Module 2: Historische overzicht van de pedagogiek en het onderzoek naar leren
1. Inleiding
Sigebertus Rombouts (1883-1962)
- In 1934 publiceerde hij het boek Leerboek historische pedagogiek
o Gaf een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen van de opvoeding en onderwijs vanaf de klassieke
oudheid tot de twintigste eeuw.
o Het gaf inzicht in de pedagogische problemen
o Vormde de kennis van het verleden immers de concrete opstap naar de vormgeving van de
onderwijspraxis
“ze leert hem het succesvolle van het succesleze, het juiste van het verkeerde onderscheiden, behoedt daardoor voor
misgrepen en wijst veilig wegen.”
Hij was niet de enige in het gebied. Die zicht waagde op het ijs van de pedagogische denken.
Deze vroege historische pedagogische studies hebben doorgaans één ding gemaan: steeds duikt de geschiedenis op als een
“leermeester” een gids der waarheid waaruit de onderwijzer inspiratie kan putten.
- Zo werd de history fort he present al snel verwerd tot een a posteriori legitimering van het tegenwoordige
pedagogische handelen.
De relatie van het verleden -> hedendaagse pedagogische praxis is sterk geevolueerd. Het is onvermijdelijk dat het
vooruitgangsidee resulteerde uit de ideeën-geschiedenissen van de 19de en 20de eeuw die werden door de postmoderne
tendensen verlaten.
- De studie of kennis van het verleden niet zal helpen bij het “verbeteren” van het onderwijs, maar ze net zal
aanzetten tot een problematisering van wat we vanzelfsprekend zijn gaan vinden.
o Om de hedendaagse pedagogie te kennen moeten we het verleden kennen.
De verlichting
Het startpunt van de uitbreiding van het onderwijssysteem naar de volksklassen was de verlichting.
De verlichting
- Het startpunt van de zogeheten verschoolsing van de samenleving in de 19de eeuw
Johann Friedrich Herbart
- Bijgedragen aan de systematisering van het pedagogische handelen.
- Het ontwikkelen van pedagogiek als wetenschapsdiscipline
Het herbartianen
- Heeft voor discussie gezorgd in de vroege 20st eeuw.
- Vooral de reformpedagogiek die het kind, centraal plaatste in het onderwijs.
Van een gesloten normatief stelsel -> naar een experimenteel-analytische denkkaders
Chronologische overzicht van enkele leertheorieën.
Behaviorisme:
Een pyschologische stroming die vanaf het begin van de 20e eeuw opgang maakte en zich daarbij baseerde op het
systematische bestuderen van uiterlijke gedragingen.
Informatieverwerkingsbenaderingen:
Het leren werd bestudeerd door ook te pogen tot de denkprocessen achter het waarneembare gedrag door te dringen
,Constructivisme:
Een stroming die de nadruk legt op het feit dat kennis door de lerende zelf actief geconstrueerd wordt, eerder dan passief te
worden verworven.
Situated cognition-stroming
Het actieve leerproces bekijken als verweven in een socioculturele setting, waarbij de manier waarop geleerd wordt in
informele leeromgevingen kan verschillen van de manier waarop dat gebeurt in formelere, schoolse leeromgevingen.
2. Kennis als deugd
Midden 17de eeuw (de verlichting)
Waaide er een nieuwe wind door Europa door 2 dingen
1. Wetenschappelijke ontwikkelingen
2. De uitvinding van de boekendrukkunst in de 15de eeuw
Verlichting:
Een intellectuele en politieke stroming die maatschappelijke vernieuwing predikte.
Immanuel Kant (1724-1804)
- Een vertegenwoordiger van de verlichting in Duitsland
- Beantwoorde de vraag: Wat is de verlichting?
o een nieuwe mensbeeld
o een nieuwe samenleving
- pleite voor de ontvouwing van de mens uit de onmondigheid
Het verlichtingsdenken
Het verlichtingsdenken wenste af te rekenen met:
1. de privileges van de aristocratie
2. hield de bevrijding van de mens uit de ketens van de dogmatische
3. christelijke traditie en het vorstelijk absolutisme voor ogen
De rede stond centraal in de verlichting
- propageerde een samenlevingsmodel dat in theorie op de principe van de gelijkheid tussen mensen en de
vrijheid van het individu.
- Bv.
o De verklaring van de rechten van de mens
o De burger uit 1789
o Het jaar van de Franse Revolutie
De verlichting bepaalt: “ de mensen worden vrij en met gelijke rechten geboren en blijven dit.
- Maatschappelijke verschillen kunnne slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden.
