderd.
1
,Vraag 1.3
Wat kunt u zeggen over de verliesverrekeningsmogelijkheden op het niveau van Houdster BV?
Art. 20 wet VPB: verliezen kunnen 1 jaar achterwaarts en 9 jaar voorwaarts worden verrekend met winsten.
In lid 4 t/m 6 staan bepalingen voor specifieke maatschappijen (houdster- en financieringsmaatschappijen): daarin
staat aangegeven dat verliezen voor een houdstermaatschappij alleen kunnen worden verrekend met soortgelijke
winsten (houdsterwinst/financieringswinst). Kwalificeer je niet in een bepaald winstjaar, dan kan je dat verlies ook
niet verrekenen. De gedachte hierachter is dat een houdster die al verlies heeft de winst van de werkmaatschappijen
beïnvloed.
® Lid 4 t/m 6 VPB is ingevoerd naar aanleiding van het Bosal gat. NL moet aftrek toestaan van
rentelasten die verband houden met buitenlandse deelnemingen.
Vraag 1.4
Welke renteaftrekbeperkingen kunnen van toepassing zijn op het niveau van Houdster BV?
Lening A:
- Art. 13l: er wordt een lening aangegaan bij een bank en daarmee wordt een deelneming gefinancierd. Daarbij
kan je mogelijk te maken krijgen met 13l; deze beperkt de renteaftrek op deelnemingsleningen.
- Art. 15ad: fiscale eenheid kan gezamenlijk consolideren. Als de houdster met actieve bv X een FE aangaat,
dan werkt 13l niet meer op die financiering want je ziet geen deelneming meer. Er wordt immers
geconsolideerd. Het zou dan dus slim op het moment dat je een financiering aangaat ter verwerving van een
deelneming, ga je hem voegen in een FE dan zie je geen deelneming meer (& dus ook geen 10a besmette
transactie; omdat een van de besmette transactie is het verwerven van een deelneming à deze zie je niet
meer). Derhalve is 15ad in het leven geroepen om te voorkomen dat je een winstvennootschap kan kopen en
in FE voegt, zodat je de rente tegen de eigen winst afzet.
- Art. 10b: laag- en renteloze leningen met een looptijd van meer dan 10 jaar (geen informatie over dus n.v.t.)
- Art. 8c: doorstroomvennootschappen (n.v.t.)
- Art. 10a: geen lening van een verbonden lichaam (n.v.t)
2019: ATAD-richtlijn (Europese richtlijn) à de ATAD bepaalt dat er een algemene renteaftrekbeperking moet worden
ingevoerd. In Nederland gaat dat art. 15b worden en deze vervangt alle renteaftrekbeperkingen (behalve 10a VPB).
Vraag 1.5
Is een winstuitdeling van BV X en BV Y belast op het niveau van Houdster BV?
De deelnemingsvrijstelling van art. 13 VPB is mogelijk van toepassing. Voorwaarden van art. 13 Vpb
• Minimaal 5% ab-belang hebben (en dit belang mag niet als voorraad worden gehouden)
• Oogmerktoets
• Bezittingentoets
• Onderworpenheidstoets
BV X: deelnemingsvrijstelling is van toepassing
BV Y: als het een beleggingsdeelneming is, is het de vraag of dat BV Y kwalificeert.
Het is geen vereiste dat BV Y in Nederland is gevestigd. Binnen de EU bestaat de Moeder-Dochter Richtlijn:
deelnemingsdividenden moeten (ongeveer) worden vrijgesteld.
Vraag 1.6
Tussen welke vennootschappen is een Nederlandse fiscale eenheid mogelijk?
Art. 15 VPB:
- Actieve BV X en houdster BV kunnen in de fiscale eenheid. Deze zijn beide in NL gevestigd en dat is een
vereiste.
- De stichting kan er niet bij, omdat het geen rechtspersoon is. Is daarnaast ook niet genoemd als toegestane
vormen in art. 15 Wet Vpb.
Pappilion arrest: om een FE te kunnen aangaan moeten alle schakels in Nederland zijn gevestigd, echter met de
Pappilion FE kun je een schakel overslaan.
2
,Vraag 1.7
Wat zijn de gevolgen als BV X en Houdster BV fuseren?
Juridische fusie van art. 14b VPB:
- Beide rechtspersonen moeten in NL/EU zijn gevestigd
- De vermogensbestanddelen van de verdwijnende vennootschap gaan dan onder algemene titel over naar de
verkrijgende vennootschap. De belastingplicht van de verdwijnende belastingplichtige houdt op, waardoor
Nederland in beginsel over de positieve stille reserves kan heffen.
- Er is een faciliteit waarbij je geruisloos zonder afrekenen kunt fuseren. De claim wordt behouden doordat de
fiscale boekwaardes van X over gaan naar de houdster BV en daardoor zijn de stille reserves nog aanwezig.
Opgave 2: Invloeden op de Vpb
Vraag 2.1
Omschrijf waarom er volgens u een vennootschapsbelasting bestaat? Zou de vennootschapsbelasting niet beter
kunnen worden afgeschaft? Wat zouden daar de fiscale gevolgen van zijn?
