1.1.1 WAT IS EEN PARASIET?
1) Een parasiet is een dierlijk of plantaardig organisme dat zich voedt ten
koste van een ander organisme en waarop het een schadelijke werking
uitoefent
protozoa, ingewandswormen en arthropoda
algen zijn parasieten die plantaardige organismen aantasten
2) Parasitisme is een associatie tussen 2 verschillende organismen: een
parasiet en een gastheer.
De parasiet is metabolisch afhankelijk van zijn gastheer onderlinge
uitwisseling van substanties
afhankelijkheid gevolg van verlies van genetische informatie van
de parasiet
3) Een parasiet is een organisme dat voor het volbrengen van zijn
natuurlijke levenscyclus tijdelijk of permanent moet leven in of op een
ander levend organisme, waaraan het voedsel onttrekt
1.1.2 AFMETINGEN
afhankelijk van de soort: enkele micrometers tot meters
Prokaryoten: bacteriën: 0,2-10 µm
Eencellige eukaryoten:
o gisten: 7-10 µm
o protozoa: 10-100 µm
Virussen: 40-80 nm
1.2 - TAXONOMIE
Eencellig
Meercellige parasieten
e
parasiete
geleedpotige
n
o.b.v.
manier van
bewegen
, Endoparasieten: ééncellige parasieten en wormen die in het lichaam van
de mens leven
Ectoparasieten: de meeste geleedpotigen die op of in de huid leven
1.3 - BELANG
Parasieten infectieziekten bij mens en dier
Vooral in tropische landen door warme, vochtige klimaat
Bij ons teruggevonden door importinfectie
Welke? vnl. malaria, amoebendysenterie en talrijke worminfecties
Inheems: beperkten
Welke? Toxoplasma, Giardia, Trichomonas, Enterobius(aarsmade) en Pediculis
(hoofdluis)
Parasieten: ≠ stadia (vb. ei, larve of juveniel stadium, volw stadium of
vegetatieve vorm, cyste)
↓ gesloten kringloop
Kennis levenscyclus:
o → inzicht in transmissie
o → helpt bij diagnose
o → behandeling
rechtstreekse ↔ onrechtstreekse cyclus
1.4 – PARASITOLOGISCHE BEGRIPPEN
Begrip definitie
Reservoirgastheer gastheer die voortdurend
geparasiteerd is en daardoor een
constante besmettingsbron is voor
andere diersoorten of mens
Vb. Toxoplasma, een parasiet
ontvankelijk voor de mens bevindt
zich in knaagdieren
Prevalentie het percentage van de bevolking dat
geïnfecteerd is.
Transmissie Overdracht van de parasiet
Endemische infectie Infectie optredend in een welbepaald
gebied
Importinfectie Infectie uit een andere streek
Gastheerwisseling Wanneer een parasiet meerdere
gastheren heeft tijdens zijn levensloop
Tussengastheer Gastheer waar de ongeslachtelijke
voortplanting plaatsgrijpt
,Eindgastheer Waar de geslachtelijke
vermenigvuldiging plaats vindt
Vb. Anophelesmug bij
Plasmodium(malaria)
Levenscyclus Parasieten gaan tijdens hun bestaan
door verschillende ontwikkelingsstadia
die een gesloten kringloop of
ontwikkelingscyclus vormen
Het is de hele cyclus van
vermenigvuldiging en
(a)sexuelevoortplantingvan de
parasiet in de verschillende gastheren
en de transmissietussen deze
gastheren
Accidenteel parasitisme parasiet die zijn normale route niet
volgt en terecht komt bij een
gastheer, waar hij zelden wordt
aangetroffen, alhoewel er goede
overlevingskansen zijn. Meestal komt
dat doordat de ontmoetingskansen
tussen parasiet en desbetreffende
gastheer gering zijn
Homoxene parasiet Heeft geen tussengastheer
Heteroxene parasiet Heeft wel een tussengastheer
Monoxene parasiet stadium wordt slechts in één
gastheersoort aangetroffen.
Vb. geslachtelijke stadium van
Toxoplasma gondii in de kat
Polyxene parasiet stadium kan in verschillende
gastheersoorten worden aangetroffen.
Vb. ongeslachtelijke stadium van
Toxoplasma gondii
Vector insect dat een parasiet overbrengt van
de ene mens naar de andere mens
Prevalentie Het aantal besmette personen op een
gegeven moment
Incidentie Het aantal nieuwe gevallen van een
ziekte per tijdseenheid, per aantal van
de bevolking. Meestal wordt de
incidentie per 1000pers/jaar en soms
100 000
1.5 – TRANSMISSIE EN PATHOGENESE
1.5.1 TRANSMISSIE
Bron parasitaire infectie: geïnfecteerde GH
, Overdracht: GH1 → GH2
kans bereiken nieuwe gastheer stijgt:
productie van talrijk nageslacht
o sterk ontwikkelde geslachtsorganen
o zeer lange fertiele levensduur
via een vector
PARASIET VERLAAT 1 E GH
via faeces
via urine
via sputum
doorheen de huid
via bloed
door verorbering
OVERDRACHT NAAR 2 E GH
direct contact (faeco-oraal)
via voeding
via water
via bodem/aarde
via biologische vectoren of tussengastheren
via seksueel contact
2 E GH BINNENDRINGEN
direct contact
via G.I.-tractus
doorheen de huid (eventueel via wonde)
via bloed
1.5.2 PATHOGENESE
DEF = Het ontstaan, ontwikkelen en evolueren van de infectieziekte bij de
gastheer
mechanische barrières + intact immuunsysteem = basis van de afweer
VERHOUDING PARASIET/GASTHEER –IMMUNITEIT
Parasiet overleeft in ons lichaam:
parasiet: complex: ≠ Ag, ∆ Ag
kunnen ook wijzigen door expressie van andere genen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MLThogent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.