2.1. De voorloper op de verlichting
De context van het geloof in de zogenaamde “maakbaarheid van de samenleving”
- Opvoeding en onderwijs een middel om de maatschappijvorm te geven.
- Ze moeten zich richten op de rede en het verstand te ontwikkelen.
In de lijn van de Franse revolutie zouden verschillende verlichte denkers onderwijsvernieuwingsvoorstellen lanceren die in
de 19e eeuw uiteindelijk tot een massificatie van het onderwijs en de introductie van een didactiek die uitgaat van
gelijkheid zouden leiden.
Jan Amos Comenius (1592-1670) of Komensky
- Was de wegbereiders van het verlichtingsdenken over opvoeding en onderwijs
- Bevond zich tussen de humanistische traditie, een intellectuele strekking uit de late middeleeuwen die de
mensen centraal plaatse en de verlichting
- Zijn theorieën zijn sterk beïnvloed door zijn persoonlijke ervaringen. (zijn protestante familie, historische periode
die gekenmerkt werd door de pest en godsdienstoorlogen.)
, - Getekend hierdoor was het tussen de middeleeuwen en de verlichting een waarin de mens het spoor bijster was
geworden
Het Labyrinth der wereld en het paradijs der harten 1623 (boek)
- “Een heldere uiteenzetting hoe in deze wereld en al haar aangelegenheden niets heerst dan dwaling en
verwarring, onzekerheid en nood, leugen en bedrog, angst en ellende en te laatste afkeer van alles en
vertwijfeling.”
Tegen dit zocht Comenius een remedie in het geloof.
Ondertitel boek: maar hoe hij, die zich met God de heer, alleen in de woonstede zijns harten binnensluit tot ware en volle
vrede des gemoeds en tot blijdschap komt”
- Onderwijs en opvoeding werd voor alles ingezet om de verloren gegane eenheid met God opnieuw tot stand te
brengen en de mens op het lichtend pad te brengen.
Hij verschilde niet veel met enkele vertegenwoordigers die in 16e eeuw de humanistische gedachtengoed, Desiderius
Erasmus (1466-1536), Michel de Montaigne (1533-1592) of Juan Luis Vives (1493-1540)
- Zij benadrukken het belang van het herdenken van de school tegen het licht van de noodzakelijke geachte
maatschappelijke en religieuze verandering.
Comenius verschilde met zijn humanistische voorgangers omdat hij het principe van de volksschool verdedigde.
Hij plaveide de weg naar de verlichting met dit voorstel.
De volksverheffing moest volgens hem via een wereld onderwijsmaterie en niet langer via hoogstaande klassieke werken.
Zaakonderricht en aanschouwelijkheidsonderwijs maakte deel uit van zijn onderwijsaanpak
Onderwijs diende de werkelijkheid aanschouwelijk te maken, of met andere woorden: zo concreet mogelijk aanwezig te
stellen in de klas.
- Abstracte manier zijn dan weer tekening, object meedoen
- Aan de basis van die visie lag wat hij de pansofie: een epistemologische houding die ervan uitgaat dat alles
samenhangt met en doordrongen is van een goddelijke gerichtheid en bepaaldheid.
o Gevolg hiervan is dat schoolse kennis niet in specifieke kengebieden moest opgesplitst en afzonderlijk
aangeboden worden.
De essentiële kennis:
- Voor alle kengebieden dezelfde en diende te verwijzen naar de universele ordeningsprincipes waar de hele
werkelijkheid van doordrongen was.
Het was net deze pansofische ingesteldheid die hem ertoe bracht het aristocratische opvoedingsideaal van de
humanistische traditie te bekritiseren en er de idee van de volksschool tegenover te zetten.
Het Humanisten, zoals Vives, maakt nog een expliciet onderscheid tussen de wijze waarop de:
1. Armen
2. Adelen
Opgevoed moesten worden, Comenius benadrukt dat voor hem de grote onderwijsleer:
- Bestond uit de “algemene kunst om aan allen alles te leren”
De hedendaagse insteek dat iedereen alles kan leren is niet zo vanzelfsprekend.
- Het hield wel van steek omwille van de religieuze ondertoon van zijn denken: iedereen was in essentie geschapen
naar het evenbeeld van God.
Zijn visie op de ultieme gelijkheid tussen mensen had ook een grote impact op de visie van de leerkracht
Illustratief daarvoor is een vaak geciteerde passage
uit De Didactica Magna,
- De eerste omvattende pedagogische
geschriften uit 1657
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reniekemeyfroot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.63. You're not tied to anything after your purchase.