Rechtsgrondslagen van VPB:
• Budgettaire redenen
• De leer van het globale evenwicht: belastingdruk tussen IB- en ab-ondernemers
• Profijtbeginsel: vergoeding voor het gebruiken van publieke diensten
• Buitenkansbeginsel: als BV heb je meer kans om geld te verdienen, dan werknemers
• Antropomorfe visie: lichaam wordt als zelfstandige entiteit gezien en deze moet je dus ook zelfstandig
belasten
• Compensatietheorie: belastingheffing moet over de capital gains van de aandeelhouder plaatsvinden
Con afschaffen Pro afschaffen
- Stabiele inkomstenbron voor de overheid (8% van - Eenvoud (aftrekken, antimisbruikbepalingen etc.
de staatsinkomsten) niet meer nodig)
- Begrotingsgat; opbrengsten van de Vpb moeten - Bedrijven zich focussen op de gezondheid van hun
worden opgevangen door andere inkomsten bedrijf en niet op het verminderen van de
- Doet niet goed aan de rechtsvormneutraliteit belastingheffing door bijvoorbeeld schulden aan te
- Zou wereldwijd afgeschaft moeten worden, anders gaan.
creëer je een belastingparadijs - Belastingparadijzen verdwijnen
- Rechtsvormneutraliteit: fiscaliteit mag niet leiden
tot
Alternatieven:
Bronbelasting op dividenden en royalties (Heithuis): in de huidige wereld moet zo eenvoudig mogelijk belasting
worden geheven, via het oorsprongsbeginsel à daar waar de bron/oorsprong van het inkomen zit. Dit zal echter wel
zorgen voor oppoten.
Gevolgen afschaffen VPB:
- Pas belasting bij uitkeren, waardoor er een ontzettende vlucht ontstaat naar belastingvrije zones
- Indien het buitenlandse (natuurlijke personen) aandeelhouders zijn, dan is het maar de vraag of Nederland
daadwerkelijk kan heffen (Nederland haar claim kan verliezen)
- Nederland kan mogelijk op de zwarte belastingparadijs lijst komen
Vraag 2.2
Waardoor wordt de vennootschapsbelasting volgens u beïnvloed?
• Vestigingsklimaat: bijv. invoering van de innovatie box.
• Europese recht: denk aan de richtlijnen, jurisprudentie van HvJ EU, verdragsvrijheden, ATAD 1 + ATAD 2.
• Internationale invloeden: BEPS-actieplannen, met als onderdeel een multilateraal instrument dat alle
verdragen aanpast conform BEPS. Dit heeft niet per direct invloed, maar uiteindelijk zorgt het er wel voor dat
NL haar heffingsrecht moet aanpassen. Anti-misbruik bepalingen.
3
, • Jaarrekeningenrecht: parallel met vennootschapsbelasting. We bepalen eigen fiscale cijfers, gebaseerd op de
commerciële cijfers. Goed koopmansgebruik is daarbij zeer belangrijk. Het Goed koopmansgebruik wordt
zeer beïnvloed, door o.a. IFRS.
• Inkomstenbelasting: wijzigingen in de IB hebben van invloed op de VPB d.m.v. de schakelbepaling en omdat
de VPB een voorheffing is.
• Maatschappelijke ontwikkelingen
Vraag 2.3
Welke gevallen (in hoofdlijnen) gaven in het verleden aanleiding om de wet vennootschapsbelasting te veranderen
en wat vindt u van die redenen?
Wet werken aan winst is laatste grootste aanpassing aan de vpb:
- Art. 10a VPB is grootschalig aangepast
- Verwerving van externe deelnemingen werd onder de renteaftrekbeperking gezet
- Grote tariefsverlaging
- Grondslag is verbreed
- Verliesverrekeningsvereiste aangescherpt
Redenen voor een wetswijziging:
• Vpb in overeenstemming brengen met het EU-recht; bijv. de moeder/dochter- en fusierichtlijn en straks de
ATAD.
• De wens van de wetgever om het Nederlandse vestigingsbeleid (fiscaal) te ondersteunen; bijv. met de
innovatiebox.
• Budgettaire redenen.
• Voorkomen misbruik; bijv. aanpassingen in de DVS en renteafrekbeperkingen n.a.v. het Bosalgat.
• Technische aanpassingen om te voorkomen dan verliezen ten laste van de Nederlandse winst kunnen worden
gebracht (en toekomstige winst niet belast kan worden), zoals de liquidatieverliesregeling.
• Handel in verliesvennootschappen bestrijden.
• Conjuncturele doeleinden (zoals de verlenging van de carry-backtermijn).
Opgave 3: BV Geld
BV Geld produceert en verkoopt boeken. In 2017 is een winst (vóór Vpb) behaald van €1.000.000. De winst (na Vpb)
wordt geheel uitgekeerd aan de heer Van der Geld die enig aandeelhouder van de BV is.
Vraag 3.1
Stel dat de heer Van der Geld naast zijn BV ook nog een eenmanszaak heeft. De aandelen in BV Geld maken deel uit
van het ondernemingsvermogen. Is dan het klassieke stelsel van toepassing op de situatie van de heer Van der
Geld?
Het klassieke stelsel houdt in dat heffing over hetzelfde object mogelijk is: er wordt Vpb geheven zonder rekening te
houden met de heffing van inkomstenbelasting bij de aandeelhouders. Het klassieke stelsel ziet de vennootschap en
de aandeelhouder als zelfstandig en wil deze ook zelfstandig belasten.
In box 1 wordt geen rekening gehouden met de Vpb en in box 2 is dat wel het geval. Dit zie terug aan het tarief: max.
52% vs. 20/25%.
Mogelijke situaties:
Box 1: aandelen als ondernemingsvermogen: klassiek stelsel
Box 2: aandelenbelang van >5%: deels geïntegreerd stelsel
Box 3: aandelenbelang van <5%: klassiek stelsel, want houdt geen rekening met vpb maar box 3
belast een forfaitair rendement.
Bij een volledig geïntegreerd stelsel houd je 100% rekening met de voordruk.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jde95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.