- Epidemiologisch onderzoek
Epidemiologie: is de wetenschap of leer die de frequentie van ziekte in menselijk populatie
bestudeert.
Geen doel op zich, draagt bij aan kennisoverdracht:
Preventie
Onderzoeksbeleid
Ontdekkingen
Twee soorten epidemiologie:
1. Beschrijvende; beschrijft het voorkomen van ziekten en determinanten in populaties
aan de hand van de prevalentie en incidentie, respectievelijk de hoeveelheid zieken
en de hoeveelheid mensen die ziek is geworden
2. Analytische; daarentegen analyseert de relatie tussen ziektes en determinanten in de
populaties en is dus diepgaander, minder oppervlakkig. Het analyseert aan de hand
van associatiematen als het relatief risico en de odds ratio.
Epidemiologische breuk:
Verhoudingsgetal dat de frequentie van zieken (proportie; in verhouding tot) in de populatie
weergeeft.
Factoren die gerelateerd zijn aan frequentie ziekte:
Etiologische factoren: determinanten die in oorzakelijke zin verantwoordelijk zijn voor
het ontstaan van een ziekte: roken heeft invloed op het krijgen van longkanker
Prognostische factoren: factoren die, zodra de ziekte eenmaal in gang is gezet, van
invloed zijn op het verloop van het ziekteproces: medicatie wat een positieve invloed heeft
op het verloop van de ziekte.
Diagnostische factoren: factoren die onderscheiden welke personen wel en welke
personen niet een bepaalde ziekte hebben: als diabetes type 1 in de genen zit bij
Epidemiologische functie:
Z (ziekte) is afhankelijk van een f (functie) met verschillende D (determinanten).
Samenspel determinanten en omgevingsfactoren die de ziekte positief en negatief
beïnvloed.
,Relaties tussen ziektes en determinanten:
Waarneming: dat er een mogelijke relatie is tussen een determinant en ziekte (hoeft niet
waarheid te zijn, is een mogelijke relatie)
Beschrijvende epidemiologie op populatieniveau om deze mogelijke relatie aan te
tonen. (Beschrijvend altijd op populatieniveau)
Waarneming dat verwijdering van determinanten de incidentie van de ziekte vermindert:
Door slechte omgeving weg te halen, waardoor iemand kan gaan roken kan de incidentie van
longkanker verminderd wordt.
Analytische epidemiologie op individueel niveau om aan te tonen dat determinant en
ziekte inderdaad samenhangen.
Experimenteel onderzoek om causaal verband aan te tonen
Betrouwbaarheid en validiteit
Validiteit: je meet wat je wil meten
Betrouwbaarheid: het is betrouwbaar wat je wil meten; de resultaten moeten dicht bij
elkaar.
Validiteit is geen uitgangspunt voor betrouwbaarheid.
Betrouwbaarheid is wel een uitgangspunt voor validiteit.
Empirische cyclus:
Niet-systematische waarneming: er kan iets spontaan gebeuren, je kan zelf een theorie
bedenken.
,Kernpunten cyclus:
Theorie staat centraal; een theorie is een systematische, abstracte beschrijving van een
of meerdere aspecten uit het dagelijks leven. Je gaat een theorie testen en dit is een iteratief
proces.
Deductie: hypothese gevormd vanuit een theorie. Theorie is het uitgangspunt de theorie
gebruik je om een hypothese op te stellen. Daarna ga je de hypothese toetsen door
dataonderzoek en daarna ga je de hypothese te controleren. Het toetsen in deze vorm is
met een hogere bewijskracht: je streeft naar de gouden standaard (alles is 100% valide). De
hogere bewijskracht komt voort uit theorie. Je gaat uiteindelijk zeggen of de hypothese
klopt, en als de hypothese klopt, klopt de theorie waarschijnlijk ook.
Inductie: vanuit gegevens of data ga je een theorie ontwikkelen. Inductieprobleem:
theorie speelt geen rol bij analyse van data. De data is je bron en die ondersteunt de theorie.
Theorie is het uitgangspunt, daar wil je naartoe werken. De data is leidend waardoor er een
lage bewijskracht is: het kan nooit alle doelpopulaties onderzoeken en er wordt niet gezocht
naar uitzonderingsgevallen.
Abductie: toepassing bij kwalitatief onderzoek. Verzamelen van data en daarna ga je een
theorie ontwikkelen en de theorie volgt uit waarnemingen. Theorie vanuit literatuur
gebruiken om de link te leggen. Er is een constante vergelijking van data.
, - Meetniveaus en sensitiviteit en specificiteit
Nominaal: dichotome variabele dus het kan twee uitkomsten hebben. De ene categorie is
niet beter of groter dan de ander. Bevat een meetniveau dat zich op geen enkele manier tot
elkaar kan verhouden:
Man/vrouw
Appels/peren
Oogkleuren
Ordinaal: categorieën kunnen geordend worden. Kan worden aangegeven dat de ene
categorie beter of slechter is, echter niet de hoeveelheid.
Rookgedrag:
(1) nooit (2) bijna nooit (3) soms (4) regelmatig (5) heel vaak
Interval: is een meetniveau waarbij de categorieën niet alleen in rangorde wordt
ingedeeld. Heeft geen natuurlijk nulpunt. De afstanden moeten gelijk zijn.
Temperaturen
Ratio: heeft wel een natuurlijk nulpunt. Voor de rest alle kenmerken van interval
Sensitiviteit en specificiteit:
Gouden standaard: 100% valide en waardig beeld van het meetinstrument.
Sensitiviteit: zegt iets over de hoeveelheid ziekten die door het te onderzoeken
meetinstrument ook als ziek zijn geclassificeerd terecht zieken. Wel bij Wel
Specificiteit: zegt iets over de hoeveelheid niet-zieken die door het te onderzoeken
meetinstrument ook als niet ziek zijn geclassificeerd niet terecht zieken. Niet bij Niet
Beide gegevens zo hoog mogelijk; betrouwbaar
In deze tabel:
Sensitiviteit: A / (A + B)
Specificiteit: D / (C + D)
- Frequentiematen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romywrnr1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.31. You're not tied to anything after your purchase.